Een van de sterkste argumenten van de tegenstanders van kunstsubsidies is, dat de gewone man niets aan kunst heeft. Dat argument is nu door wetenschappelijk onderzoek weerlegd. ‘Geluksprofessor’ Ruut Veenhoven presenteerde deze week een onderzoek waaruit bleek dat vooral lager opgeleide mensen gelukkiger worden van kunst. Ze worden er zelfs gelukkiger van dan van sport, zowel passief als actief, of van gewoon uitgaan naar bioscoop, disco of kroeg.
Veenhoven voerde het onderzoek uit in opdracht van een team dat deel uitmaakt van het project ‘Leiderschap in Cultuur’ (LinC). In het kader van hun opleiding tot beter leiderschap in de kunstsector startten zij dit project in de hoop om te komen tot een campagne. Nu daadwerkelijk aangetoond is dat geluk vergroot wordt door het bezoeken van een theater, concert of museum, kan de campagne van start.
De straat op
‘Wij gaan de straat op,’ stellen de inititatiefnemers, ‘en stellen onszelf de vraag wat cultuur voor ons betekent. Wat draagt cultuur bij aan jouw welzijn en geluk? Het antwoord op deze vraag, van ieder die hem gesteld krijgt of die hem wil beantwoorden, wordt opgenomen en digitaal verzameld op onder meer een website. En zo wordt expliciet wat we impliciet eigenlijk allang zouden moeten weten. Dat cultuur een rijke voedingsbodem is voor onze identiteit, voor ons welzijn en ons geluk.’
De samenhang tussen geluk en kunst is nog niet zo vaak onderzocht, verklaarde Veenhoven bij de presentatie. Uiteindelijk vond hij in de ‘World Database of Happines’ een aantal wetenschappelijke onderzoeken waarin aan die samenhang werd gerefereerd. Dat, en een onderzoek uit 2008 door Stefan Oosterhof, destijds masterstudent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, leverde het verband op. Een directe verklaring had de opsteller van het onderzoek toen niet: ‘Wellicht speelt hierbij ook het aspect een rol dat in het geval van maatschappelijke participatie van toepassing is. Bij theaters en culturele instellingen kan men eveneens het gevoel hebben deel uit te maken van een collectief.’
1 procent
Het gelukseffect van kunst gaat om een positieve relatie van 0,1 punt op een schaal van 10. Dat betekent dat iemand die weleens deelneemt aan kunst 1 procent gelukkiger is dan iemand die dat niet doet. ‘Dat lijkt weinig’, lichtte Veenhoven toe, ‘maar als je nagaat dat het huwelijk slechts 5 procent van je geluk bepaalt, is het best veel.’
Deelname aan sport (passief of actief), werken in een moestuin en veel vrije tijd zijn overigens allemaal zaken die mensen doorgaans niet gelukkiger maken. En mensen die lager op de sociale ladder staan, worden gelukkiger van kunst dan mensen met een universitaire opleiding. Conclusies waar ook Veenhoven van opkeek.
Het onderzoek naar kunst en geluk is hier te downloaden.
Meer informatie is ook te vinden in een Duits onderzoek, maar daarvoor met je betalen.
Wie meer wil weten over het project kan zich wenden tot de initiatiefnemers Arnoud van Aalst, Klaartje Bult, Tom van Nouhuys, Thomas Royé, Myriam Sahraoui en Marieke Vegt. Het best te bereiken via hun facebookpagina.