Barcelona, de oude middeleeuwse Barriò tegen middernacht, op het plein waar koning Ferdinand en koningin Isabella Columbus onthaalden na diens terugkeer van zijn reizen naar Amerika. In Nederland was het toen Koninginnedag 2010. Er dansten vier generaties mensen op de vrolijke noten van een klarinet, een fluitje, een viool en een simpele trommel. Tot in de kleine uurtjes ging een menigte van 5- à 600 mensen volledig uit hun dak, dansend op deze relatief eenvoudige folk.
Folk, was dat niet die belegen muziek van en voor alternatievelingen, dragers van geitenwollen sokken en baarden, gitaar losjes in de hand, trappistenbier binnen handbereik? Was dat al niet naar het museum der uitgerangeerde kunsten verhuisd?
Jawel, en wel in september 1982. Toen, na afloop van het laatste folk festival dat in Nederland plaatsvond, in de Rotterdamse Doelen, werd folk opgeslagen in het donkerste depot van dat museum. In de aansluitende periode verdwenen allerlei clubs en zaaltjes die folk op het programma hadden staan: het Kulleke in Leek, ’t Kontje van Hofwijck in Honselersdijk, de Matrix in Rotterdam, de Bolk in Delft – de één na de ander sloot de deuren. Naar het waarom van die plotselinge omslag blijft het gissen. Was het de punk explosie van 1978, die het zo optimistische wereldbeeld van de folkjaren (midden jaren ’50 tot begin jaren ’80) aan stukken scheurde, ten gunste van het pessimisme van de eeuwigdurende werkeloosheid? UB40 was al een omen, Joy Division gooide de deur naar meer optimisme volledig in het slot. Een merkwaardige contradictie, daar folk teruggaat tot midden 18e eeuw, waarbij vooral werd gezongen van armoede, gebrek aan werk, ziekte en narigheid – naast uiteraard de nodige porties liefdesverdriet. Vervolgens ging folk op in wereldmuziek, om daar drie decennia lang een bijrol te spelen.
Hoe dan ook, zaterdag 21 februari organiseert de Doelen de alweer derde Celtic & Balfolk Night. Balfolk, dat is dansen op oude, meest Franse dansen die zich via de klassieke muziek vanuit de renaissance en barok periode over Europa verspreidden. Ook de grote Johann Sebastian Bach schreef suites met daarin bourées, gigues, sarabandes en menuetten. Exact deze soort dansen is door Balfolk bands weer terug gebracht naar de essentie. Net als voor de vorige edities heeft de programmaleiding van ’s-lands grootste concertzaal bands uit het Frans-Keltische cultuurgebied weten te strikken. Niet alleen voor dansers, ook voor luisteraars is het een feestje, de furieuze muziek van Didier Laloy en Bruno Le Tron op de diatonische accordeon, de hypnotiserende repetetieve muziek van het trio Ballsy Swing of de nu eens exotisch, dan weer puur klassieke aandoende dansmuziek van het Naragonia Quartet. Cian Boom komt uit de Poitou, nabij Bretagne, de geboortegrond van het menuet. Niet onbelangrijk want het menuet heeft zich ontwikkeld van volksdans tot een volwaardig onderdeel van de klassieke 19e eeuwse symfonie die nog steeds op de programma’s van orkesten staan.
De festivalformule is iets verder uitgebreid, niet alleen workshops Balfolk worden er gegeven, maar ook Ceilidh dansen. Deze Schotse gezelschapsdans is zo levend als wat, het kan zomaar gebeuren dat in een restaurant in hartje Edinburgh de tafels en stoelen aan de kant gaan en een ‘caller’, een soort dancemaster, de boel dirigeert en op zijn kop zet. Gary Sutherland leidt het bal met zijn Ceilidh Band – wellicht een beetje belegen in onze ogen maar pas op, ceilidh wordt in Schotland uiterst serieus genomen. Ook de Ierse dans komt weer aan de orde, hoewel net als ceilidh een beetje een zijspoor ten opzichte van Balfolk.
Ook de pure luisteraar komt uitgebreid aan de zijn trekken, met één van de grootst denkbare uithangborden op het gebied van folk en folkrock. Steeleye Span bestaat al sinds 1969, met nog steeds Maddy Prior in de frontlinie. Hits als ‘Gaudete’ en ‘All Around My Hat’ brachten folk van de pub naar het grote concertpodium. De met onderscheidingen overladen Ierse zangeres Méav doet wat Ieren graag doen: tegen het zoetsappige en sentimentele aan hangen en er mee wegkomen. Naast grote namen is er ook ruimte voor lokale muziek en nieuwe ontdekkingen. Red Herring komt uit Rotterdam en speelt een mix van bluegrass, country en andere americana. De Britse Georgie Ruth is een grote onbekende, zij maakte in 2013 grote indruk met haar cd debuut.
Folk is nu wat het toen ook al was: kleinschalig. De redenen waarom de breedte van de folk weer prominent in de programmering is terug te vinden zijn legio. Programmeur Hans de Lange van de Doelen wijst onder meer de filmindustrie aan als oorzaak. Naast de muziek van The Lord of the Rings, waarbij componist Howard Shore ruim baan gaf aan Keltische folk, ziet hij ook de politieke ontwikkelingen van de laatste tien jaar als achterliggende reden.
Grote namen als Moya Brennan, en de Dubliners waren er wel vaker, maar in deze tijd neemt de belangstelling voor meer exotische vormen van wereldmuziek af. Je kunt niet meer aankomen met Arabische of Marokkaanse muziek zonder problemen op te zien doemen. Daarnaast: ,,de muzikanten van de huidige folkgeneratie zijn zo verrekte goed geworden”. Het optreden van vorig jaar van de Franse band Malicorne, voor velen toch een icoon uit de gloriejaren van de folk, ging op twee wielen door de bocht. Het was net niet goed genoeg meer, daar waar de jonkies – nu vaak conservatorium geschoold – de sterren van de hemel spelen. Ook wil De Lange de connectie met klassieke muziek meer vorm geven, maar dat is dan wel voor de editie van volgend jaar. Het ligt voor de hand om een componist ruim baan te geven voor branles, menuetten en gigues, die door een orkest te laten spelen voor een dansend publiek.