De gebrandschilderde ramen van de Sint-Janskerk in Gouda, kortweg de Goudse Glazen, zijn befaamd in het buitenland. In eigen land is de kleurenpracht en de artistieke waarde van de soms twintig meter hoge ramen minder bekend. Nog minder bekend zijn de papieren schetsen voor deze ramen, die onlangs zijn gerestaureerd. De expositie ‘Schetsen van schoonheid’, geopend door koningin Beatrix, sluit het restauratieproject af én werpt nieuw licht op deze kunstschatten.
MuseumgoudA was afgelopen voorjaar nog negatief in het nieuws vanwege de verkoop van het schilderij ‘’The Schoolboys’’ van Marlene Dumas aan het buitenland, zodat het museum weer geld had voor het voortbestaan. Het museum riskeert daardoor maandag geroyeerd te worden als lid van de Nederlandse Museumvereniging. Maar daar wordt niet over gerept tijdens de opening in Gouda. Het is feest. Hare majesteit de koningin komt persoonlijk naar het verguisde museum en alle ellende lijkt even vergeten.
Dirck Crabeth
Gouda richt de spotlights nu op het kunstenaarschap van meesterglasschilder Dirck Crabeth (ongeveer 1510-1572) en diens jongere broer Wouter. Zij ontwierpen én maakten de Goudse Glazen voor een groot deel zelf. Hun papieren ontwerptekeningen voor de zestiende-eeuwse gebrandschilderde ramen, die ruim vierhonderd jaar bewaard zijn gebleven en nauwelijks zichtbaar waren voor het publiek, worden nu voor het eerst in volle glorie getoond. Het zijn meterslange, imposante rollen papier met krijtschetsen. Restauratoren hebben de afgelopen zeven jaar 1160 vierkante meter papier onder handen genomen, met een totale lengte van 1,8 kilometer. In een spiksplinternieuwe kluis in de kerk worden de 41 zogenaamde cartons in stalen buizen bewaard. Voordat ze daar allemaal opgerold in verdwijnen, zijn elf van de mooiste ontwerptekeningen van Dirck Crabeth te zien in de expositie in het naast de Sint-Janskerk gelegen museumgoudA.
Als je de gotische kerk in het centrum van Gouda bezoekt, kun je niet om de ramen heen. Eén feest van licht en kleur. Een aaneenschakeling van Bijbelse stripverhalen van soms 22 meter hoog. Hier vertellen ramen verhalen over Johannes de Doper, de marteling van Sint Vincentius, de onthoofding van Holofernus door Judith, Jezus bij het laatste avondmaal, de inwijding van de Tempel en de voetwassing van de discipelen door Jezus. Het is een wonder dat de 72 glazen de beeldenstorm van 1566, oorlogen en vandalisme hebben getrotseerd. En een geluk dat alle ramen in de Tweede Wereldoorlog eruit zijn gehaald en ondergebracht bij boeren, burgers en in bunkers.
Kerkbrand
Met het maken van de ramen werd begonnen na de kerkbrand in 1552. De kerk werd herbouwd en er moesten nieuwe ramen in komen. Het eerste, over de prediking van Johannes de Doper, naar wie de kerk is vernoemd, had Dirck Crabeth in 1555 klaar. Uiteindelijk nam hij dertien ramen voor zijn rekening. Hij begon altijd met een klein ontwerp, een zogenaamde vidimus, wat Latijns is voor ”wij hebben gezien”. Deze tekeningen werden ter goedkeuring aan de opdrachtgever voorgelegd. Deze tekeningen zijn ook in Gouda te zien. Ze zijn zo kwetsbaar, dat ze achter dikke doeken hangen. Daarna maakte Crabeth schetsen op papier, op ware grootte en kon hij beginnen met het brandschilderen van het glas.
