Eerder al maakte hij voor Kameroperahuis Zwolle de voorstelling Being Arthur, waarin de beroemde ridders van de ronde tafel per touringcar door het land reizen. Vrijdag 4 september vaar je tijdens het Stadsfestival Zwolle met een bootje naar de première van zijn nieuwste opera, Ik Vertrek. Een liefdeskoppel laat de hectische wereld achter zich en keert terug naar de natuur, waar de man terugvalt in zijn oerinstincten en de vrouw gaat ronddolen in haar geest. – Vijf vragen aan componist Lucas Wiegerink (Amsterdam, 1985).
Was het je eigen idee een opera te componeren over het thema terug naar de natuur?‘
Niet helemaal. Toen ik de opdracht kreeg van Kameroperahuis, ben ik samen met librettist Annemarie Slotboom, regisseur Karin Netten, vormgever Calle de Hoog en kostuumontwerper Dymph Boss gaan nadenken over wat we wilden maken. We vonden het belangrijk dat elke discipline een noodzaak heeft, en dat de verschillende disciplines samen een coherent geheel vormen. Doordat alle makers er vanaf het allereerste begin bij betrokken waren, werd het ons aller ‘kindje’ en stopt iedereen er veel liefde in.
Al brainstormend kwamen we op een gezamenlijke fascinatie voor mensen die alles achterlaten om helemaal overnieuw te beginnen. Velen van ons fantaseren erover het roer drastisch om te gooien, maar het paar uit de opera gaat nog een stapje verder. Om de hectische en oppervlakkige wereld volledig de rug toe te keren, gaan ze naar een onbewoonde plek in de natuur. Alleen daar kun je immers de (consumptie)maatschappij écht achter je laten. Maar wij vragen ons af: in hoeverre is die niet al een deel van onszelf geworden? Kun je daarvan wel wegvluchten? En kun je wel ontsnappen aan jezelf?’
Wat trekt je in dit onderwerp?
‘Het thema van Ik Vertrek is helemaal van deze tijd en het past goed bij mijzelf. Ik zet grote vraagtekens bij de hoeveelheid spullen, energie en voedsel die wij als maatschappij consumeren. Hoe lang kun je doorgaan met het uitputten van onze planeet? Daarbij kijk ik ook kritisch naar mezelf. Ik ben vegetariër, maar ga toch graag in bad en weet lang niet altijd wat de oorsprong is van wat ik aankoop – misschien is er wel een regenwoud voor gekapt. De maatschappij ontvluchten zou ik niet snel doen, maar soms zou ik dat wel willen.’
Je bent van een relatief jonge generatie, maak jij je druk over de toenemende hectiek in ons leven?
‘Daar maak ik me niet echt zorgen over, maar soms is het lastig. Vooral dat mensen nu overal goed in willen (en misschien moeten) zijn: hun werk, het huishouden, hun relatie, de opvoeding van kinderen… En het moet ook nog allemaal leuk zijn, maar het leven is niet altijd leuk, al lijkt dat misschien wel zo als je Facebook opent. Dat staat boordevol mensen die fijne dingen doen, terwijl jij achter je computer of je mobieltje zit. Dat geeft een zekere druk. Ik ben alleen actief op Facebook en mijd andere social media. Simpelweg omdat het me anders te veel wordt – al ben ik soms best nieuwsgierig naar Twitter.’
Hoe vertaal je al die thema’s naar muziek?
‘De hectiek heb ik proberen te verklanken door veel te wisselen in tempo en bereik. Nu eens hoor je rustgevende klanken op de gong of in het klokkenspel, vervolgens snelle, contrapuntische bewegingen in cello en fluit. Vrij aan het begin van de voorstelling krijgt de vrouw de regels van het eiland te horen, waardoor ze zo van slag raakt dat er een brij woorden opblurpt in alle registers van haar stem. Ook zet ik live elektronica in, waardoor stemmen en geluiden worden gemanipuleerd en vermenigvuldigd.
Daarnaast gebruik ik andere strategieën. Zo klinken er koortjes op teksten als pling, ting, ratatata!, geluiden die de vrouw eraan helpen herinneren waarom ze is vertrokken. Ook de natuur verbeeld ik soms heel letterlijk: het ensemble maakt dierengeluiden. Of ik zoek het in open en rustige klanken die ik met natuur associeer. De vrouw doolt voortdurend rond in haar binnenkamers, terwijl de man bezig is met praktische zaken: hoe te overleven in de natuur, terug naar ‘oer’.
Die oerinstincten heb ik niet zozeer in de muziek proberen te vangen, maar komen veelal tot uiting in de enscenering van Karin Netten: de man is aan het vissen, het eiland aan het verkennen, de tent aan het opzetten. Pas in het tweede deel van de voorstelling krijgt hij meer te zingen. In zijn ‘Oeraria’, reageert hij zijn frustraties af op zijn vrouw, die heel andere ideeën heeft over ‘oer’. Het is een aria met veel woorden en felheid, met een Balkan-achtig ritme en slagwerk.
‘Hoewel de twee personages geen eigen, herkenbare thema’s hebben, heb ik wel getracht ze een eigen karakter te geven. De muziek van de vrouw is bijvoorbeeld lichter, naar het einde toe zelfs wat etherisch. De man heeft een aardse ‘oer’-klank, met een meer percussieve begeleiding en stevige ritmes. De vrouw hoort stemmen op het eiland. Die klinken nu eens lief, dan weer begripvol en meegaand. Soms zijn ze vervreemdend, bijvoorbeeld door het gebruik van razendsnelle teksten, zoals die in je hoofd kunnen klinken.
De bezetting is klein, met maar drie zangers, slagwerk, harp, fluit en cello. Tijdens het componeren werd ik geïnspireerd door verschillende muzieksoorten. Je hoort bijvoorbeeld invloeden van oude en romantische muziek, maar ook van Stravinsky en van de zogenoemde ‘Haagse School’ rond Louis Andriessen. Ik studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij hem en bij zijn oud-leerling Martijn Padding. Maar ik heb geprobeerd er een organisch geheel van te maken, het mag geen allegaartje worden.’
Heeft de opera iets te maken met de televisieserie Ik Vertrek?
‘Ik vind dat inderdaad een leuk programma en het thema is vergelijkbaar: een koppel wil ergens ver weg een nieuw leven beginnen. Maar in onze voorstelling gebeurt dat wat extremer: de man en vrouw laten echt alles achter en trekken naar een totaal verlaten plek in de natuur. Na lang brainstormen vonden we Ik Vertrek de mooiste titel, omdat die op meerdere fronten de lading dekt.’
Ik Vertrek wordt uitgevoerd in ‘het laatste stukje ongerepte natuur in Zwolle’ en is een coproductie van Kameroperahuis en de Nederlandse Reisopera. De speellijst vindt u hier.
Naschrift augustus 2016: de opera wordt twee maal herhaald in de NJO Muziekzomer, op zondag 14 en maandag 15 augustus in Openluchttheater De Pinkenberg, Velp.