De Amerikaans-Italiaanse stemkunstenares Cathy Berberian (1925-1983) is de geschiedenis ingegaan als ‘de vrouw van Luciano Berio’, de Italiaanse componist met wie zij spraakmakende stukken realiseerde als Circles, Sequenza III, Recital I for Cathy en Thema, Omaggio a Joyce. Toch waren zij maar veertien jaar getrouwd, van 1950 tot 1964.
Bovendien is algemeen bekend dat zij een groot compositorisch aandeel had in de muziek die voor haar geschreven werd, niet alleen door Berio, maar ook door grootheden als John Cage, Bruno Maderna en Igor Stravinsky. Om deze fenomenale performer haar rechtmatige plaats in de geschiedenis (terug) te geven, sloeg een aantal feministische muziekwetenschappers de handen ineen voor het boek Cathy Berberian, Pioneer of Contemporary Vocality dat in 2014 verscheen bij de Britse uitgeverij Ashgate.
Geen overbodige luxe, want zelfs de prestigieuze Oxford Dictionary of Music and Musicians wijdt slechts een miniem lemma aan Berberian, die toch een geheel nieuw licht wierp op de (uitdrukkings)mogelijkheden van de menselijke stem. Binnen seconden schakelde zij moeiteloos tussen kattengemiauw, hondengeblaf, ferme tongklakken, aanstekelijk vogelgekwetter of vlekkeloze coloraturen.
Met haar ongekende virtuositeit inspireerde zij generaties zangers, zangeressen en componisten om alle denkbare grenzen te verkennen. Van meet af aan omarmde zij ook de mogelijkheden van elektronica, waarmee nieuwe stemeffecten konden worden gegenereerd. Zij wordt wel de ‘Maria Callas van de hedendaagse muziek’ genoemd. Zonder Berberian geen Meredith Monk, Laurie Anderson of Diamanda Galas, of dichter bij huis, Greetje Bijma.
Anders dan het vigerende beeld beperkte Berberian zich beslist niet tot het werk van de avant-garde, maar presenteerde zij met evenveel liefde en gemak aria’s van Monteverdi, liedjes van de Beatles en volksmuziek. Tegenover het slaafs navolgen van de notentekst plaatste zij een doorleefde interpretatie, waarmee zij willekeurig welke tekst tot leven wekte. Zo zong zij bijvoorbeeld in Monteverdi’s L’Orfeo op uitnodiging van Nikolaus Harnoncourt. De oudemuziekpionier was getroffen door haar vermogen elke uitvoering tot een theatrale happening te maken. Ze betrok hierbij nadrukkelijk ook de luisteraar en omschreef zichzelf als “cant’actrice”, een zangeres die de uitgevoerde muziek acteert. [Tweet “Stemkunstenares Cathy Berberian maakte elke uitvoering tot een theatrale happening”]
Zoals veel wetenschappelijke uitgaven kent ook Cathy Berberian, Pioneer of Contemporary Vocality een vaak hermetisch taalgebruik en een overdosis aan herhalingen. Voor de doorzetter valt er echter veel te ontdekken, want het zoomt uitvoerig in op de nauwe samenwerking van Berberian met levende componisten. Centraal hierbij staat haar eigen aandeel in de composities die anderen voor – maar volgens de auteurs dus vooral mét – haar schreven.
Zoals bijvoorbeeld Thema, Omaggio a Joyce, dat in 1958 ontstond in de Studio di fonologia musicale di Radio Milano, die drie jaar eerder was opgericht door Berio en Maderna. Deze compositie wordt altijd aan Berio toegedicht, maar het was Berberian die het idee opperde de roman Ulysses van James Joyce te gebruiken als uitgangspunt voor een compositie – Berio beheerste destijds het Engels niet eens. Berberians voordracht van het hoofdstuk ‘Sirenen’ wordt opgeknipt in fragmenten en bewerkt door elektronische procedé’s. Hierdoor ontstaat een muzikale pendant van de deconstructivistische teksten van Joyce.
Ook de totstandkoming van Aria van Cage, waarmee Berberian in 1959 doorbrak in Darmstadt, hét kloppend hart van de avant-garde, schrijven de auteurs grotendeels op het conto van Berberian. Tijdens een verblijf in Milaan kwam Cage veelvuldig over de vloer bij haar en Berio en raakte hij gefascineerd door hun experimenten met tapecomposities. Hij werd vooral geïnspireerd door de eigen probeersels van Berberian, waarin zij met behulp van razendsnelle bandmontages haar stemgebruik en expressie van het ene naar het andere uiterste liet stuiteren. Toen Cage voorstelde samen een stuk te schrijven, gaf zij hem teksten in het Armeens, Russisch, Italiaans, Frans en Engels. De Amerikaan verknipte deze tot korte stukjes, die in verschillende, door de uitvoerder zelf te kiezen, zangstijlen moeten worden uitgevoerd. Berberian koos voor haar interpretatie een breed palet, variërend van jazz, spreekstem en babygeluiden, tot coloraturen, oriëntalismen en een Marlene Dietrichstijl.
Haar compositorische aandeel in de stukken die componisten als Sylvano Bussotti en Bruno Maderna voor haar schreven wordt eveneens diepgravend belicht, net als haar eigen schaarse composities, waaronder bijvoorbeeld Stripsody. De auteurs beschouwen Berberian vanwege haar indringende interpretaties, zelf ontworpen kostuums en zorgvuldig doordachte gebaren niet alleen als de ‘componist’ van haar eigen performances, maar op zijn minst ook als co-componist van de stukken van anderen. Veel hiervan zouden zelfs zo sterk aan haar persoonlijkheid gebonden zijn dat ze nog maar zelden worden uitgevoerd. Dit wordt door een korte speurtocht op internet deels bevestigd – Aria van Cage wordt juist geregeld uitgevoerd. Het voortdurende gehamer op haar (co-)auteurschap gaat op den duur overigens ietwat averechts werken – we wéten het nu wel.
Cathy Berberian, Pioneer of Contemporay Vocality is mooi vormgegeven, met op het omslag de karakteristieke tekening die Roberto Zamarin maakte bij haar zelfgeschreven credo ‘I fell down a rabbit hole into the wonderland of music…’, waarin ze beschrijft hoe ze dankzij muziek al jong ontsnapte aan de banaliteit van een leven in de lagere middenklasse. Berberian komt naar voren als een krachtige, onafhankelijke en uiterst getalenteerde vrouw, die een unieke en daardoor onnavolgare plaats inneemt in de muziekgeschiedenis. Helaas is de prijs van bijna honderd euro voor nog geen 250 pagina’s weinig publieksvriendelijk. En dat is jammer, want het is een verdiend eerbetoon aan de flamboyante en creatieve Berberian.
Cathy Berberian, Pioneer of Contemporay Vocality
editors Pamela Karantis; Francesca Placanica; Anne Sivuoja-Kauppala; Pieter Verstraete
Ashgate Publishing Limited, Farnham, England
Hardcover, 249 p. £ 65 (€ 99,99/ebook € 90,86)