Dit is een buitengewoon verhaal over crowdfunding avant la lettre en een stedelijk ‘klootjesvolk’ dat nu eens niet per refendum tégen geld smijten naar moderne kunst stemt. In Zwitserland nota bene. Kunstmuseum Basel maakte er een kleine, fijne, indringende expositie over, nog te zien tot 18 augustus, 2018. Ideaal voor een tussenstop op weg naar Italië. Als je toch even in de Rijn gaat zwemmen, ook al zo geweldig.
Het Wonder van Basel
In 1967 ontvouwt zich een majeur probleem in het Kunstmuseum, sinds 1936 het belangrijkste museum/prentenkabinet van de Zwitserse stad Basel. De eigenaar van de twee meesterwerken van Pablo Picasso, al jaren in bruikleen bij het Kunstmuseum, komt in ernstige financiële problemen door een vliegtuigongeluk. In april 1967 crasht een van zijn Globe Air-vliegtuigen op Cyprus. 117 passagiers en 9 bemanningsleden komen om het leven; de kleine luchtvaartmaatschappij gaat snel failliet. Grootaandeelhouder Peter G. Staechelin is gedwongen zijn grote kunstcollectie op de internationale markt te verkopen.
Een drama voor het museum
Dat betekent een drama voor het Kunstmuseum: dat zal zijn zijn twee grootste schatten en publiekstrekkers, Les deux frères (1906) en Arlequin assis (1923), beide van Picasso, naar het buitenland zien verdwijnen.
Een ondenkbaar scenario. Directie en museumvrienden komen in actie. Met de steun van de lokale bevolking willen ze fondsen bijeenbrengen om zelf de twee schilderijen te kopen. Het kunstminnende oproer kraait in Basel. Door middel van onder andere een legendarisch ‘bedelaarsfestival’ wordt 2,4 miljoen Zwitserse frank bijeengebracht.
Maar ja, de vraagprijs voor de twee Picasso’s is CHF 8,4 miljoen. Er is dus nog een tekort van 6 miljoen Zwitserse franken. Of de overheid maar even wilde bijpassen. Die is op haar hoede en besluit de vraag in een good old Zwitsers referendum voor te leggen aan de Baslers en Baslerinnen.
In de weken voorafgaand aan de stemming, debatteert nagenoeg de hele stad over zin en onzin van moderne kunst en met name het belang van de twee Picasso’s voor Basel.
Zijn die twee schilderijen ons dure belastinggeld wel waard?, was hamvraag. Tegenstanders en supporters, kunstenaars en commissies, bankiers en taxichauffeurs sloegen elkaar als tennissers (Roger Federer komt uit Basel) met argumenten om de oren.
‘Is 6 miljoen niet erg veel voor die ‘tekeningetjes’?’ ‘Moet dat geld niet worden gebruikt voor meer bejaardenhuizen?’ ‘Kunst mag best wat kosten.’ ‘In de wijk X hebben ze nog geen bibliotheek, in Y wonen nog steeds arme mensen, wat dacht je van de scheve stoeptegels in de binnenstad, laten we daar eerst iets aan doen!’
‘Too much money for art?’
De veldslagen worden in de media breed uitgemeten. In de openingszaal van de expositie krijg je – onder het motto ”Too much money for art?” – een indruk van de tumultueuze discussies op de taxistandplaatsen en hogescholen, in de cafés en vergaderzaaltjes van herfstig Basel.
Op 17 december 1967 geschiedt het wonder. De stembiljetten worden geteld. De uitkomst is fabuleus: een grote meerderheid van de stemmers keurt de kunstuitgave goed. Studenten, kunstenaars, huisvrouwen, bakkers en scholieren stromen de straten op en feesten tot diep in de nacht.
https://www.youtube.com/watch?v=FoZo85LOq-Q
Nog een wonder
Dan volgt deel 2 van het Grote Wonder. Vanuit zijn woonplaats Mougins, in Frankrijk, heeft de grootste schilder van de 20ste eeuw de gebeurtenissen in Basel met belangstelling gevolgd. Palblo Picasso nodigt Franz Meyer, de directeur van het Kunstmuseum, uit in zijn studio. De 86-jarige schilder is zo geroerd door het enthousiasme van de Basler bevolking voor zijn kunst dat hij twee van zijn schilderijen aan Basel wilde schenken. Franz Meyer kiest in
overleg met Picasso de Vénus et l’amour en Le couple. ‘Die horen min of meer bij elkaar’, vond Meyer.
