I Like To Watch Too: overvloed aan voorstellingen laat zien dat dans en performance krachtig aansluiten op de moderne maatschappij.
De danspasjes regenen je tegemoet, nog voordat je Paradiso bent binnengegaan. Tim Boerlijst tapdanst op de stoep.
Dit aanstekelijke welkom trekt de bezoeker meteen in de sfeer van ‘I Like To Watch Too’. Dit festival laat dans en performance van zijn meest energieke en optimistische kant zien. Paradiso bruist. Tussen de vele optredens in de zalen loopt het publiek in de hal argeloos tegen pop-ups op, korte optredens die, juist omdat je erbovenop staat en omdat iedereen in de hal praat en drinkt alsof er geen sprake is van theater, een prettig schokje in je teweegbrengen.
ILTWT dompelt je onder en sleept je mee. Opzwepende techno-dans, prikkelende performances, levensverhalen, zowel komisch als schrijnend, dans waar je over na kunt denken (maar niet te zwaar): het is er allemaal in een continue stroom, alsof de dansenergie door de zalen, de gangen, trap-op-trap-af golft.
Een punt van kritiek dat je op ILTWT kunt hebben is dat veel optredens tegelijk plaatsvinden en je dus niet alles kunt zien, terwijl alles erop wijst dat je daardoor veel mist.
ILTWT geeft een goed gevoel, in deze tijd waarin de podiumkunsten zo onder vuur worden genomen. Dit festival maakt duidelijk dat jonge dansmakers en performers zich niet laten remmen en met verbluffend veel fantasie en creativiteit aan het werk blijven. Ze spelen in veel gevallen verrassend in op wat er in de moderne westerse wereld leeft.
Alessandro Sciarroni gaat op een speelse manier in op hoe wij met computers bezig zijn. In ‘Joseph’ neemt hij zijn bewegingen op met een webcam. Op een gigantisch beeldscherm is zijn lichaam simultaan sterk uitvergroot te zien. Sciarroni is een illusionist, maar dan zonder geheimen. Dat maakt de voorstelling zo leuk en sympathiek. Sciarroni gebruikt eenvoudige, voor iedereen vertrouwde middelen en toch zijn de effecten die hij daarmee bereikt spannend om naar te kijken. Virtueel is het lichaam tot oneindig veel nieuwe bewegingen in staat. Met een vervormingsprgramma kromt en rekt hij zijn ledematen op het beeldscherm. Hij verdubbelt zijn gestalte en laat de twee lichamen in elkaar schuiven tot een wezen met vier armen en benen en zonder hoofd. Een verrassende wending volgt als Sciarroni het bereik van zijn performance met behulp van Chatroulette over de hele wereld uitbreidt.
Een heel andere performance biedt Tegest Pecht-Guido in ‘Girl 29’ van dansgroep T.r.a.s.h. Terwijl zangeres Artemisz Polonyi met koele stem de veiligheidsriedel laat horen die stewardessen aan het begin van een vlucht afdraaien, schiet een schreeuwende, schokkende, rollende en rennende Pecht-Guido van de ene crisiskramp in de andere. Terwijl de stewardes meedeelt wat er in noodgevallen moet worden gedaan om de boel onder controle te houden, verkeert de ‘passagier’ tijdens de gierende vlucht die haar leven is, continu in prangende nood. Uitdagend, hitsig, woedend en angstig gaat ze tekeer. Wat is Tegest Pecht-Guido toch een fenomenaal danseres en performer. Wat een power heeft haar kleine lichaam. Genadeloos laat ze zich op een bed stuiteren. Het doet pijn naar haar te kijken, maar het intrigeert mateloos en af en toe breekt er een lach door de pijn heen. De heldere, ijle zangpartij van Polonyi vormt een onverbiddelijk zacht contrast met al die wanhopige erupties. Het is overdadig, en wurgend om naar te kijken, maar van begin tot eind houdt Tegest Pecht-Guido je in haar greep.
Woeste, ongeremde bewegingen tekenen ook ‘The Bunga Bunga Generation’ van Piccoli Productions, een waarschuwing tegen de seksualisering van de samenleving. Dit onderwerp is in de mode bij theatermakers (denk aan het indringende ‘Bimbo’ van Boogaerdt/VanderSchoot), maar dit Zwitserse drietal gaat op een eigen verrassende manier te werk. De bewegingen verwijzen niets verbloemend naar seks. Krachtig staan ze met hun heupen te schokken en gaan ze te keer om hun lichaam aan een orgasme te helpen. Het ligt er dik bovenop, maar er is iets anders dan dit grove werk wat de voorstelling zo overtuigend maakt. Het ontbreken van passie en de vrolijk opgeruimde manier waarop ze hun ‘boodschap’ aan de man brengen. Het zijn net straatevangelisten. Overvloedige seks is de nieuwe oplossing voor alles, zeggen ze, de revolutie om een werkelijk vrij leven te bereiken.
Er is nog zoveel meer. De waanzinnig scherpe techno-dans met Oost-Aziatische animatiefilmbeelden van Karel Vanlaere en Vanja Rukavina (‘Dance Dance Revolution’); de naar binnen gekeerde act ‘M’ van de nauwkeurig zoekende choreograaf Michele Rizzo; ‘Makes People Talk’ van Jefta van Dinther, waarin jonge dansers uiterst vitaal swingen, terwijl hun mompelende lippen innerlijke triestheid verraden.
Een bescheiden maar indrukwekkende bijdrage leverde Melih Gençboyacı. De gebaren van sprekers bij protesten tegen bezuinigingen op cultuur in juni 2011 in Den Haag, inspireerden hem tot de bewegingsact ‘Access to Anxiety’. Zijn kracht ligt in de speelsheid waarmee hij omgaat met iets wat harde ernst was. Terwijl de actievoerders stonden te oreren, zag Gençboyacı dat er alleen al in hun gebaren kunst zat. In alles is kunst herkenbaar, als je maar creatief genoeg bent. Dat de bezuinigende overheid niet geïnteresseerd is in mensen die met hun creativiteit aantonen hoe rijk en interessant het dagelijks leven is, dringt bij het zien van dit optreden pijnlijk naar voren.
ILTWT bewijst dat de podiumkunsten springlevend en flink in beweging zijn. Speciaal de versmelting van twee genres, dans en performance, blijkt in dit programma zeer vruchtbaar te zijn.
I Like To Watch Too 2012, Paradiso, Amsterdam. Gezien: 13 juli 2012