Op verzoek van het Amsterdamse debatcentrum De Balie schreef Parool- en Groene Amsterdammer-columnist Theodor Holman een toneelstuk over een gesprek tussen Anders Breivik en Geert Wilders. In een interview met Joost Niemöller van het opinieblog ‘De Dagelijkse Standaard’ legt de presentator en schrijver uit dat hij bewondering heeft voor Breiviks analyse van de situatie in Europa, die volgens hem ook volledig overeenkomt met de ideeën van Wilders.
Volgens Holman ging de man die in Noorwegen een massamoord plande en uitvoerde alleen verder op een consequent pad waar Wilders koos voor het compromis van de politiek.
De columnist en dramaturg bepaalt in dit interview zijn politieke positie als volgt:
“Ik vind Wilders ook nog te links. Dat meen ik echt. Met name zijn sociaal-economische programma. Fleur Agema en Martin Bosma en Wilders zijn idealisten. Die willen iets. Ik sta dichter bij Breivik. Hoewel Breivik uiteindelijk ook kapot gegaan is door zijn eigen idealisme. Ik zou nooit de wapens ter hand nemen omdat ik namelijk geen idealist ben. Ik ben meer Nietschze. Bij wijze van spreken. Ik hoop dat je dit met de juiste relativering zal brengen. Haha! Snap je wat ik bedoel? Ik wil stukjes schrijven, langs de kant staan en mensen uitfluiten.”
Even verderop verklaart hij:
“Het is niet zo dat ik het in alles met Wilders eens ben. Dat meldpunt bijvoorbeeld. Maar dat vind ik een zo’n onbelangrijk iets, daar kan ik me niet eens druk om maken. Ja, ik vind niet dat je andere mensen moet aangeven. Schop ze verrot. Pak een pistool en schiet ze neer. Maar we gaan ze niet aangeven. Dat heeft iets miezerigs. Maar ja, dat is nu net niet de kritiek die je over dat meldpunt hoort. Wat je hoort is: ‘Afgrijselijk! Wat die man doet!’ en dan weer al dat geroep over racisme.”
Een ding dat hem nogal dwarszit:
“Je moet voortdurend bewijzen dat je ‘deugt.’ Als ik dan Frènk van der Linden met Felix Rottenberg in DWDD over Rutger van GeenStijl hoor zeggen dat er een fatsoenkloof is in de journalistiek, dan denk ik: Hallo zeg, dit is mijn vader die scheldt over de VPRO: ‘Wat onfatsoenlijk!’ Omdat hij twee tieten zag bij Hoepla. Ik heb altijd een enorm bezwaar gehad tegen dat woord ‘fatsoen’. En nu hoor ik het daar. Ik hoor het constant daar. Ik denk dat de werkelijke avant-garde zich elders bevindt. Die zit niet in de kunstwereld die het voor het zeggen heeft. Die zit niet in de journalistiek. De avant-garde zit op het internet, bij blogs.”
Nu vragen wij u dus af: heeft Holman een punt en plaatst hij zich in één lijn met de schrijver Alessandro Barrico, die verplatting als potentieel heilzaam onderkent, roept hij op tot geweld, of is het gewoon weer iets nieuws waar we aan zullen moeten wennen, een kunstenaar die onvriendelijke dingen over mensen zegt, en sympathie toont voor moordenaars? Hoe nieuw is dit, kortom? En waar ligt de grens van de vrijheid van meningsuiting? Want daar zal het debat de komende tijd vast weer over gaan.
Het stuk is vanaf 22 maart te zien in De Balie Inlichtingen