De koek is nog niet op. Picasso heeft al besloten ook nog een schilderij uit 1906 uit zijn Roze Periodepainting te schenken. En als kers op de taart mag Meyer ook een schets voor de beroemde “Les Demoiselles d’Avignon” uitkiezen, een van Picasso’s eerste en bekendste werken uit zijn kubistische periode. De schets, met dames van lichte zeden in wulpse posities, hangt in de huidige expositie ‘Kunst. Geld. Museum.’ achter een gordijntje.
‘Is dat gordijntje voor de kinderen?’ vraag ik wat onnozel aan de strenge suppoost. ‘Natuurlijk niet’, zegt ze nuffig. ‘Het is een oude tekening op oud papier, zeer kwetsbaar voor lucht en licht’. Voor mij trekt ze het gordijntje even opzij. Eén minuutje. Dan sluit ze het resoluut.
Nog een Picasso cadeau
Zo is het Kunstmuseum ineens liefst zes Picasso’s rijker. Maar het is nog niet klaar. De Oostenrijkse mecanas Maja Sacher-Stehlin voegt in alle feestvreugde een extra kubistische schilderij van Picasso aan de collectie toe. Zo worden in 1968 in totaal zeven nieuwe Picasso’s in het Basels Kunstmuseum gepresenteerd aan het stormlopende publiek.De verwerving van de zeven Picasso-schilderijen in 1967 en 1968, het Mirakel van Basel, is een mijlpaal in de geschiedenis van het Kunstmuseum. Alle reden om 50 jaar later, in 2018, een mooie, compacte en levendige expositie aan de twee roerige jaren te wijden.
In vijf achtereenvolgende kleine zalen hangen grote beelden van fotograaf Kurt Wyss, die in de jaren zestig werkte voor de National-Zeitung. Hij legde het bezoek van directeur Meyer aan Picasso in Mougins vast in zwart-wit foto’s.
Uiteraard zijn de verworven werken van Picasso aanwezig. Op grote tafels liggen facsimile uitgaven met krantenknipsels uit een tijd zonder crowdfunding en social media. Interessant leesvoer. En er is een vlot filmpje met een mallotige acterend mannetje met bril dat praat alsof hij niet helemaal goed snik is maar die wel rake dingen zegt.
Hij leidt ons onzwitsers zwierig door het Mirakel van 1967, in de eigentijdse stijl van de huidige museum- en kunst-TV-filmpjes, waarin een vrolijke kunstkwibus je langs de collectie voert. Denk aan het best vermakelijke optreden van Lucas de Man in ‘ons’ Kunstuur.
Roofbank in oude James Bondfilm
Overigens: er is veel meer te doen in Kunstmuseum Basel. Als bij veel moderne musea – in 2016 kwam er een grootse nieuwe vleugel – is het gebouw soms mooier dan de exposities. Kunstmuseum Basel bestaat nu uit drie gebouwen. De Hauptbau, de Neubau en Gegenwart (het Museum für Gegenwartskunst), even verderop in de straat. De Neubau is groot, grijs en ‘bunkerachtige’, met dezelfde mega-brede trappen als in het hoofdgebouw. De catacomben van het ruimhartig onderkelderde gebouw doen denken aan een roofbank in een oude James Bondfilm.
Om de schoonheid van de nieuwbouw te ervaren moet je eigenlijk naar buiten lopen, een eind de tegenoverliggende Rittergasse in. Draai je om je ziet de staatsie van de Neubau: een hoge, gesloten muur van grijs-wit, die deel uitmaakt van de hemel, de hele omgeving dominerend. Binnen denk je eerst: zonde van de ruimte. Of in het idioom van de Baselse 1967-discussie: je zou hier met gemak drie verzorgingshuizen kunnen onderbrengen.
Maar dan mis je twee andere intrigerende exposities die nu in de Neubau draaien: de Black Madonna van de Amerikaanse Theaster Gates en The Music of Color van Sam Giliam. Er zijn verder nog 40 andere musea in Basel, waaronder Fondation Beyeler, het meest bezochte museum van Zwitserland.
En nogmaals: stort je even in de Rijn. Honderden vrijgezwommen Baselaars doen dat elke dag. Mee met de stroom en dan in bikini of zwembroek tegenstrooms teruglopen over de boulevard om nog een keer in de Rijn te springen. Basel is stukken bijdetijdser dan je denkt.
Kunst. Geld. Museum. Kunstmuseum Basel, tot 12 augustus 2018. www.kunstmuseumbasel.ch. Alles over Basel: zie www.basel.com