Je ziet het al vanaf het eerste portret dat tijdens de proloog prominent op het voordoek wordt afgebeeld. Pjotr Iljitsj Tsjaikovski kijkt als een tsaar van de balletmuziek richting het publiek, precies zoals choreograaf Rudi van Dantzig en meesterontwerper Toer van Schayk het bedoelden. Hier is een man die worstelde met zijn identiteit, zijn verlangens en de verplichtingen die zijn omgeving aan hem oplegde. Het is deze strijd die in de Hollandse versie van Het Zwanenmeer de boventoon voert.
De prins
Prins Siegfried weerspiegelt in het verhaal de uitdagingen van de componist, vooral het aangaan van een huwelijk. Het is het drama van de jonge, kwetsbare prins die in een witte zwaan zijn idealen verwezenlijkt ziet en vervolgens ontgoocheld zijn ondergang vindt. Eerste solist Young Gyu Choi vertolkt deze hoofdrol voortreffelijk. Als mannelijk danser benadert hij de zuiverheid van ballettechniek tot in perfectie, uit al zijn bewegingen spreekt een verlangen dat zelfs tot in grote sprongen met hem mee zweeft en de onschuld en het enthousiasme waarmee hij zich op zijn droombeeld stort, zijn volledig overtuigend.
‘This company will never find a dancer of my caliber’, zei een solist van Het Nationale Ballet ooit tegen me. Vele jaren later geef ik hem ongelijk.
Het corps de ballet
Het Zwanenmeer is een tranentrekker. Dat wordt versterkt door de tegenstelling tussen de dreigende tovenaar Von Rothbart (mooi gedanst door een snelle en geheel in zijn rol opgaande Conor Walmsley), en de tragiek van zijn zwanenkoningin Odette. De beroemde tweede en vierde akte die een mystieke wereld van witte zwanen, overweldigend in precisie, schoonheid en bezieling, oproepen, maken de sprookjesbeleving compleet. Knap hoe de oorspronkelijke choreograaf Lev Ivanov met rijen, diagonalen en in cirkels rennende zwanen op aanzwellende muziek het collectief laat functioneren, aangestuurd door twee fraaie, langere zwanen en vier kleinere. Lyrisch hoogtepunt is het adagio gedeelte in de vierde akte waar Odette al troostende arm in arm dansend wordt opgenomen door het corps.
De zwanenkoningin
Het duurt even voordat de in Siberië geboren eerste soliste Anna Ol als zwanenkoningin ontdooit. Van liefde op het eerste gezicht lijkt bij haar aanvankelijk geen sprake. In de derde akte komt de perfect gebeeldhouwde danseres echter helemaal los, gooit ze tussen de befaamde 32 fouettés en tournant er een aantal dubbele draaien tussen (ook de eerste bravo’s volgen eindelijk) en ten slotte toont ze zich een smachtende, betrokken liefdespartner in de laatste akte. Ol heeft prachtige armen die ze vloeiend weet te draaien, de lenige rug gebogen, het hoofd schuin en een sierlijke hals om zo de essentie van een zwaan uit te beelden.
Het orkest
Je krijgt er een brok van in je keel. Maar misschien ben ik gewoon sentimenteel of heb ik een zware week achter de rug. Dirigent Matthew Rowe weet Het Balletorkest in ieder geval meeslepend en met passie te laten spelen. Zelfs het publiek juicht hem toe nog voor de laatste akte begint. Aan het eind volgen er veel open doekjes voor een zaal met jong en oud publiek dat zich in de 21ste eeuw graag door ballet, balletmuziek en een live orkest laat betoveren. Weinig mensen geloven in sprookjes, maar veel geloven er nog in liefde, en sommigen in liefde op het eerste gezicht.
Lees hier meer informatie over Het Zwanenmeer [/note]