Het is al even hardnekkig als het bericht dat in Duitsland alles beter is. Geplaagde liefhebbers van cultuur die het opbreken van de status quo door het haatbeleid van Rutte I nog steeds (en terecht) verafschuwen, roepen dat vaak. We schreven al eerder dat het Duitse wonder op zijn minst tegenvalt, en moeten nu hier melden dat de boom van de creatieve sector in IJsland niet vanzelfsprekend de redding is van de IJslandse economie.
Bron van het succesverhaal is een nogal WC-eend-achtige situatie. De minister van Cultuur van IJsland, Katrin Jakobsdóttir, brengt het nieuws zelf de wereld in. De progressieve Spaanse krant El Pais tekent het maar al te graag op. Spanje wordt zelf immers gekweld door een enorme bezuinigingslast, en elk nieuws dat investeren in de minst voor de hand liggende sector de redding van de economie kan zijn, gaat er daar in als koek.
In koor met de IJslandse minister van cultuur klinken de cijfers overtuigend: ‘De bijdrage van cultuur aan de economie (ongeveer 1 miljard euro per jaar) is nu twee keer zo groot als die van de landbouw en wordt alleen overtroffen door de legendarische export van kabeljauw (en andere vis) naar de rest van Europa, nog altijd de belangrijkste economische activiteit van het land.’
Verhoudingen die we een beetje kennen uit de Nederlandse discussie over de opbrengst van de creatieve sector (hier een veelvoud daarvan), maar de vergelijking met de landbouw is een beetje een lastige voor wie wel eens naar de IJslandse natuur gekeken heeft. De landbouwsector is nauwelijks in staat de eigen bevolking te voeden in een land dat van september tot mei onder het ijs ligt. Kabeljauw is inderdaad de kurk van de economie, al is die vis bijna uitgestorven.
Het Volk Mort
Grootste vraag is eigenlijk waarom de bevolking dit enorme succesverhaal niet beloont met een klinkende voorsprong in de peilingen voor de verkiezingen. El Pais citeert een regeringsvertegenwoordiger die stelt dat deze conservatieve voorsprong afkomstig is van mensen die hun Range Rover terug willen, nadat ze die in 2008, toen de IJslandse bankencrisis de wereld in een recessie stortte, hadden moeten inleveren.
Maar zo simpel kan het toch niet zijn. Kijken we verder, zien we dat er een andere kant aan het verhaal zit. De Franse nieuwswebsite Mediapart analyseerde in 2011 het IJslandse wonder iets anders. Inderdaad is het land in een paar jaar tijd uit de crisis gekomen, maar de kosten waren hoog. In het artikel uit 2011, zijn de cijfers vanzelfsprekend anders dan in 2013, maar de trend is helder: ‘Er mogen dan contouren van herstel zichtbaar zijn, aangedreven door de export van deze zeer open economie, maar de huishoudens zijn nog niet op adem gekomen. De consumptie blijft hangen op 20 procent van het oude niveau. De werkloosheid is weer iets gedaald tot ongeveer 7 procent, na te zijn opgelopen tot 9,7 procent.’
En de bevolking heeft nog steeds schulden. Mediapart beschrijft het probleem aan de hand van een ‘gemiddelde’ inwoonster, Sigridur Gudmunsdottir: ‘Vroeger had ze een ‘2007-baan’, aangenaam en goed betaald werk tijdens de euforische jaren ‘00. “Sommige mensen zeggen dat we te veel hebben gefeest, te veel hebben geconsumeerd en te veel hebben geleend. Maar dat is niet waar: slechts een miniem deel van de IJslanders heeft echt van de situatie geprofiteerd”, betoogt ze verontwaardigd.
Sommige mensen zeggen dat we te veel hebben gefeest, te veel hebben geconsumeerd en te veel hebben geleend. Maar dat is niet waar
Sigridur werd ontslagen toen de recessie haar dieptepunt had bereikt. Vervolgens ging ze op vijftigjarige leeftijd weer aan de universiteit studeren. “Zo kan ik een studietoelage krijgen en die is hoger dan de werkloosheidsuitkeringen”, zegt ze. In 2006 leende ze 11 miljoen kroon (68.000 euro) om een huis te kopen. Deze lening was deels aan de inflatie geïndexeerd en steeg na de crisis explosief tot 14 miljoen kroon (86.000 euro). Naarmate de tijd vorderde, voelde ze zich steeds meer als een kat in het nauw: enerzijds nam de omvang van haar lening toe en anderzijds zakte de reële waarde van haar woning in. Sigridur weet nog niet zo goed hoe ze haar schulden moet afbetalen, maar ze klaagt niet.’
Maar deze mevrouw zal ook niet heel blij zijn dat er miljoenen in de creatieve sector worden gestoken. Mediapart concludeert dat er een enorme kloof gaapt: ’tussen een politieke klasse die ervan overtuigd is dat de crisis tot het verleden behoort, en gewone burgers die de gevolgen van het bijna-faillissement van het eiland ondervinden en proberen weer op te krabbelen.’
Wellicht heeft de brood-en-spelen-tactiek van de minister van cultuur een beetje geholpen, maar is dat succes niet voor iedereen voelbaar, en onderkent niet iedereen de waarde ervan.
Dat communicatieprobleem tussen cultuurbeleidsmakers en bevolking komen we op meer plaatsen tegen.