Het was een kille donderdagavond voor kerst 2023 en in de trouwzaal van het oude Utrechtse stadhuis hing een grimmige sfeer. Waar overdag talloze Utrechters elkaar het ja-woord geven, stonden nu twee partners tegenover elkaar. Ze keken elkaar niet meer aan, hadden elk hun eigen achterban verzameld. Er klonken boze woorden van de een, verbouwereerde woorden van de ander. Leden van de Utrechtse gemeenteraad zaten erbij, en wisten even niet wat te zeggen.
De ruziënde partners bewonen een triple A-locatie: Domplein 4-5 in het hart van de Utrechtse binnenstad. Een waarborg voor geluk, zou je zeggen, maar de werkelijkheid is bitter. Na een jarenlange lijdensweg van het Utrechts Centrum voor de Kunsten zijn de oude echtelieden, de muziekschool (DUMS) en de theaterschool (UTS), verwikkeld in een keiharde strijd om de macht. Die strijd kostte al het geluk aan huisgenoten DansCentrum Utrecht (DCU) en Dom Under, de stichting die toegang biedt tot de Romeinse resten onder het Domplein. Ze hebben inmiddels beide het pand verlaten.
Romeinse muur
Inzet is formeel het beheer van het gebouw waarin de oudste Romeinse muur in Nederland te vinden is. maar achter de schermen spelen andere belangen. Er is ook een richtingenstrijd: muziekschoolmensen kunnen slecht door een deur met theatermensen. De strenge discipline van de muziekschool laat zich slecht rijmen met de speelse anarchie van theatermakers.
Trouwe lezers van deze site weten dat het oude UCK een zeer langdurige doodstrijd heeft doorgemaakt. Nadat de gemeenteraad in navolging van Rutte 1 besloot dat de kunsteducatie aan de markt moest worden overgelaten, moest het Utrechts Centrum voor de Kunsten op zoek naar eigen inkomsten. Dat lukte uiteindelijk niet, en dus werd het ambitieuze centrum, dat onder meer aan de wieg stond van het succesvolle gezelschap DOX, in 2018 failliet verklaard.
Om het pand in het centrum voor cultuureducatie te behouden, was het aan de verweesde partners, die inmiddels wel op eigen benen konden staan, om samen de boel te beheren. Dat is nu vastgelopen. In de strijd, die al jaren aan de gang is, heeft het Danscentrum een eigen plek elders gevonden. DomUnder is gevlucht naar de buren van de VVV, en weigert nog mee te betalen aan het beheer.
Onverzettelijke staf
De overgebleven echtelieden, Muziekschool en Theaterschool, stonden die decemberavond tegenover elkaar in de trouwzaal en kwamen niet tot elkaar. Bemiddelende woorden van de Theaterschool, die akkoord is met een door de gemeente geboden uitweg, vielen dood neer aan de voeten van een monumentaal onverzettelijke staf van de Muziekschool.
De gemeente wil het beheer van het gebouw niet langer in handen leggen van DOMUS, een stichting waarin formeel vertegenwoordigers van alle partners zitting hebben. De onderlinge strijd maakt dat onmogelijk. Het is nu zelfs zo ver gekomen dat het bestuur van die beheerstichting niet meer te onderscheiden is van de muziekschool. In hun reactiestukken verwarren de auteurs ook zelf DOMUS steeds met DUMS, en dat zijn niet alleen typefouten.
Er moet dus een onafhankelijke beheerder komen, die de vechters uit elkaar kan houden, en er bijvoorbeeld voor kan zorgen dat er een BHV’er van de Muziekschool aanwezig is op de late uren van de theaterschool, dat beide instellingen ook van de foyers gebruik kunnen maken en dat de Marnixzaal, het pièce de résistance van het doolhofachtige gebouw, weer door iedereen gebruikt kan worden. Want dat wil de Muziekschool niet.
Ondoorzichtige organisatie
Als het alleen om die – inderdaad prachtige – zaal zou gaan, is er natuurlijk een mouw aan te passen. Maar er zit ook een probleem in het organisatiemodel van DUMS. Net als de Theaterschool is de Muziekschool een stichting die subsidie ontvangt van onder meer de gemeente. Onder of naast die stichting zijn de muziekdocenten echter verzameld in een coöperatie die hun bijdragen bijeenbrengt in de vorm van huur die de muziekleraren betalen voor hun leslokaal.
De coöperatie is dus geen eigenaar die huur vraagt, maar een huurder van de stichting die onderhuur heeft geregeld, waarbij de stichting ook nog aan verhuur doet van de zalen aan derde partijen, zoals Utrechtse muziekfestivals en Amsterdamse ensembles. Hoeveel geld daarmee verdiend wordt is onduidelijk, want jaarstukken zijn niet te vinden, maar kennelijk is er genoeg inkomen om voor hun gedeelte van het pand de zaak draaiende te houden.
Passieve gemeenteraad
Het beheer uit handen geven aan een onafhankelijk lichaam, wat voor alle leerlingen, leraren, studenten en gasten het beste zou zijn, wordt dus moeilijk als dat ten koste gaat van een in jaren gevormde traditie met een wat onduidelijke structuur waar opbrengsten onduidelijk zijn en verplichtingen met vele derden zijn aangegaan door DUMS.
Dat de Muziekschool zijn belangen desnoods tot het bittere eind zal blijven verdedigen, is een mogelijkheid die niemand durft uit te sluiten. Het ‘Na Ons De Zondvloed’ wat uit een gesprek bleek dat ik na afloop van de bijeenkomst met de Muziekschoolmensen had, klonk omineus, zeker omdat tezelfdertijd een klimaatmars om het Stadhuis bewoog. Hier komt het niet meer goed.
Feestgangers
Dat het zo uit de hand kon lopen heeft dus ook een beetje te maken met de passieve houding die de gemeente al die jaren heeft aangenomen. Hoewel zowel de muziekschool als de theaterschool kunnen bestaan dankzij subsidie van de stad Utrecht, beroept de muziekschool zich op het ondernemerschap van de coöperatie. Helaas is die niet rijk genoeg om het hele pand over te nemen.
Nu wil de Utrechtse Muziekschool het liefst zijn deel helemaal voor zichzelf. “De rest van het gebouw kan de gemeente aan andere feestgangers verhuren.”, stelt het gezamenlijke bestuur van DUMS en DOMUS in een ingezonden stuk. Het zegt iets over de onderlinge verhoudingen.
Begin februari doet de gemeenteraad uitspraak.