‘Als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg naar Mohammed’, dachten ze bij Operadagen Rotterdam. Eerder dit jaar al gaf de in Enschede gevestigde Nederlandse Reisopera een perspresentatie in Carré. Dit keer togen de Rotterdammers naar de hoofdstad. Artistiek directeur Guy Coolen en dramaturg Tobias Kokkelmans vertelden een select clubje journalisten wat het publiek van 18-27 mei te wachten staat.
Ondanks het zeer beperkte budget – iets meer dan een miljoen – zijn zij erin geslaagd een gevarieerd festival te programmeren. Dit jaar is het thema ‘Heldenmoed’, dat overigens ruim wordt geïnterpreteerd. Coolen: ‘Om subsidie te krijgen moet je nou een keer werken met vierjarenplannen. We hebben voor de lopende periode de heldentocht gekozen, om houvast te geven aan onszelf en het publiek. Het is niet bedoeld als rigide invuloefening.’
Heldentocht in vier stadia
Kokkelmans: ‘De klassieke heldentocht verloopt in alle culturen volgens vier stadia. Hij/zij vertrekt – het thema van vorig jaar –, stuit op drempels, ondergaat een metamorfose en keert terug. Komend festival zoomen we in op de moed die nodig is om obstakels onderweg het hoofd te bieden. Het thema is ook een knooppunt tussen traditie – lees repertoire – en actualiteit. Zo zetten we naast De Grens van Ekaterina Levental de voorstelling Iyov, een opera-requiem over het Bijbelboek Job.’
Traditiegetrouw speelt de stad Rotterdam een grote rol in de programmering. Naast de reguliere theaters staan bijzondere locaties, vaak met specifiek hiervoor gemaakte voorstellingen. Zo klinkt tijdens het openingsconcert Earth Diver koormuziek van Heinrich Schütz in het Nieuwe Luxor Theater. Maar dan wel als ‘totaalervaring’ in een regie van Wouter van Looy. De zangers zingen staand rond het publiek de troostrijke muziek van Schütz, terwijl videobeelden wanhopig gravende mijnwerkers tonen.
Rotterdam onder water
Tegelijkertijd staat in de TP Loods Merwehaven de familievoorstelling Beast. Kokkelmans: ‘Dit is een echt stadsproject waaraan alle Rotterdammers mee kunnen werken. Het is onderdeel van een groter project, The Ring of Resilience, een beetje met een knipoog naar Wagner. Wat doe je als de stad in 2020 onder water staat? Waan je je net als Wotan veilig terwijl de wereld vergaat, of sta je aan de andere kant? Zoals het meisje dat na de catastrofe moet overleven zonder alle verworvenheden van de moderne tijd.’
Ontmoetingsplek
Kokkelmans en Coolen benadrukken dat Operadagen Rotterdam een ontmoetingsplek wil zijn voor publiek en makers. Ietwat mistroostig constateren zij dat hun festival een van de weinige plaatsen is waar nog geëxperimenteerd kan worden. ‘Het mag bij ons ook eens fout gaan’, zegt Coolen. ‘Er is ongelooflijk veel talent, maar de traditionele schouwburgen spelen op safe. Wij worden daardoor overstelpt met voorstellen, die we maar ten dele kunnen honoreren.’
Sprong in het duister
Een sprong in het duister is bijvoorbeeld de voorstelling Mzungu van de Nederlands-Tanzaniaanse zangeres Nienke Nasserian Nillesen. Zij is de dochter van een stamhoofd van de Masai. Bij een bezoek aan haar vaderland bleek ze 34 broers en zussen te hebben. Ze nam een van haar broers mee naar Nederland en beziet ons land opnieuw, door zijn ogen. Zo gaat Mzungu over het leven tussen twee werelden, met verschillende gebruiken en loyaliteiten.
Hooglied als aanklacht
Spannend wordt ook Canticum Canticorum. Collegium Vocale Gent en Champ d’Action brengen het Hooglied als protest tegen maatschappelijke beknotting en opgetrokken muren. Kokkelmans: ‘Het Hooglied is het meest vertaalde, maar minst begrepen Bijbelboek. Het gaat over de terugkeer van de Joden naar Het Beloofde Land, waar een purificatie plaatsvond van uitheemse elementen. De tekst is weliswaar erotisch, maar de vrouw die spreekt is eigenlijk een uitgestotene. “Nigra sum, ik ben zwart”, zegt zij, “deal er maar mee dat ik hier ben.” De voorstelling is enerzijds feministisch, maar kaart tegelijkertijd het vraagstuk van diversiteit aan.’
Operadagen Rotterdam wil ook een festival zijn dat mensen verleidt hun eigen muzikale grenzen te verleggen. Bijvoorbeeld in het minifestival Operaland met Pinksteren in de Schiedamse Noletloodsen. ‘Hier werd vroeger de beroemdste jenever ter wereld gestookt’, zegt Kokkelmans. Mozarts Così fan tutte staat er naast muziek van Claude Vivier. ‘Mensen zijn ons vaak dankbaar voor dergelijke combinaties’, zegt Coolen. ‘Ze willen graag verrast worden. Soms klagen ze zelfs als we een traditionele opera uitvoeren, omdat ze die al kennen.’
Billy the Kid en Calamity Jane
Er zijn drie wereldpremières. Rob Zuidam zet voor Mary Stuart enkele sonnetten van Joseph Brodsky over de Schotse vorstin op muziek. Gavin Bryars componeert Billy naar Billy the Kid, voor de Franse zanger Bertrand Belin en de Amerikaans-Nederlandse Claron McFadden. Zijn stuk wordt uitgevoerd als double bill met Calamity Jane van Ben Johston. Annelies van Parys schrijft nieuw werk voor Songs of Love and War op teksten van Gaea Schoeters, voor Neue Vocalsolisten Stuttgart. Het Geluid Maastricht tekent voor de enscenering, waarin ook liefdeslyriek van Monteverdi en Vivier tot klinken komt.
Talentenjacht
Het vorig jaar voor het eerst georganiseerde Gala!, waarin jonge makers kunnen strijden om een prijs wordt wegens succes hernomen. In 2017 wonnen onder andere het Ragazze Kwartet en Nora Fischer. ‘Dat werd tot in New York opgemerkt’, zegt Coolen trots. ‘Zij keren dit jaar bij ons terug.’
Operadagen Rotterdam wil een springplank zijn voor jong talent en voor mensen met lef. Coolen: ‘We doen ontzettend veel dingen met (te) weinig geld. Daarom noemen we onszelf wel schertsend het “Bluf-festival”. Vaak weten we pas op het allerlaatste moment of iets door kan gaan.’ Hij besluit met een citaat van de Amerikaans-Britse dichter T.S. Eliot. ‘Alleen wie riskeert te ver te gaan, weet hoe ver hij kan gaan.’
Operadagen Rotterdam, 18-27 mei 2018, info en kaarten hier.