The Encounter, een groots opgezette solo-voorstelling van het Britse multi-talent Simon McBurney, beleefde donderdag zijn Nederlandse première op het Holland Festival. The Encounter combineert de dramatische kracht van een Hollywood blockbuster met de geslepen eenvoud van 20ste eeuws, uitgekleed, gemonteerd – noem het Brechtiaans – theater.
Spanning en sensatie zetten de toon. Maar terwijl McBurney zijn publiek bij de kladden grijpt met een auditief gegenereerde ‘enhanced reality’, naar de beste Britse hoorspel-tradities, confronteert hij hen ook met een ongebruikelijk intieme ontmoeting tussen mannen. Mannen die in totaal verschillende werelden leven en normaliter niet geacht worden werkelijk met elkaar om te gaan. En dat niet alleen vanwege taalbarrières en vooroordelen.
Onder het spannende relaas van een expeditie naar de Amazone ligt namelijk het uiterst pijnlijke gegeven van de Conquista, de kolonisatie van Zuid-Amerika door de Spanjaarden. Het verbindt de mannen in een bloedige geschiedenis van uitbuiting en oorlog. Een politieke geschiedenis die voortduurt tot in de huidige tijd, zoals McBurney na een staande ovatie vriendelijk opmerkte vanaf het toneel.
Een informeel babbeltje met de volle Rabozaal van de Stadsschouwburg over het uitzetten van telefoons en mensen die te laat komen, vormt de geraffineerde opening naar het indrukwekkende relaas van de wederwaardigheden van National Geographic-fotograaf Loren McIntyre, die in 1971 op zoek ging naar de bron van de Amazone-rivier en terecht kwam bij de Mayoruna in Peru, een ontmoeting die de man niet in zijn koude kleren is gaan zitten.
McBurney stapelt in The Encounter op ingenieuze wijze verhalen en situaties en morrelt daarmee aan het gebruikelijke begrip van tijd en plaats. Het toneel in Amsterdam wordt de werkkamer van McBurney in London en de Peruaanse jungle, waar McIntyre zijn weg moet vinden en zich afvraagt of hij het er levend van af zal brengen. Verschillende tijden gaan door elkaar lopen. De twee uur van de voorstelling worden een nacht in het huis in London, maar ook een aantal weken in het leven met de Mayoruna in Peru en uiteindelijk een verhaal over de terugkeer naar het begin van de wereld.
Op het nagenoeg lege toneel speelt McBurney niet alleen zichzelf, maar ook de Amerikaan McIntyre en Câmbio, een Portugees sprekende Mayoruna, die een sleutelrol heeft in de belevenissen. Maar de belangrijkste ontmoeting in The Encounter is toch een schier woordeloze: al op dag één van zijn expeditie raakt McIntyre van het padje en moet hij zien te overleven temidden van een groep in de jungle rondtrekkende Mayoruna. Er ontstaat dan langzamerhand een mysterieus, noem het telepathisch, contact tussen hem en de stamleider, die hij Barnacle doopt.
De ontmoetingen die via het lichaam van de soms intens acterende, dan weer rustig vertellende McBurney worden uitgespeeld, zijn dan nog eens ingebed in een koor van andere stemmen. Authentieke geluidsfragmenten onderbreken de handeling. Zo is McBurney bijvoorbeeld in gesprek met zijn vriend en schrijver Petru Popoescu, die het verhaal van McIntyre twintig jaar later publiceerde in zijn boek Amazone Beaming. Ook het dochtertje van McBurney wandelt met enige regelmaat het stuk binnen omdat ze niet kan slapen en om een verhaaltje vraagt of iets te eten wil. Dit alles via de koptelefoon, waar opnames en live-geluid in een effectieve mix samenkomen. Het zo steeds maar wisselen van perspectief is uiterst gevoelig en ingenieus gedaan en levert in de voortdurende stroom van elkaar onderbrekende stemmen en situaties juist het naturel op van de complexiteit van alledag.
The encounter neemt de eenvoud van een spannend verhaaltje voor het slapen gaan als uitgangspunt voor een complexe mix van perspectieven op een bezoek aan een inheemse stam, ver weg van wat ooit de ‘beschaafde wereld’ werd genoemd. Exotisme, spanning en sensatie, overleven in de jungle, communiceren met mensen wier taal je niet spreekt en naar wier gebaren je aanvankelijk alleen kunt gissen – het zijn elementen uit de 19e eeuwse avonturenroman, die in het Hollywood spektakel van types als Indiana Jones zijn 20ste eeuwse opvolger heeft gevonden.
De onschuld waarmee het theater van McBurney gepaard gaat is dubbelzinnig. Hij zegt het letterlijk: “dit is allemaal verbeelding”, “het zijn allemaal trucjes om jullie te doen geloven”, maar uit alles blijkt dat hij er vanuit gaat dat juist de kracht van verbeelding mensen dichter bij elkaar kan brengen, dwars door de pijnlijke erfenis van kolonisatie en uitbuiting heen. En hier loopt The Encounter weg bij de gemiddelde kaskraker over weer een volgende held, die wilden, monsters en natuurrampen weet te overleven, zijn gebruikelijke tools moet missen en zich zowaar weet te redden met inderhaast aangeleerde technieken uit de steentijd.
De intimiteit die ontstaat door het hele publiek aan koptelefoontjes te kluisteren, verhoogt niet alleen de intensiteit van de ervaring, maar verwijst ook naar een algemene boodschap in de The Encounter. Al is het niet vrijwillig, McIntyre geeft zich over aan een ander begrip van de wereld, een begrip dat stamt uit een tijd en een plaats van leven, die door de Westerse kolonisatie bijkans is vernietigd. McBurney maakt duidelijk hoe belangrijk het is om dat verhaal te vertellen, en dat kan alleen maar door goed te luisteren en de vele stemmen toe te laten.
En dat is misschien het vernieuwende aan The Encounter, dat het de beau monde die de theaterzalen in West-Europa bevolkt en ook donderdag in groten getale naar het Holland Festival kwam, probeert te wijzen op een precaire manier van leven, waarvan we misschien iets zouden kunnen leren, wanneer we oprecht contact zouden durven maken en het defensieve begrip van ‘de nobele wilde’ of ‘de onnavolgbare ander’ achter ons zouden kunnen laten.