Regisseur, actrice en theatervormgeefster Sarah Moeremans houdt een jaar lang kantoor in de hal van de Rotterdamse Schouwburg. Onder de titel “My First Camp” heeft zij haar intrek genomen in het voorhuis, om meer in contact te staan met de verschillende gebruikers en bezoekers in het gebouw en de wereld daar omheen. Is de publieke ruimte een wildernis geworden, die door theatermaker Moeremans als een padvindster opnieuw moet worden ontdekt? Het is gespeelde naïviteit met een serieuze ondertoon. Verwijzend naar het door Huizinga ontwikkelde begrip Homo Ludens en diens onderscheid tussen ongevaarlijke kwajongensstreken en het serieuze spel, is Moeremans wel degelijk op zoek naar hoe zij als kunstenaar een relevante rol kan spelen, ook maatschappelijk.
Eén van de activiteiten die Moeremans tijdens dit kampeerjaar onderneemt, is “My First Acting”. Tijdens de Internationale Keuze zijn toneelschoolstudenten alle voorstellingen gaan zien. Ze verdiepten zich daarbij vooral in de spelopvattingen. Hun dagen zijn tot de nok gevuld: ’s avonds voorstellingen, overdag workshops, gesprekken en het onderzoek, dat in een “semi-wetenschappelijk” filmverslag moet worden vastgelegd en aan het einde van het festival online gaat. Een Rollercoaster-zelfonderzoek voor piepjonge acteurs.
Waarom is “My First Acting” eigenlijk nodig? Komen studenten niet al zelf met van alles in aanraking op de opleidingen en in de Nederlandse theaters?
“Het Nederlandse theaterlandschap is geen zeer divers pallet van speelstijlen, terwijl in het festival radicaal verschillende werkwijzen naast elkaar worden getoond. Veel mensen kijken alleen hoogtepunten. Alles zien is uitputtend, maar het is heel goed om doordrongen te raken van de diversiteit. Het vak van acteur heeft zich niet erg ontwikkeld. Het doe-maar-gewoon-realisme viert hoogtij. Een festival van deze kwaliteit is een supergoede gelegenheid voor jonge acteurs om verschillende spelopvattingen aan den lijve te ondervinden. Ze worden met uitersten geconfronteerd en aan het denken gezet. Ik wil dat ze leren kiezen, dat ze niet gaan zitten wachten tot ze gekozen worden. Ik wil dat ze de rijkdom leren zien in plaats van zich als slachtoffer op te stellen.”
Een emancipatie-project?
“Het zijn rare tijden. Het oude cliché van ouders die hun kind waarschuwen in godsnaam een serieus beroep te kiezen en niet zoiets als ‘kunst’ te gaan doen, is terug. Alles wordt op één hoop gegooid. Het veld is onzeker. Dat dringt overal door, zeker bij de jongste generatie. De passie van acteurs als Fabian Hinrichs of Juan Loriente, hoe zij hun beroep serieus nemen, radicale keuzes maken en daar internationaal respect mee afdwingen, dat kan inspireren en een voorbeeld zijn. Als het zo vast zit, zoals nu in Nederland, dan is het belangrijk terug te gaan naar de basis, naar de eenvoud van stem en lichaam en verder niets. Op een naïeve manier belangrijke zaken opnieuw ontdekken. Dat geldt voor mij en My First Camp, en dat geldt voor de jonge acteur en hun My First Acting. Zoals het Festival ook zegt: we leven in parallelle werelden. Er is niet één waarheid, niet één wereld. Dat geldt ook voor speelstijlen. Het is belangrijk een idee te hebben van wat er allemaal mogelijk is voordat je kiest. En je geen keuze te laten opdringen. Zelf nadenken is wat anders dan er op los fantaseren. Actie Tomaat was zeker belangrijk, maar het ging vooral over vrijheid. Ik denk dat het nu meer over verantwoordelijkheid zal gaan.
Lukt het de studenten zich over te geven en hun kop erbij te houden met zoveel indrukken?
Sommigen krijgen er energie van en kunnen niet wachten tot de volgende voorstelling. Anderen klappen soms dicht. Het is heel makkelijk om te zeggen dat een acteur zichzelf moet blijven, eigen keuzes moet maken, maar wat betekent dat dan? Ze beginnen hun smaak te ontdekken, leren die te benoemen. Een student realiseerde zich dat hij al na een kwartier besliste of een voorstelling goed was of slecht. Dat sluit veel uit denk ik. Geef tijd, neem waar, wat zie je eigenlijk? Stel dat snelle oordelen uit. Je mening zal alleen meer onderbouwd zijn. Probeer je te verplaatsen in iets dat je vreemd is. Ik moest tijdens mijn opleiding aan de Herman Theirlinck ook Kniertje spelen of de stem van Sarah Bernard van een geluidsband nadoen. Dingen doen die niet evident zijn, leren je vaak het meeste. Daarom vraag ik de studenten ook om scènes van uit de voorstellingen na te spelen. Het gaat niet om eigen interpretatie, maar om je te verdiepen in iets wat je nog niet kent, misschien helemaal niet aantrekkelijk vind. Als acteur zit je in dit project niet om bevestigd te worden, dat gaat echt niet lukken. Maar ze komen er gesterkt uit, door alle ervaringen en de risico’s die ze moeten nemen.”
Moeremans lacht.
“Ik hou van het devies van Schlingensief. ‘Willen, kunnen, doen. En kunnen kun je weglaten.’ Dat komt ook terug in de opdracht om een documentaire te maken. De studenten zijn natuurlijk van de generatie die zichzelf en anderen voortdurend filmt en volgt. Maar monteren en een samenhangend verslag maken, dat is wat anders, daar worden ze ook niet voor opgeleid. Het is onder deze tijdsdruk een kwestie van willen en doen. Er is geen ruimte voor excuses zoeken buiten jezelf. Ik denk dat ze dat goed kunnen gebruiken, wij allemaal wel, in deze tijd.”
Reacties zijn gesloten.