Zowel het Koninklijk Concertgebouworkest als het eveneens Koninklijke Concertgebouw lijkt komend seizoen in te zetten op verbinding. Tussen jong en oud, tussen oost en west, tussen links en rechts, tussen cultuur en pers.
‘Fijn dat jullie allemaal zijn gekomen’, zegt Jan Raes na afloop van de presentatie van seizoen 2017-18. ‘De pers staat onder druk, net als de cultuur’, vervolgt de directeur van het Concertgebouworkest. We moeten elkaar helpen.’ Met een knipoog: ‘Als jullie een persconferentie organiseren, dan zijn wij van de partij.’
Niet lang daarna geeft ook Simon Reinink, directeur van het Concertgebouw, de aanwezige muziekjournalisten een steuntje in de rug. ‘We kregen van jullie weleens onderuit de zak omdat we dirigent Teodor Currentzis nog nooit hadden uitgenodigd. Daarom is hij komend seizoen alsnog bij ons te gast.’ Net als vorige week tijdens de presentatie van Nationale Opera en Ballet worden de aanhoudende aanvallen van populisten op ‘de elite’ met humor gepareerd.
Niet polariseren maar combineren
Voor het eerst planden Concertgebouworkest en Concertgebouw hun seizoenspresentatie op een en dezelfde middag. Niet polariseren maar combineren lijkt het devies. Dit spreekt ook uit beider programmering. Het orkest organiseert elke maand een concert met kamermuziek in asielzoekerscentra, het gebouw initieert Turning East, een zesdaags festival met beroemde artiesten uit het gebied van de Maghreb tot diep in de Oriënt. De Arabisch-Amerikaanse componist Mohammed Fairouz is aangetrokken als composer in residence.
Beide instellingen blijven zich ook inzetten voor het werven van nieuw en jong publiek. Raes toont een filmpje van het succesvolle project Side by Side, waarin musici uit jeugdorkesten worden gecoacht door chef-dirigent Daniele Gatti. Door met en tussen de profs van het Concertgebouworkest te spelen, worden zij naar een hoger niveau getild.
Brexit overwinnen door muziek
Het blijkt een onvergetelijke ervaring voor jonge musici, die het muzikale aspect verre overstijgt. ‘Hierdoor kunnen we muziek ontsluiten voor de jongere generatie’, zegt trompettiste Shannon Harper. ‘Bovendien kunnen we bewijzen dat dingen als de Brexit kunnen worden overwonnen door muziek.’
Jongeren
Het Concertgebouworkest heeft inmiddels zijn vierde app voltooid voor kinderen op de lagere school. Samen met de pianisten Arthur en Lucas Jussen werd Carnaval der dieren van Camille Saint-Saëns onder handen genomen. Met de drie eerdere apps werden 35.000 leerlingen op 750 scholen bereikt. De twee broers trappen op uitnodiging van het Concertgebouw de 29ste editie af van de Robeco SummerNights. Er zijn bovendien vijf familieconcerten met een thematische insteek voor kinderen.
Vier titeldirigenten bij Concertgebouworkest
Bernard Haitink gaat twee keer zijn eigen Chamber Orchestra of Europe leiden, onder andere in Wagners Wesendonck-Lieder. Deze worden gezongen door de sopraan Eva-Maria Westbroek, artist in residence van het Concertgebouworkest. Haitink is een van de vier nog levende titeldirigenten die het gezelschap zullen dirigeren, naast Riccardo Chailly en Mariss Jansons. De huidige chef Daniele Gatti zal in alle series te horen zijn.
In de eigen programmering van het Gebouw klinken enkele wereldpremières. Met name van de huidige composer in residence Sebastian Fagerlund en van Mohammed Fairouz. Verder houdt het aanbod aan moderne muziek niet over. Het Concertgebouworkest presenteert in het nieuwe seizoen vier Nederlandse en drie wereldpremières. De Hongaar Peter Eötvös, de Fransman Guillaume Connesson en de Est Erkki-Sven Tüür schrijven een nieuwe compositie voor solisten en orkest.
Vrouwelijke componist schittert door afwezigheid
Het thema oorlog en vrede loopt als een rode draad door de programmering van het orkest. Met onder andere werken van Sergej Prokofjev, Karl Amadeus Hartmann, Rudolf Escher en Henriëtte Bosmans. Vooral dit laatste is bijzonder, want haar muziek wordt slechts zelden door het orkest uitgevoerd. Van haar klinkt Doodenmarsch voor stem en orkest, dat ze aan het eind van de Tweede Wereldoorlog componeerde.
Ik vroeg artistiek leider Joel Fried naar zijn keuzes.
Bosmans’ Doodenmarsch duurt maar zo’n vijf minuten en is meteen ook het enige werk van een vrouwelijke componist. Ook in de programmering van het Concertgebouw zelf schitteren de dames grotendeels door afwezigheid. Kortom er valt veel moois te horen, maar wat verbinding betreft is er in de verhouding man-vrouw nog een wereld te winnen.