In het Stijljaar kijken de manifestaties vooral terug op de kunststroming die honderd jaar geleden begon. Toch zijn er ook hedendaagse initiatieven die vooruit kijken, zoals in Amersfoort.
In de Keistad wordt van steigermateriaal het Stijlpaviljoen gebouwd. Twintig hedendaagse, veelal jonge, beeldend kunstenaars geven aan de buitenkant van het paviljoen een eigen invulling. Ze laten zich hierbij inspireren door het gebouw en/of de uitgangspunten van De Stijl.
Mondriaan mokken
Kunstenaars Mayke Verhoeven en Robert Roelink namen samen met Henk Logman, interieurarchitect, kunstkenner en kunstliefhebber het initiatief voor dit project. Logman beschrijft hoe het project tot stand kwam: ‘De gemeente Amersfoort schreef een Open Call Beeldende Kunst uit voor het Stijljaar. Tijdens de informatiebijeenkomst werden Rietveldmeubilair en Mondriaanmokken getoond, redelijk suf dus. Andere geïnteresseerden waren vooral geïnteresseerd waar ze hun eigen werk konden tentoonstellen, ook niet erg vernieuwend. Toen ontstond het idee om iets out-of-the-box te gaan doen.’
‘Een project om op een experimentele wijze hedendaagse kunstenaars een podium te bieden. Dat wordt het Stijlpaviljoen. Het mag schuren, het mag over-the-top en het moet vooral heel bijzonder en onderscheidend worden.’
Ambitions
Logman formuleert zijn ambities: ‘We willen allereerst laten zien dat het met een flinke dosis inzet, samenwerking en doorzettingsvermogen mogelijk is om in een kort tijdsbestek iets bijzonders te realiseren in de beeldende kunst. Ten tweede willen we laten zien dat er een enorm potentieel is in Nederland aan jong talent dat iets bijzonders en onconventioneels neer kan zetten.’
‘Op drie: het Stijlpaviljoen is niet bedoeld als een retrospectief project, maar juist een in de huidige tijd bewegend geheel. We zoeken een antwoord op de vraag: wat is er over van De Stijl en hoe gaan hedendaagse kunstenaars daarmee om? Tenslotte: het is een kunstproject in de openbare ruimte. We vinden het belangrijk dat het Stijlpaviljoen voor iedereen te zien en toegankelijk is.
Boormachine
Bij het uitzoeken van de kunstenaars was een van onze criteria de aanwezigheid van ‘sculpturale kwaliteiten’. De kunstenaars moesten 3D kunnen denken en werken en niet terughoudend zijn in het gebruik van materialen en het hanteren van tools. Met andere woorden: ze moesten wel weten hoe je bijvoorbeeld met een boormachine om moest gaan.
Daarnaast is er gekeken naar visuele en beeldende kwaliteiten en is er gestreefd naar diversiteit in werk. Er is niet perse gekeken naar overeenkomsten met De Stijl: het kan juist heel verrassend en verfrissend zijn als iemand zich daartegen afzet.”
Ophef in Amersfoort?
In Amersfoort is de afgelopen periode het nodige te doen geweest over de positie van beeldend kunstenaars. We berichtten eerder over de ‘vlucht’ van kunstenaars uit de stad. Het Stijlpaviljoen staat hier volkomen los van, benadrukt initiatiefnemer Logman:
‘Het is geen poging om de positie van beeldend kunstenaars in Amersfoort te verbeteren of promoten. Het is wel het bewijs dat er genoeg potentieel bestaat aan jonge hedendaagse beeldende kunstenaars. Niet per se uit Amersfoort afkomstig. Die zitten er wel tussen, maar kwaliteit was ons argument om te selecteren, niet dat iemand inwoner is van Amersfoort. Die kwaliteit is nog eens extra gecheckt doordat we Kunsthal KAdE directeur Robbert Roos als curator hebben gevraagd.’
‘We gaan veel verbindingen aan: met de stad, met de overheid, met bedrijven, met bestaande kunstinstellingen en evenement organisatoren. Dat maakt het tot een uniek project en daarmee zetten we Amersfoort op de kaart als het gaat om bereidheid om wel iets voor beeldend kunstenaars te kunnen en willen organiseren.’
