Ga naar de inhoud

Waarom geldt de fair practice code eigenlijk alleen voor de kunsten?

Onze bestuurders en volksvertegenwoordigers zullen het niet openlijk toegeven, maar ze geven niet echt om een gezonde culturele sector, laat staan om de positie van individuele makers en kunstenaars.  Het verplicht stellen van een Fair Practice Code zonder het budget voor cultuur te vergroten is immers een klap in het gezicht van iedereen die in de kunstsector werkt.

‘Wees dan openlijk onverschillig, bezuinig dan de boel helemaal weg en maak het dan ook echt kapot, zodat er iets nieuws kan komen.’ Dit zegt een strijdbare Vincent Brons. Ik sprak deze acteur en theatermaker op Festival Boulevard. Daar hield hij samen met Marte Boneschansker redactie voor Bühne Bisoux, een selfpublished tijdschrift waarin gesprekken tussen theatermakers de inhoud bepalen. In november vorig jaar verscheen de derde editie, geheel gewijd aan het containerbegrip ‘de jonge maker’. Dat nummer is een must-have als je van mooi vormgegeven drukwerk houdt, en een absolute must-read als de positie van de jonge maker je aan het hart gaat.

Andere rol

In totaal interviewden zij drieëndertig jonge makers over fair practice, de praktijk en de toekomst. ‘Het idee was om de huidige werkpraktijk van een nieuwe generatie makers en hun uiteenlopende ervaringen te schetsen. Wat bleek? De dagelijkse realiteit bleek bij alle drieëndertig  nogal overeen te komen en bevestigde heel erg de noodzaak van een fair practice’, vertelt Brons.

de fair practice code heeft een hele andere rol gekregen dan Kunsten ’92 voor ogen had
Dit jaar was het onderzoek van Brons en Boneschansker naar de fair practice deel van het research & development programma van Boulevard. Tijdens het festival spraken ze een gemêleerd gezelschap internationale makers, artistiek leiders en producenten over het onderwerp fair practice en de bijbehorende code. Maar hoe denkt de Nederlandse maker eigenlijk over de Fair Practice Code? ‘Dat is een interessante vraag, want de fair practice code heeft een hele andere rol gekregen dan Kunsten ’92 voor ogen had’, aldus Brons.’De code is geschreven als start van een gesprek, als tool voor bewustwording.’

Exemplarisch

Brons: ‘We moeten niet doen alsof de code heel duidelijk is, als je hem goed leest is vrijwel iedere zin op verschillende manieren te interpreteren. Hoe komt het nu dat wij ons als culturele sector hebben laten verleiden om deze code zwart op wit over te laten nemen in het landelijke cultuurbeleid?  En dat dit wordt gezien als oplossing, terwijl dat helemaal niet de bedoeling was bij de totstandkoming. Het was een startpunt en nu is het een subsidievoorwaarde die ons keihard in onze reet bijt.’

Wat Brons zegt is exemplarisch voor de onzekerheid waarin het culturele veld vlak voor de zomer – met de bekendgemaakte uitgangspunten voor het cultuurbeleid 2021-2024 – is achtergelaten door de minister van OC&W. De Fair Practice Code wordt een subsidievoorwaarde om te werken naar ‘het nieuwe normaal’. De arbeidsmarkt in de culturele sector is namelijk zorgelijk. Zo blijkt uit diverse onderzoeken die de afgelopen jaren hierover zijn gepubliceerd, door onder andere BKNL (oktober 2017), de Sociaal-Economische Raad (april 2017), en het Platform Makers (januari 2018)

Subsidievoorwaarde

Wat maakt nu dat in Nederland een eerste aanzet tot dialoog over fair practice vanuit de culturele sector, op advies van het hoogste adviesorgaan, door politiek en beleidsmakers feestelijk wordt binnengehaald als subsidievoorwaarde? Terwijl er toch ook andere subsidieontvangende sectoren te bedenken zijn (onderwijs? landbouw? gezondheidszorg?) waar dit niet het geval is, maar waar ook het nodige speelt rondom de positie van individuele beroepsbeoefenaars en/of zzp’ers.

Allereerst is daar de brief die de Regiegroep Arbeidsmarktagenda Culturele en Creatieve Sector afgelopen april stuurde aan Minister van Engelshoven. Hierin pleit voorzitter Evert Verhulp voor de invoering van de Fair Practice Code als subsidievoorwaarde, met als hoofdregel: ‘pas toe én leg uit’ (een opmerkelijke formulering die op zichzelf al de nodige vragen oproept).

En, ook al bevat de Code nog weinig richtlijnen, toch stelt de regiegroep dat ‘met een kleine 40 cao’s in de sector – die we proberen te stroomlijnen – en met richtlijnen, normbedragen, tarieflijsten, urenindicatoren, modelcontracten en ervaringscijfers er voldoende valt toe te passen.’ Gaandeweg zullen de beginselen wel worden vertaald naar concrete afspraken en tarieven, zo verwacht men. En uiteraard schept het invoeren van de code als voorwaarde ook verplichtingen voor de subsidiegever, namelijk: ‘verhoging van de budgetten voor BIS-instellingen en fondsen.’

