9 Platen vol buitengewoon geluid dat niet onopgemerkt en onbesproken blijft.
Fatima Al Qadiri – Shaneera (Hyperdub)
Durban taxi techno en Arabische queer cultuur komen samen op deze pompende EP. Want, op deze plaat hoor je hoe kale, koude drums schandalig voortjakkeren onder microtonale of game-achtige synthesizer-melodie.
Zwaar in de bassen en los in de onderbuik breekt Al Qadiri gender-hokjes af. Deze EP is volgens de producer zelf dan ook een “liefdesbrief aan goedwillige en kwade queens op de hele wereld”. En dat compleet met (naar verluidt) suggestieve teksten over liefde en lust die voor een deel uit Grindr-chats gehaald zijn.
Orphax & Machinefabriek – Weerkaatsing (Moving Furniture Records)
Eindelijk werken Rutger Zuydervelt en Sietse van Erve samen. Deze twee mannen zijn zeer actief binnen de Nederlandse experimentele elektronische muziek. En natuurlijk kwamen ze elkaar dus vaak tegen, maar het kwam desondanks niet tot een samenwerking. Op Weerkaatsing remixt de een een stuk van de ander en ze leveren een ‘duet’.
De knipserklank van Machinefabriek en Orphax’ golvende drone ontmoeten elkaar in een zoekend middengebied. Daarin is volop ruimte voor resonantie en reflectie. Het ene moment zoeven gedachten naar stoffige smalfilms. Het andere duik je deep listening in. Samen overspannen Van Erve en Zuydervelt hun gecombineerde golflengtes. En daarmee komen de drie stukken in een contrastrijke kleurenpracht tevoorschijn.
Felix Kubin – Takt der Arbeit (Editions MEGO)
Geluidknutselaar Felix Kubin is heer en meester in de ‘wonky’ pop. Dus: melodie wordt meer dan eens uit speelgoedjes getoverd. Kubin speelt bovendien met het alledaagse leven nu. Dat is in zijn werk veelal het glimmende onderwerp, vaak met het nodige futurisme.
Zo ook op Takt der Arbeit. Daarop componeert hij voor percussie-ensemble met ratelende printers, digitale pulsen, machinale fijn-motoriek en rinkelende telefoons. Het levert pop-art op in spetterende poëzie.
Glice – Cielo (Narrominded)
Het Amsterdamse duo Glice versmelt schoonheid en de teloorgang daarvan in dampende noise. Dat doen ze met een zekere JG Ballard-achtig gevoel. Op Cielo voegen de mannen daaraan steeds meer abstractie toe. Maar die zweeft niet weg; ze zorgt juist voor aarding.
Alexander Hacke (Einstürzende Neubauten) tekent voor de productie. Met hem plaatst Glice zich herkenbaar en helder in het hier en nu. Plus: die transparantie zorgt voor uitstekend reliëf in de grensvlakverkenningen. Dit zijn dan ook vier baanbrekende stukken die knerpen en snerpen, maar bovenal bedwelmen. En dat niet alleen in gierende ruis. Nee, ook met lieftallige strijkers, écht!
Invenciones, La Otra Vanguardia Musical en Latinoamérica 1976-1988 (Munster)
Naast een paar ietwat bekende namen, verzamelt deze compilatie vooral acts waar slechts heel weinig mensen van gehoord zullen hebben. Bij het samenbrengen van die smeltkroes ligt de focus vol op een vrij kort, maar intens tijdperk. Daarin vloeiden hippiefolk, punk, vroege krautrock en electro-akoestisch experiment door elkaar in de Latijns-Amerikaanse underground.
Opvallend is hoezeer oorspronkelijke, lokale (folk)muziek een rol speelt in deze avant-garde die openheid naar alle muzikale kanten bovenaan in het banier voerden. En ook: verbeeldingskracht richting een nieuwe (klank)beelding, nieuwe ruimte, nieuwe wereld ook. De pioniers daarvan zijn nu gelukkig aan obscure cultstatus of totale vergetelheid ontrukt en dat levert twee rijk geschakeerde platen op.
Island People – Island People (Raster)
Het fusielabel Raster-Noton is na twintig jaar uit elkaar. Noton gaat sindsdien alleen verder met het werk van Carsten Nicolai (Alva Noto). Raster doet de rest en de nieuwste elektronische muziek vindt hier een warm thuis.
Zoals het zachtmoedige Island People. Deze heren maken delicate ambient, die organisch vloeit. Daarin ligt een grondgevoel dat bevrijdend euforisch is. Een dromerige extase bovendien die aan postrock doet denken.
Trepaneringsritualen – Oberhausen Ritual – Live at Maschinenfest 2016 (Raubbau/Pflichtkauf)
Ambient van een heel andere soort levert Trepaneringsritualen. Je zou dit death industrial kunnen noemen. Zeg maar: noise, feedback en opgefokte nachtelijke ritmes die een post-humane wereld schetsen. Daarin zijn nog een paar dolende zielen over die zich overgeven aan magische rituelen.
Trepaneringsritualen verklankt op deze live-opname zowel beeld als beklemmend gevoel van Piranesi’s kerkers. Maar dan met het licht bijna uit. In de verte flakkert een week waakvlammetje van een menselijke ziel.
COH – COHGS (Editions MEGO)
Ivan – COH – Pavlov kiest op COHGS voor het gesproken woord en vertelde verhalen. De menselijke stem staat tegenover zijn verknipte, digitale klankwereld én – opvallend voor COH – bijvoorbeeld ook akoestische piano.
De stemmen van Peter ‘Sleazy’ Christopherson, Ann Demeulemeester, John Balance of Little Annie bevolken de spookachtige en minimalistische muziek van Pavlov. Die is klip-en-klaar. Ze lijkt vertrouwd, maar schuurt toch ongemakkelijk. Daar zorgt de gapende afgrond tussen menselijk en machinaal wel voor.
Philip Jeck – Live at Iklectic (Touch)
Je kunt de klok erop gelijk zetten. Er zal toch wel weer een nieuwe plaat van Philip Jeck komen dit jaar. En jawel. Daarop doet Jeck wat hij altijd doet. Dat betekent: een beetje wat platen opzetten, daar loops van maken, delay erover heen. Klaar is Philip. Wel zo’n beetje.
Toch trekt nauwelijks iemand zulke ambient textuur op. Jeck grossiert in hoogpolige mistbanken van electro-akoestische raadsels en puzzels. Uitgesmeerd en door elkaar geveegd hoor je niks meer dat herinnert aan de originele bronnen. Precies dat is typisch Jeck. Doe het hem maar na.