Met nog een dag te gaan, is het tijd om te kijken wat er opviel aan het International Documentary Festival Amsterdam. Het beeld van het hele festival is diffuus, zoals dat hoort bij een festijn waarvan het programmaboekje bijna driehonderd bladzijden dik is. Er was, zoals altijd, een zee aan films over misstanden en actuele politieke zaken, maar er waren ook microcosmosjes en vormexperimenten. Van dat laatste had ik wel meer willen zien.
Dit jaar was een van de programma-onderdelen Benjamin Barber: Jihad vs. McWorld 2015. Barber, schrijver, politicoloog en bijvoorbeeld ook adviseur van Bill Clinton, selecteerde een programma over alle grote thema’s in de huidige politiek: terrorisme, vluchtelingen, globalisering, etc. In dat kader zag ik onder andere Cartel Land, die eerder als kijktip voorbij kwam.
Daarnaast bood IDFA een doorsnede uit het actuele aanbod in docs, best of festivals, grote en kleinere nieuwe films. Een klein maar fijn onderdeel is het paradocs programma, waarin de eigenwijzere, kunstzinniger films worden vertoond.
Laat Errol Morris maar praten
Gast van het jaar was documentaire-legende Errol Morris. In zijn masterclass had hij een gesprek met academicus en documentaire-specialist Bill Nichols. Monoloog is misschien beter geformuleerd: Nichols stelde af en toe een vraag, probeerde er tussen te komen met een observatie, maar er is geen houden aan met Morris.
Nichols introduceerde de middag met de fameuze milkshake scène uit A Thin Blue Line. Morris reconstrueert in die film de moord op een agent uit Dallas en de veroordeling van een verdachte. Aan de hand van het neerkomen van een milkshake, weggeworpen uit de politieauto, gaat hij het bewijsmateriaal zorgvuldig na. Als de tweede agent, en belangrijkste getuige, volgens standaardprocedure haar collega had bijgestaan, had zij nooit aan de passagierskant van de auto haar milkshake kunnen laten vallen. Morris gebruikt een reconstructie van de vallende beker, in slow motion, met geluidseffect (’thunk’) als een nieuw dramatisch middel. Met één scène verandert hij, aldus Nichols, de documentairegeschiedenis doordat het niet langer gaat over het overdragen van informatie, maar het overdragen van impact. De klap van het drankje dreunt nu nog na.
Het was mooi naar de lichaamstaal van de mannen te kijken. De academicus, dienstbaar, benen over elkaar gevouwen, in pak, versus de druk gesticulerende, in gympies gestoken filmmaker. Morris leidde het gesprek en nam de enkele vraag van Nichols als uitgangspunt om zijn eigen verhaal te vertellen. Over hoe je alle regels moet breken en vooral over hoe je mensen moet laten praten. Na een minuut of drie, vier, gaan mensen vanzelf hun eigen gekte etaleren…
https://www.youtube.com/watch?v=z97Pa0ICpn8
De hele geschiedenis in 10 films
Een ander hoogtepunt waren de films die Errol Morris had uitgekozen. De mooiste en belangrijkste uit de hele geschiedenis, van Man Met De Camera van Dziga Vertov tot de kijktip van vrijdag, The Emperor’s Naked Army Marches On.
Morris koos films van mensen die heel duidelijk hun eigen stempel drukten op het medium, die vorm gelijkwaardig achtten aan inhoud. Iets dat ik graag vaker zou zien in documentaires. Eigenlijk zou je de top tien als een verkorte cursus documentaire-geschiedenis kunnen zien.
Klein maar fijn of navelstaarderij?
Opvallend dit jaar was het aantal piepkleine verhalen. Een jongetje droomt ervan circusartiest te worden (Jonas and the backyard circus) en wordt door het jaar heen gevolgd terwijl hij ook naar school moet en zijn vriendjes hun eigen dingen doen. Maar ook de YouTube collages vielen op. (Self)exhibitions is een collectie van YouTube fragmenten waarbij het medium de rol van dagboek aanneemt. Grote gebeurtenissen voor de mensen zelf (uit de kast komen of gewicht verliezen), maar navelstaarderij voor het publiek.
Het is interessant hoe jonge filmmakers zich dit medium toe-eigenen en hun eigen verhaal maken, of, afhankelijk van je interpretatie, mediakritiek uitoefenen. Voor de cynische toeschouwer is het misschien oude wijn in nieuwe zakken. Zijn filmmakers niet al decennialang bezig met found footage? En is het resultaat niet vaak mooier en interessanter als er andere bronnen aangeboord worden? Ja en ja, maar het is logisch dat kunstenaars van nu zich verhouden tot de massacultuur van nu en daarmee in de weer gaan. En of het dan mooi is, doet eigenlijk helemaal niet terzake.