De festivals zijn voor dit jaar met een garantiefonds veiliggesteld. Dat is nog eens een extra opsteker voor de cultuursector, die inmiddels toch al best goed geholpen is. De eerste festivals beginnen hun kaarten al te verkopen, nu zeker is dat ze de snelle kopers hun geld terug kunnen geven als het toch niet doorgaat. Of wanneer het toch niet doorgaat.
Want, hoe prachtig en fijn het vooruitzicht voor de zomer is, het is de vraag hoe groot de kans is dat een festival doorgaat, zeker in de categorie groot en pop/rock, maar ook klassiek. Glastonbury, toch een beetje het ijkpunt van elk festivalseizoen, heeft de pijp al aan maarten gegeven, en dat geeft te denken.
Hoeveel bands gaan een tournee plannen voor deze zomer, met zoveel onzekerheden? Hoeveel garantie hebben de artiesten, en vooral de ingehuurde stage hands dat zij hun uren wel betaald gaan krijgen als ze toch niet hoeven op te komen dagen? Durf je het aan een tournee te plannen, nog even los van Brexit en red tape, als de kans dat je in quarantaine terechtkomt nog niet helemaal valt uit te sluiten?
Wie is gedekt?
Welk orkest uit een ver land gaat in de komende maanden ja zeggen tegen een contract, en hoe goed worden zij – internationaal – gedekt? De festivals zijn beschermd, maar zijn alle mensen die moeten optreden dat ook? Nationaal mogelijk wel, maar internationaal?
Maar goed, er is een fonds, dus mogelijk is het financieel allemaal te doen, al is de kans dat we een festivalzomer met een echt internationaal programma krijgen te verwaarlozen. Zei ik eerder al dat we ten opzichte van Duitsland niets te klagen hebben, nu is dat zeker zo. Verhoudingsgewijs komt de cultuursector er goed mee weg. Al lijkt het meest prestigieuze kunstenfestival van het land, het Holland Festival, opnieuw kind van de rekening te worden omdat dat voor de heilige datum van 1 juli plaatsvindt.
En er is natuurlijk nóg een maar. Al heeft die ook te maken met het feit dat dat grote festival kind van de rekening wordt. Het demissionaire kabinet Rutte geeft namelijk geen geld aan kunst, maar aan ‘evenementen’. Ik las al een enkele beledigde kunstenaar op facebook, maar misschien is het beter onder ogen te zien dat die woordkeus essentieel is geweest voor de redding van de sector in de laatste jaren van dit kabinet.
Woordkeus
Bij de formatie van Rutte III heeft D66 de andere rechtse partijen zo ver gekregen om extra geld op de cultuurbegroting te zetten voor erfgoed. Alle Rijksmusea zijn nu geen cultuur meer, maar vallen onder de Erfgoedwet. Dan zit je goed bij populistisch rechts, en dat is dus het CDA in de vorm waarin het aan dit kabinet begon. De VVD heeft vervolgens een woordvoerder Cultuur gekregen met een stevig netwerk in – jawel – de evenementenbranche. Nadrukkelijk niet in de kunstsector. Kunst zit namelijk in de allergie van Rutte en Wiebes (god hebbe zijn politieke ziel). Zou Ingrid van Engelshoven hebben volhard in het noemen van kunst en cultuur als de kern van haar portefeuille, was er weinig goeds uit de ministerraad gekomen. Het is de switch naar ‘Erfgoed en Evenementen’ die uiteindelijk de redding betekende voor de cultuursector.
Erfgoed is immers bewezen mooi waar niemand zich een buil aan kan vallen en evenementen zijn ook beurzen en foodtrucks en dat is commercieel ondernemerschap. Politiek wil zich geen buil vallen aan artistieke risico’s en mensen die inhoud boven opbrengst stellen, wat nou precies eigen is aan kunst.
Noord Brabant
Wie wil weten hoe dat beleidsmatig het meest extreem uitpakt, neemt een kijkje in Noord Brabant, waar een helse coalitie van CDA en een palet bruintinten van voorheen FvD zojuist de cultuursector een nekslag heeft toegediend. Ze bezuinigen miljoenen op de cultuurbegroting en pompen geld in windmolens, mits die ouder zijn dan 100 jaar.
In Brabant zet populistisch rechts in op vrije tijd, evenementen en erfgoed, zonder zich om het klimaat voor hedendaagse kunst te bekommeren. Dat het erfgoed van morgen wordt gemaakt door hedendaagse kunstenaars kan hun niet schelen. Die kunst moet zich nu zelf bedruipen en zal zich over een eeuw kunnen melden als er iemand nog in geïnteresseerd is. Dat is erfgoed in de ogen van de gemiddelde varkensboer voor wie een big van drie maanden ook erfgoed is.
2022
Dus: hoe blij de kunstsector ook mag zijn met de eindsprint van Ingrid van Engelshoven: er is geen enkele garantie dat die tot in 2022 zal beklijven. En 2022 is het jaar waarin we op zijn vroegst echt weer kunnen ademhalen, omdat dan iedereen, inclusief Willem Engel, een vaccin zijn arm heeft gekregen, al of niet met ingebouwde chip van Bill Gates of wie ze dan weer hebben bedacht.
Wat er in 2022 gebeurt, wanneer er wel of niet terugbetaald moet gaan worden, bepalen we op 17 maart aanstaande. Maar misschien moeten we gewoon al rekenen op een naamsverandering van het ministerie van OCW.
Het ministerie voor Erfgoed&Evenementen. Ik denk dat daar bij de VVD al serieus over wordt gedacht.