In Vlaanderen werden dit soort mega-opdrachten in grote ateliers gemaakt, waaraan allerlei specialisten aan verschillende onderdelen werkten. Dirck Crabeth had het hele artistieke proces in zijn eigen hand. Voor zover bekend deed hij alles zelf, wat voor die tijd uitzonderlijk was. Omdat de productie echter zeer hoog lag, moet hij wel zijn geholpen door mensen van buitenaf, ook al is daar niets over bekend. Wel werkte hij nauw samen met zijn broer Wouter, die ook enkele ramen voor de kerk maakte.
Dirck Crabeth maakte voor alle ramen Bijbelse voorstellingen. En daarin gaf hij ook een plek aan personen die betaalden voor de ramen, zoals bijvoorbeeld de Spaanse koning Philip II en zijn vrouw Mary Tudor. Zij kregen een rol in de voorstelling van het laatste avondmaal.
Het maken van de ramen was een enorm werk en werd voorafgegaan door het maken van de grote schetsen. Conservator Ewoud Mijnlieff van museumgoudA roemt deze tekeningen: ,,Je kunt zien dat Crabeth vooral bij de tekeningen van figuren bovenin helemaal in zijn element was. Die zijn heel los en zwierig getekend, veel vrijer dan de Bijbelse voorstelling op de voorgrond. Bovenin kon hij echt ‘denken op papier’, of denken met krijt. Daarin zie je ook de essentie van de tekenkunst: het was het laboratorium voor de kunst.”In museumgoudA zijn deze cartons nu van dichtbij te zien. Ze zijn opgesteld alsof ze in de koorgang van de kerk hangen.
Monnikenwerk
Een grootschalig restauratieproject ging aan deze expositie vooraf. De meterslange papieren rollen hadden te kampen met inktvraat, vlekken en ze begonnen te scheuren. Bovendien hadden eerdere restauraties schade en onregelmatigheden aan het papier toegebracht. Kleine stukjes papier of zelfs stof, waarmee voorgaande restauratoren gaatjes in het papier hadden gedicht, moesten stuk voor stuk worden verwijderd. Vervolgens moesten de gaten weer worden opgevuld met nieuw, handgeschept papier, dat dezelfde structuur had als het zestiende-eeuwse papier dat Crabeth had gebruikt. In 2003 begon Maatschap XL Papier de restauratie. Monnikenwerk was het, dat zeven jaar duurde.
En nu is het unieke megaproject afgerond. De meterslange cartons van Dirck én Wouter hangen daar en krijgen opeens een andere status. Aanvankelijk werden ze gezien én gebruikt als voorstudies en ontwerpen, nu laat de burgemeester van Gouda zich ontvallen dat hij de schetsen eigenlijk mooier vindt dan de ramen. En deden kunsthistorici de ramen af als kleurenplaten waarin bobo’s en rijkaards zich konden laten vereeuwigen, nu worden ze ook hogelijk gewaardeerd. Professor doctor Henk van Os legt bij de opening uit hoe Gouda af komt van die eeuwenoude vooroordelen: ,,Gewoon door je te verdiepen in hoe ze zijn vervaardigd en het werk van de restaurateurs te volgen. Dan ontdek je het ambacht van Crabeth en de licht- en kleurwerking.’’ En net als de Middeleeuwse kerkramen die wél altijd zijn bejubeld door kunsthistorici, worden de zestiende-eeuwse glazen nu geroemd om hun ‘’veelkleurige verrukking’’.
Na Pasen verdwijnen alle cartons weer in de kluis. Maar ze zijn allemaal gefotografeerd en uitputtelijk beschreven in het boek ‘De cartons van de Sint-Janskerk in Gouda’, dat koning Beatrix gisteren kreeg overhandigd.
De ramen in de kerk zijn samen met de ontwerptekeningen te zien van 23 november tot en met 9 april 2012 in de Sint-Janskerk en in museumgoudA. Gesloten op 25 december en 1 januari. Openingstijden museum: di tm zo 11-17 uur. Openingstijden kerk: ma tm za 10-17 uur. Publicatie: ”De cartons van de Sint-Janskerk in Gouda”. Prijs 39,95. Zie ook www.schetsenvanschoonheid.nl, www.goudseglazen.nl, www.museumgouda.nl, www.cartons.nl of www.sintjan.com