Remboursement
‘We hebben als organisatie vanaf het begin eraan gehecht en ernaar gehandeld om, in tegenstelling tot veel andere kunstinitiatieven, de kunstenaars bij de beloning bovenaan te zetten. Zonder kunstenaars geen kunst en dus ook geen Stijlpaviljoen. Voorbeeld: voor het indien van een schetsontwerp hebben de kunstenaars een vergoeding gekregen, ook toen het nog niet zeker was of het Stijlpaviljoen er echt zou komen. Daarnaast hebben we ze voor de uitvoering een minimum honorarium toegezegd, met de mogelijkheid tot meer verdiensten als ook de financiering van het plan groeit.’
Opvoedende rol
Een van de deelnemende beeldend kunstenaars is Maurice de Rooij (Zoetermeer, 1995). ‘De overtuiging waarmee in de afgelopen eeuw nieuwe denkbeelden werden vertaald in concrete gebouwen inspireert mij erg,’ zegt hij. ‘De Stijlbeweging is een sprekend voorbeeld van dit gegeven. In publicaties van De Stijl lees je dat terug. Hier wordt gesproken van de kunstenaar/architect als ‘opvoeder van de maatschappij door middel van de nieuwe beelding.’
‘Ik probeer als kunstenaar met dit gevoel van overtuigingskracht en maakbaarheid te spelen. Hoe presteert een gebouw dan bijvoorbeeld in zijn opvoedende rol? Tot wat heeft ‘het nieuwe’ geleid en wat zegt dat over hedendaagse architectuur.’
Maak je het werk voor het Stijlpaviljoen spontaan (on the spot) of is er van te voren een plan?
‘Er is van te voren een plan. Materialen die passen bij de architectuur waar ik aan wil refereren, selecteer ik in het proces voor de realisatie van het werk.’
In hoeverre wordt het werk dat je maakt bepaald door de ruimte, het project?
‘Voor mijn werk is het belangrijk dat het qua afmeting en architectonische elementen een relatie aangaat met het gebouw. De ideeën die aan de Stijlbeweging ten grondslag lagen, spelen hier ook een grote rol in. Daarnaast nodigt de grote publieke ruimte van het Trapezium (de locatie van het Stijlpaviljoen – red.) uit om in grote sculpturen te denken.’
Onzichtbare krachten
Ook kunstenares Corine Zomer (Utrecht, 1983) levert een bijdrage aan het Stijlpaviljoen. Zij benadrukt de vergeestelijking van de kunst bij De Stijl en vergelijkt die met haar eigen juist zeer organische werken.
‘Bij De Stijl staat niet de materie voorop, maar de idee. Met dat uitgangspunt worden alle natuurlijke elementen, materie, uit de kunst gezeefd. Ook mijn werk heeft als doel uitdrukking te geven aan het geestelijke. Ik gebruik daarvoor juist natuurlijke vormen. Een van de redenen daarvoor is dat krachten die onzichtbaar zijn, gestalte krijgen in de materie. Ik vind het belangrijk dat je kunt zien dat iets gemaakt of veroorzaakt is, en niet zomaar ontstaan. De menselijke interventie benadrukt de zoektocht naar het hogere. Figuratieve elementen in een abstract beeld kunnen je aan de hand nemen om van de materiele naar de immateriële wereld te geraken.’
Opwindend
Wat verwacht je van het Stijlpaviljoen?
‘Een zeer enerverende ontmoeting met De Stijl. Een ontmoeting die de sfeer heeft van wat ik net heb benoemd. Je kunt zien dat ik eenzelfde uitgangspunt heb als de kunstenaars toen en ga daar op mijn manier mee om. Ook is het een ontmoeting met andere kunstenaars die zich op hun manier tot de voorgangers van De Stijl verhouden.’
Wanneer is jouw bijdrage geslaagd?
‘Als mijn werk zo opwindend is als hoe ik het nu ervaar. En dan doel ik niet op een achtbaan-achtige sensatie, maar op één die je voelt bij een ontmoeting tussen twee sterk verschillende persoonlijkheden die zich tot elkaar moeten verhouden.’