Jet Bussemaker, sinds vorig najaar minister van cultuur, begint langzaam maar zeker de schade te herstellen die het vorige kabinet, gesteund door de Nederlandse cultuurhaterspartij PVV, heeft aangericht.
5 miljoen terug voor de cultuurkaart, 2 miljoen voor de musea, binnenkort nog iets voor de internationale promotie van jonge kunstenaars. Bij elkaar opgeteld nog lang niet de 200 miljoen en nog wat die het vorige kabinet zonder argumenten van de Nederlandse cultuur afpakte, maar het begin is er. Belangrijker is de inhoud die PvdA Cultuurminister Jet Bussemaker terug heeft gebracht in het debat. Een toespraak die zij gisteren hield bij de conferentie Cultuureducatie met Kwaliteit, maakte dat weer eens duidelijk.
De lijvige speech bevatte een opsomming van alles wat in de strijd tegen Halbe Zijlstra’s redeloze afbraakbeleid in de talloze pamfletten, opiniestukken, columns, schotschriften en litanieën werd uitgeschreeuwd over nut en noodzaak van kunst. Maar het werd uitgeschreeuwd door de verkeerde mensen. Het waren immers de slachtoffers die riepen hoe belangrijk zij waren, en hoe gelijk ze ook hadden, slachtoffers worden door niemand serieus genomen. Dat had Halbe Zijlstra door, en daardoor kon zijn houding bij zijn publieke optredens ook steeds openlijker neerbuigend worden: hij was de winnaar, inhoud deed er niet toe, slachtoffers waren subsidieverslaafde junks die even door een cold turkey heen moesten.
De enige die het belang van kunst en cultuureducatie in speeches kan onderstrepen, zonder een boel geeuwen en hoongelach als antwoord te krijgen, is dus iemand die daar ook over kan beslissen. Dat maakt de komst van Jet Bussemaker nu zo prettig voor de moegestreden cultuurmensen. Er is alleen een belangrijke voorwaarde voor een continuering van deze blij makende toestand: Bussemaker moet geen slachtoffer worden.
We juichen dus nog niet voordat de Rijksbegroting dit najaar wordt gepresenteerd.
Bussemakers speech vindt u hier