Fijf jaar. Je moet er even doorheen. Niet iedereen is altijd even gecharmeerd van de kleinemeisjesdictie van Roos Rebergen (Roosbeef). Maar wat een strot. En wat een presence. Dus is het meer dan ok dat Roos Rebergen op het verjaardagsfeestje van David Bowie’s carrière iets gewaagds deed: een vertaling brengen van Five Years, het openingsnummer van David Bowie’s klassieke album Ziggy Stardust. En het werkte. Verfrissend. Emotioneel. Indrukwekkend.
Dat de vertaling van Bindervoet & Henkes was, dat vond ze heel erg belangrijk om te zeggen, maar dat zal het merendeel van de aanwezige Bowiefans, hoe hoogopgeleid ook, aan de reet roesten. Al hebben Bindervoet & Henkes al eerder wonderen verricht met het werk van Shakespeare, met James Joyce en natuurlijk met Bob Dylan. Geen kleine jongens dus, en dat heb je ook nodig voor het werk van Bowie. Want dat lijkt vaak zo simpel, terwijl het dat niet is. Ook dat bleek op deze avond in Rockkerk Paradiso. Held Tom Barman (van Deus) tuimelde schor van zijn voetstuk in een poging het nummer Quicksand (van het album Hunky Dory) te zingen in de oorspronkelijke toonaard. En zijn gitaar was ook nog eens vals.
Vooral in het begin van de drie uur durende avond waren er verrassingen. Natuurlijk was het dapper van Nico Dijkshoorn om met een verhaal over zijn ex Corrie te komen, en daarna drie akkoorden Hillbilly-Heroes te doen, en het was heel grappig dat schrijver Thomas Verbogt ook een ex had die Corrie heette. Maar daar kwamen we natuurlijk niet voor. We kwamen eigenlijk ook niet voor Trio Bier, maar wat is die Jan Eilander toch een sympathieke gast, dus: vooruit.
Bowie, dat is voor iedereen wat anders. De mensen die er 50 jaar geleden al bij waren hebben een andere Bowie dan de mensen die wakker werden bij Let’s Dance. En wie pas bij Outside instapte zal in Paradiso helemaal vreemd hebben opgekeken. Alle nummers die werden gecoverd waren geschreven vóór 1980, in de tijd dat Bowie nog kon worden gezien als een singer-songwriter met wel heel bijzondere kwaliteiten. Met een gitaar, wat drank en overmoed kom je daar dan heel ver mee. Bij het kampvuur.
Na 1980 werd alles anders, en in de jaren ’90 en 2000 werd het helemaal ingewikkeld. Met alleen een gitaar kom je niet ver bij ‘I’m Afraid of Americans’, en niemand van de aanwezigen had kennelijk de tijd gevonden om het akkoordenschema van ’the Stars are out tonight’ uit het hoofd te leren. Terwijl het werk dat Bowie juist in 2013 en 2014 heeft uitgebracht, tot zijn beste ooit mag worden gerekend.
Was het daarom jammer dat een tribute-avond voor Bowie alleen ging over zijn vroege jeugd? Ja, maar alles werd goedgemaakt door de vrouwen. Behalve Roos Rebergen was er natuurlijk slotact Wende Snijders, en Sofie Winterson, en Cut Unerscore en Anneke van Giersbergen. De een verrassender dan de ander, maar met allemaal het grote voordeel dat zij doorgaans wel, en de mannen doorgaans niet het stembereik van Bowie wisten te benaderen. En dat is toch fijn.
Het meest feestelijke deel van de avond was dan wel weer gereserveerd voor de (oude) mannen. Die een massale versie brachten van Boys keep Swinging. Die dan wel weer totaal voorbijging aan de bedoeling van het origineel, maar who cares.
Misschien Bowie zelf. De god die in zijn eigen kerk afwezig was. Terwijl sommigen hadden gehoopt dat Hij stiekem vanuit zijn Amsterdamse hangout nog even langs zou wippen.
Volgende keer?