Kartel

Op twee punten loopt de redenering van de Regiegroep hier spaak. Allereerst gaat deze ervan uit dat betaling volgens bestaande richtlijnen, normbedragen en/of tarieflijsten fair practice zijn. Het platform voor freelance musici heeft laten zien dat de vastgestelde vergoedingen voor remplaceren bij orkesten allesbehalve fair zijn in vergelijking met musici in loondienst, laat staan dat zij een sterke positie hebben in de cao-onderhandelingen. Tot voor kort was het voor zzp’ers onmogelijk om samen een vuist te maken in onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden en tarieven, want: kartelvorming. De Autoriteit Consument & Markt heeft afgelopen juli echter een concept-leidraad tariefafspraken zzp’ers gepubliceerd, waardoor dit – weliswaar onder zeer strikte voorwaarden – wel mogelijk zou worden. Zie dit  artikel in NRC en dit blog over wat dit concreet betekent voor de culturele sector.

Dat we hiermee verlost zouden zijn van het probleem van de structurele onderbetaling van individuele makers (kunstenaar, musicus, acteur, schrijver, etc) is dus uitgesloten, maar het is een positief signaal. Al zou je het ook kunnen zien als een druppel op een gloeiend hete plaat.

Inschattingsfout

Waarom dachten we dat we hiermee een keihard middel in handen zouden hebben in de lobby om de bezuinigingen uit 2011 volledig terug te draaien?
Het tweede en veel grotere probleem rondom de hele ‘implementatie’ van de Fair Practice Code is de collectieve inschattingsfout waarmee de culturele sector het nobele initiatief van Kunsten ’92 heeft omarmd. Waarom dachten we dat we hiermee een keihard middel in handen zouden hebben in de lobby om de bezuinigingen uit 2011 volledig terug te draaien? Je kunt Van Engelshoven veel kwalijk nemen, behalve dan dat ze vanaf begin af aan heel duidelijk is geweest over één ding, er komt geen geld bij: ‘Eerlijke beloning gaat vóór de kwantiteit van de productie of de werkgelegenheid in de sector.’ Punt.

Daar moet de culturele sector het mee doen. Maar hoe anders zou het zijn als de minister eenzelfde positie zou innemen wat betreft onderwijs? Gelijke beloning voor leerkrachten in het basis en voortgezet onderwijs wordt een subsidievoorwaarde, zonder dat hiervoor extra geld door het ministerie wordt gereserveerd, want eerlijke beloning is belangrijker dan werkgelegenheid in het onderwijs. Klinkt absurd, nietwaar? Juist.

Goed om te weten Goed om te weten
In het volgende deel  ga ik in gesprek met de “achterkant” van de culturele sector: programmeurs, zakelijk leiders, toezichthouders. Hoe denken zij over de Fair Practice Code? In het derde en laatste deel komen  beleidsmakers en volksvertegenwoordigers aan het woord: hoe komt het volgens hen dat fair practice wél een subsidievoorwaarde wordt voor de culturele en niet voor andere subsidieontvangende sectoren? In de tussentijd sta ik zeer open voor reacties, vragen en suggesties rondom het onderwerp Fair Practice, ook buiten de culturele sector.

Marisa Tempel

Met ruim 15 jaar ervaring in de podiumkunsten heeft Marisa Tempel (1981) haar brede kennis en ervaring opgedaan in diverse rollen (o.a. marketing, communicatie, development) bij diverse organisaties, werkgevers & opdrachtgevers (Theater Kikker, Rijksmuseum, Holland Festival, Gaudeamus). Door de combinatie van een BA in Theater-, Film- en Televisiewetenschappen met specialisatie Kunstbeleid en -management én een MA Communicatie (cum laude & interculturele communicatie) vormde ze als communicatieadviseur een zakelijke en analytische blik op de culturele sector. Zit als cultuurprofessional graag dicht op het vuur en volgt ontwikkelingen in het cultuurbeleid op de voet, met bijzondere interesse voor de onderwerpen fair practice en diversiteit.View Author posts

Klein Lidmaatschap
175 / 12 Maanden
Speciaal voor organisaties met een omzet  of subsidie van minder dan 250.000 per jaar.
Geen storende banners
Een premium nieuwsbrief
5 proefabonnementen op de nieuwsbrief
Al onze podcasts
Meepraten over ons beleid
Inzage in de financiën
Exclusieve archieven
Zelf persberichten (laten) plaatsen
Eigen mastodon account op onze instance
Cultureel Lidmaatschap
360 / Jaar
Voor culturele organisaties
Geen storende banners
Een premium Nieuwsbrief
10 proefabonnementen op de nieuwsbrief
Al onze podcasts
Meepraten
Inzage in financiën
Exclusieve archieven
Zelf persberichten (laten) plaatsen
Eigen mastodon-account op onze instance
Samenwerking
Privé Lidmaatschap
50 / Jaar
Voor natuurlijke personen en zzp’ers.
Geen storende banners
Een premium nieuwsbrief
Al onze podcasts
Meepraten over ons beleid
Inzage in de financiën
Exclusieve archieven
Eigen mastodon account op onze instance
nl_NLNederlands