De jaarlijkse Zomerexpo in het Gemeentemuseum Den Haag staat open voor inzendingen van amateurs. Maar uiteindelijk blijkt maar liefst 70% van de inzenders een kunstacademie doorlopen te hebben, en is zelfs 80% van de geselecteerde inzendingen gemaakt door professionele kunstenaars. Met twee gasten bezoek ik de Zomerexpo. Museumbezoeker Rob van Berlo kiest zijn favorieten. Galeriehouder Nena Milinkovic vraag ik hetzelfde, maar dat gaat niet door. Al het werk op de expo is te koop en daarmee zit het museum naar haar mening in het vaarwater van de galeries. Het is niet haar enige kritische noot bij de opzet van de tentoonstelling. Het Gemeentemuseum reageert.
‘Woest’ is het thema van de vijfde Zomerexpo in het Gemeentemuseum Den Haag. Ook dit jaar selecteerde een jury de werken anoniem tijdens voorrondes, te zien op tv. Voor het eerst staan er ook beelden in de tuin van het museum.
De liefhebber: ‘Ook leuk. Een lekker wijf met een kalasjnikov.’
Rob van Berlo, personeelsadviseur bij een overheidsinstelling, bezoekt ongeveer eens per maand een museum. Hij was niet eerder op een zomerexpo van het Gemeentemuseum, al dacht hij er wel over. ‘Er was volgens mij iets op tv bij de Avro over de selectieprocedure. Dat heb ik toen gezien. Ik vond het grappig dat het ook voor amateurs was, en volgens mij zijn het veelal amateurs.’
‘Ik ben positief verrast door de tentoonstelling. Ik ben kritisch over amateurkunst, het moet voor mij echt goed zijn. Het is een heel grote hoeveelheid, en dat levert net genoeg op wat me aanspreekt. Bij veel denk ik: dit heb ik eerder gezien, of het doet me niks. Maar er zijn een paar dingen die me bijblijven. Ik moet toegeven dat ik de moeilijker toegankelijke werken weinig kans geef, door de veelheid en de beperkte tijd. Je kunt soms in de waardering van een bepaald werk ook groeien. Dat lukt hier niet.’
1. Aafke Steenhuis, De Vluchtelingen
Mijn stem voor de publieksprijs gaat naar De Vluchtelingen. Een hele groep vrouwen van gaasverband. Het doet me denken aan een ervaring tijdens een Museumnacht in het Humanity House. Je loopt daar een route in de schoenen van de vluchteling. Daarbij word je gedepersonaliseerd: je identiteit wordt je afgenomen, je wordt een nummer. Deze beeldjes nemen houdingen aan die vernedering weergeven, of verdriet of wanhoop. Maar ze zijn hol. De mens zelf is er niet, alleen zijn vorm. Het herinnert me ook aan de boten op de Middellandse Zee, je wilt niet lezen wat mensen daarover zeggen. Dat komt omdat de vluchtelingen voor ons ontdaan zijn van hun persoonlijkheid. Ik vind overigens dat het Humanity House dit werk moet aankopen! (Prijs: 9.500 euro)
2. Mariken Tönis, Wallace
Een poppenhuis. Alles vol, met wc-rollen over de vloer en Euromovers-dozen die overal staan. Ik heb een fascinatie voor vervuilde huishoudens, mensen die zoveel stapels kranten hebben liggen dat ze hun eigen huis niet meer in kunnen, hoe komt dat nou? En er is een tweede reden waarom ik het interessant vind. De kunstenaar neemt iets wat iedereen kent en geeft daar een draai aan. In een poppenhuis is normaal alles heel mooi. Met deze twist geeft het een maatschappelijk probleem weer. (Prijs: 4.000 euro)
3. Sierk van Meeuwen, Terrorist
Ook leuk. Een lekker wijf met een kalasjnikov. Het contrast van seks met oorlog en geweld doet het altijd goed in films, maar het verbeeldt ook iets anders. Als je bijvoorbeeld kijkt hoe IS mensen rekruteert, zie je dat ze het vooral heel aantrekkelijk maken. Het is bijna sexy om IS-terrorist te zijn. (Prijs: 11.500 euro)
4. Ad Wesseling, Zonder titel
Klein en helaas al verkocht. Vier figuren in een sneeuwstorm. Het lijkt een diorama, maar is gewoon geschilderd op hout. Het sprong er voor mij sterk uit door de manier waarop hij het diepte heeft gegeven. (Verkocht, 650 euro)
5. Kees Juffermans, Don Quichot
Don Quichotte is een iconisch beeld, heel herkenbaar, maar alles is door alledaagse metalen voorwerpen vervangen: een Singernaaimachine, een oude kraan… dat heeft ook weer die twist. En ik heb een zwak voor Singernaaimachines. (Prijs: 4.100 euro)
6. Janine Melai, Collier voor een plataan
De sculpturen buiten vond ik over het algemeen niet zo geweldig, maar het Collier voor een plataan zou ik zo in mijn tuin willen hebben. (Verkocht, 4.000 euro)
De galeriehoudster: ‘Dan moet de subsidiepot ook open voor galeries.’
Nena Milinkovic is eigenaar van Une galerie nommée Sue op het Noordeinde in Den Haag. Zij heeft al laten weten dat ze haar bedenkingen heeft bij de opzet van de expo, maar wil toch graag komen kijken. Maar als ik haar vraag naar favorieten die zij het waard zou vinden aan te kopen, dreigt mijn plan te mislukken. Milinkovic gaat geen favorieten aanwijzen. Wat nu? Ik besluit al wandelend over de tentoonstelling haar bezwaren in kaart te brengen.
