Afgelopen week was het feest in de Metaalkathedraal. Deze ‘creatieve broedplaats’ in het pittoreske niemandsland tussen Utrecht en Leidsche Rijn kan dankzij een lening van een bank doorgroeien tot iets wat wellicht heel erg leuk kan worden voor de buurt, maar ook voor mensen aan de andere kant van de stad.
De Metaalkathedraal is een initiatief van twee kunstenaars. Ze zagen een leegstaand fabriekspand langs de rivier staan, en zagen mogelijkheden. Het pand bleek een ex-kerk maar net niet oud genoeg voor een monumentenstatus. Desondanks vond de gemeente Utrecht het tof dat ze er iets mee gingen doen. Het creatieve duo verkocht het eigen huis, vestigde zich in een caravan en had zo voldoende geld bij elkaar voor de eerste restauratiewerkzaamheden.
En nu zijn ze bijna klaar. De vloerverwarming voor de ateliers is net aangelegd, het monumentale plafond is gered, het dak lekt niet meer en nu moet de rest af, zodat de commerciële verhuur van het pand een nieuwe fase in kan gaan. Want het moet natuurlijk wel economisch rendabel zijn. Na het vele harde werk moeten ze niet alleen hun eigen huis terugverdienen, maar ook een stevige lening afbetalen aan de liefste bank van Nederland, omdat alles waarvoor Jacob Derwig de commercials inspreekt als het liefste bedrijf ter wereld kan doorgaan.
Triodos Bank heeft geld gegeven aan De Metaalkathedraal, zoals ze ook geld gegeven hebben aan broedplaatsen in Amsterdam, en aan Kytemans crib en het überhippe Vechtclub XL in Utrecht.
Hoewel, gegeven? Triodos is natuurlijk wel een bank. En banken geven doorgaans niets weg. Dus ook Triodos niet. Triodos moet gewoon centjes verdienen om uit te kunnen keren aan spaarders en aandeelhouders. Dat Triodos een tikje aardiger is dan andere banken is maar een marginaal verschil.
Dat marginale verschil is dat banken in het algemeen never nooit niet geld willen lenen aan kleine zelfstandigen, en al helemaal niet aan kunstenaars of – erger nog – creatieven. Creatieven zijn erger dan een IJslands avontuur. Creatieven zijn de Grieken van het MKB. Bodemloze putten, verpakt in hipsterbaarden en toffe logo’s laten ze hun pandjes ook nog eens slechter achter dan toen ze er in trokken. Met dure koffievlekken.
Triodos leent wel geld aan creatieven, maar om te voorkomen dat de klanten massaal weglopen stellen ze zich bikkelhard op: niks subsidieaanvraag: een degelijk businessplan en een duur onderpand hebben ze nodig. Niks grappige ideetjes op een bierviltje. En omdat dus die creatieven ondanks een fantastisch businessplan en een waannzinnig mooi stukje vastgoed als onderpand nog steeds meer risico dan winstverwachting betekenen voor de bankier, wil de bankier hulp. Hulp van de gemeente, die zich voor die creatieven garant stelt.
Daarom heeft de gemeente Utrecht dus 700.000 eurie gestort op een rekening bij Triodos, en noemen ze dat een Borgstellingsfonds. En omdat er altijd een verschil is tussen harde cash en wat je daarvan vrij kunt gebruiken, kan de bank 2,8 miljoen uitgeven aan leningen. Die 700.000 euro is er dus voor als een van die creatieven niet in staat blijkt zijn lening af te betalen. De gemeente is dan dat geld kwijt, de bank niet.
Tot nu toe is er geen beroep gedaan op het borgstellingsfonds: van de 30 broedplaatsen waarin is geïnvesteerd is er nog geen een omgevallen, meldde de bank. Dat is een compliment aan de broedplaatsen, natuurlijk, maar ook aan de mensen die bij de bank de risico’s inschatten: de ingediende plannen moeten heel erg zeker zijn, niet te wild, het vastgoed moet waardevast zijn of worden, het verdienmodel commercieel verantwoord, de exploitatie marktconform.
En daar zit volgens sommigen dus een pijnpuntje. De bank loopt geen risico, maar ontvangt wel de normale rente op de lening aan de creatief. De creatief moet net als iedereen met een lening keihard werken om de rente en aflossing te betalen (bijvoorbeeld door je eigen huis te verkopen), en als het niet lukt gaat de creatief gewoon failliet. De bank wint, de gemeente draait op voor een deel van het verlies.
En dat is nog tot daaraan toe, vervelend voor de culturele sector is dus dat Culturele Zaken van de gemeente Utrecht 350.000 euro heeft gestort op die rekening van Triodos (de andere helft komt van Economische Zaken). 350.000 euro is op het totale budget van Culturele Zaken best veel geld. Daar kun je een paar handenvol kunstenaars van aan het werk zetten, tien semiprofressionele theatervoorstellingen van laten produceren en nog zo wat dingen. Die 350.000 euro van potentieel subsidiegeld wordt nu dus aan een bank gegeven. Die er winst mee kan maken.
Er zijn mensen die daar jeuk van krijgen.
Lees hier de details
Wat vindt u? Is subsidie aan een bank de juiste manier om de kunstsector te helpen?