In Dutch Doubles 2018 van Het Nationale Ballet werken choreografen voor de tweede keer samen met andere kunstenaars. De chemische reactie tussen Wende Snijders en Annabelle Lopez Ochoa blaast de formule bijna op.
BAM! Het publiek veert overeind. BAM! ‘Het moest 11 jaar duren voor ik hier weer wat mocht maken?’, lijkt choreograaf Annabelle Lopez Ochoa te zeggen. De Belgisch/Colombiaanse timmert als choreograaf eigenhandig aan de weg met een indrukwekkende, internationale carrière. Het werd tijd dat ze een groot werk in Nederland kwam maken.
En weer BAM! Met enorme knallen luidt de band van Wende Snijders Last Resistance in. Er is dan ook de nodige weerstand bij de oudere generatie (‘de muziek is te hard’, ‘het is te show-achtig’) maar Last Resistance weet het grote publiek voor zich te winnen in het programma Dutch Doubles 2018.
Scapino kan jaloers zijn
De opdracht van Dutch Doubles is samen te werken met kunstenaars uit andere disciplines. Lopez Ochoa koos Wende Snijders. Omdat de singer-songwriter volgens de choreograaf veel charisma heeft, was, zo vond ze, een grote groep dansers nodig. Last Resistance is daarmee een Maurice Béjart-achtig mega-spektakel geworden dat met balletconventies de vloer aanveegt. Het Scapino Ballet Rotterdam, waar Lopez Ochoa danste, kan er jaloers op zijn.
De wereld veranderen, dat willen Wende en Annabelle. Daarom begint en eindigt de groep van zo’n dertig dansers op een rij, vooraan het podium. Met hele simpele bewegingen zetten ze de denderende muziek kracht bij. In groepswerk zie je vaak jonge choreografen braafjes formaties van dansers door elkaar schuiven, op een min of meer bestaand idioom van bewegingen. Maar Lopez Ochoa doet een reset: er is geen dogma, ze brengt gewoon dans als antwoord op de zes strijdbare songs van Snijders. Soms moeten er dansers zonder reden even wat kunstjes komen doen, maar dat dankbaar gebaar naar het topgezelschap neem je voor lief.
Wende zelf bouwt intussen een feestje op het podium waarbij ze de klassiek geconditioneerde dansers uitdaagt los te komen. Het is razendknap dat de twee outsiders, Snijders en Lopez Ochoa het ensemble zo mee weten te krijgen in dit dansverhaal van kracht en compassie. De wereld veranderen is ze gelukt, althans, voorlopig op het toneel van Nationale Opera & Ballet.
Impernanence
Was dit het enige succes van Dutch Doubles? Nee, er is een hemelbestormende harpist, Remy van Kesteren, die carte blanche kreeg een heel muziekstuk voor orkest en extra ensemble te componeren. Halverwege Impernanence komen alle diverse experimentele impulsen en muzikale invloeden bij elkaar in lyrische adagio dans. Dan krijgt alles meer kleur en betekenis. Choreograaf Ernst Meisner laat dansers als Igone de Jongh, Martin ten Kortenaar, Maia Makhateli en de jonge Salome Leverashvili vakkundig stralen.
Two and Only en Déjà vu
De pas de deux Two and Only van Wubkje Kuindersma op muziek van Michael Benjamin is beeldend en origineel. Het is echter aan het programma toegevoegd als vervanging voor nieuw werk van Hans van Manen. En Hans van Manen, wat moet Nederland zonder hem? Déjà vu (de titel kan niet verwijzen naar reeds bekende Hans van Manen-bewegingen, want de pas de deux is al ruim twintig jaar oud) is gezet op het welbekende Fratres van Arvo Pärt. Ook bij dit duet van Van Manen is alles in balans en dat is waar ballet in essentie over gaat. Dat, en een eigen danstaal ontwikkelen en die blijven heruitvinden.