1. Geïsoleerd beeld
Milinkovic: ‘Nee, ik ga geen favorieten aanwijzen. Natuurlijk zie ik interessante dingen. Maar de volgende stap is dan altijd: wat doet zo iemand nog meer? De werken hier geven een geïsoleerd beeld en ik wil naar het oeuvre kijken. Er is ook veel wat ik eerder heb gezien. Veel kunstenaars beginnen natuurlijk met imitatie en sommige dingen zijn modegrillen. Dat is helemaal niet erg, dat zit in onze psyche, maar de ontwikkeling daarna wordt pas interessant: wat gaat zo’n kunstenaar vervolgens doen?’
2. Pas de conseils
‘Ik heb kunstenaars over deze expo horen zeggen: leuk om een keer in het Gemeentemuseum te hangen, dat vink ik af van mijn lijstje en de volgende keer doe ik niet meer mee. Als kunstenaar wil je je uiteindelijk zo ontwikkelen dat je hier een eigen tentoonstelling krijgt. Die begeleiding biedt de Zomerexpo niet. Een galerie wel. Neem de prijsstelling. Er is een enorm prijsverschil. Het ene werk kost hier 50 euro, het andere 11.000. Als je in een galerie exposeert wordt daar echt serieus over gesproken. Het hangt bijvoorbeeld af van het stadium van je kunstenaarschap, we kijken met wie je samenwerkt, aan welk project je bezig bent, of wij contacten hebben die jou misschien verder kunnen helpen. Je investeert als galerie tijd in een kunstenaar.’
Ze staat stil bij I don’t want no wheelie case van Allard Boterenbrood. Drie aan stukken gehakte gekleurde rolkoffertjes, met reclamebordjes erbij én de bijl. ‘Deze kunstenaar zou bijvoorbeeld misschien baat hebben bij een eigen expo, met een opdracht, waarbij alles zou moeten kloppen. Dan kun je misschien een gespecialiseerde verzamelaarsmarkt voor zijn werk vinden. Het zou me verbazen als dit hier verkocht wordt; een particulier koopt dit niet snel.’
3. Un musée ne doit pas vendre
‘Verkooptentoonstellingen waren altijd pas fait voor musea. Met welk doel gebeurt dat hier wel? Als een gesubsidieerde instelling gaat verkopen, zit hij in het vaarwater van de galeries.’
Ik werp tegen: ‘En als je zegt: om subsidie te krijgen moeten musea meer ondernemingszin tonen?’
Milinkovic: ‘Onzin! Dan moet de subsidiepot ook open voor galeries. Hier krijgt het museum fondsen en subsidiëring voor, maar wat krijgt Den Haag of de Haagse kunstscene ervoor terug? Het is uiteindelijk een landelijke tentoonstelling.’
4. Prix et conditions de vente
Toch ziet Milinkovic ook wel positieve punten. ‘Wat ik leuk vind is, dat er veel videokunst is. Er is zo best een grote groep mensen die daar nu kennis van neemt, die er normaal niet mee in aanraking zou komen. Ik krijg die vraag wel: koopt iemand zoiets, is er markt voor video-installaties? Ja, een kleine markt van verzamelaars. Maar een video voor 50 euro?’ Ze kijkt naar Pussy Destructor van Bars Janboud, waarop een kat in een centrifugerende wasmachine kruipt. ‘Hangt de maker dan geen prijs aan het werk? Een kunstenaar besteedt zóveel tijd aan zo’n video. Het is steeds een beetje gissen hoe men tot de prijzen is gekomen. En ik kan deze video voor 50 euro kopen, maar wat koop ik dan? Er zijn vaak voorwaarden aan verkoop verbonden, om een videowerk te mogen exposeren bijvoorbeeld. Is er sprake van exclusiviteit? Waarschijnlijk is er voor alle kunstwerken een standaardcontract, waar dit helemaal niet in staat.’
5. Art amateur ?
‘Er wordt beweerd dat er veel amateurs zijn. Maar daar tijdens de opening begreep ik dat 80% van de kunstenaars van de academie komt. In eerdere jaren zou dat nog 60% geweest zijn. Het is een populistische manier van omgaan met kunst: tv programma ertegenaan gooien… en het is makkelijk voor de kijker, alsof je 50 galeries bij elkaar zet. Alles is heel leuk, maar ik ken kunstenaars die niet meedoen, die zeggen: dit gaat voorbij aan een groot deel van mijn bestaan.’
Le Gemeentemuseum répond
Het Gemeentemuseum laat in een reactie weten dat inderdaad 80% van de 254 gekozen kunstenaars de kunstacademie heeft gevolgd. In 2014 was dat 70%. Van alle 1800 inzenders heeft 70% de academie gevolgd, in 2014 60%. Het Gemeentemuseum verdient zelf niets aan de Zomerexpo. Wel gaat 30% van de opbrengst van de verkochte werken naar organisator Stichting Artworlds. Dit bedrag wordt gebruikt om de kosten te dekken van organisatie, voorrondes, speciale activiteiten rond ZomerExpo en prijzengeld van de diverse prijzen die worden toegekend.
- ZomerExpo 2015 Woest, Gemeentemuseum Den Haag, tot en met 20 september. De Zomerexpo wordt mede mogelijk gemaakt door de BankGiro Loterij. Andere sponsoren zijn VSBfonds, Fonds voor Cultuurparticipatie en Fonds 1818.