Een eenzame gek? Een argeloze bezoeker zou het denken, en toen ik gistermiddag op de Theaterplatz in Weimar aankwam, was ik die argeloze bezoeker. Tijdens de openingsspeeches van Kunstfest Weimar riep een man beledigende teksten naar Bodo Ramelow, de minister-president van ‘Vrijstaat Thüringen”. De in een geel hesje gestoken man werd door de politie afgevoerd.
Later, tijdens een zeer bedrukt gesprek in de Lichtzaal van Hotel Elephant hoorde ik waarom deze man zo doeltreffend actie had gevoerd. Hij blijkt inderdaad een eenzame gek, maar hij is ook een held van de AfD en Pegida. Hij kwam op als antivaxxer, is een fan van Poetin en ontkent de Holocaust. Luidruchtig.
Dat maakt het allemaal pijnlijker, want juist die Theaterplatz, waar de grote Duitse dichters Goethe en Schiller arm in arm staan, is tijdens dit festival het toneel van een bijzondere herdenking. De kunstenaar Günther Uecker herbouwt hier zijn ‘Steinmal’, een kunstwerk van ingestrikte stapels stenen ter herdenking van de duizenden slachtoffers van Buchenwald, het eerste concentratiekamp van Nazi-Duitsland, vlakbij Weimar.
‘Buchenwaldisering’
In 1999, toen Weimar culturele hoofdstad van Europa was, bouwde hij zijn tijdelijke, breekbare werk op in de kelders van het herdenkingsoord. Tegelijkertijd waarschuwde de toenmalige cultuurminister van Thüringen voor de ‘Buchenwaldisering’ van Weimar. Wrang, maar volgens de heersende politiek moesten de Duitsers maar eens ophouden met terugblikken, en stoppen met het torsen van de zware last van het Holocaustverleden.
Kunstfest Weimar, in dat jaar voor het eerst gehouden, bleef nog tien jaar het grootste kunstenfestival van het verenigde Duitsland, tot ook in dit kunstminnende land, in 2010, rechtsdraaiende politiek een einde maakte aan de financiering van een festival dat verder dacht dan alleen de regio.
Het herdenken van de slachtoffers van Buchenwald, waaraan het festival altijd gekoppeld was, is nu nog steeds een vast onderdeel van Kunstfest, dat – met veel minder subsidie – nog steeds internationaal toonaangevend wil zijn. Daarom zijn nu die stenen monumentjes van Günther Uecker herbouwd in de buitenlucht op de Theaterplatz, en daarom maakt men zich er zo druk over dat aanstaande maandag, wanneer alle notabelen bij de herdenking in Buchenwald zelf zijn, AfD, Pegida en Reichsbürger hun demonstratie tegen de oorlog in Oekraïne houden op de Theaterplatz, tussen, op en over die stenen stapeltjes van Uecker.
Hier in Weimar nemen ze het herdenken een stuk serieuzer dan in Nederland. Maar hier in Weimar, dat ingeslapen provinciestadje in het Oosten van Duitsland waar je over de geschiedenis struikelt, is ook heel veel om je zorgen over te maken.
Europa in de fik
AfD is aan een geweldige opmars bezig, levert zijn eerste burgemeester in een stadje niet ver van Weimar, en staat op winst in de peilingen voor de deelstaatverkiezingen, met de leus ‘Steek de fik in Europa!’. Wat zet je daar tegenover, als sterk vergrijzende provinciestad, met een nog steeds sterk door oude witte mensen gedomineerd cultureel aanbod? Zou de Ubu, geregisseerd door theaterlegende Robert Wilson, een antwoord zijn?
De voorstelling, die vanwege de inbreng van het werk van de kunstenaar Míro grotendeels door de Spaanse regering is gesubsidieerd, maar door Kunstfest is geproduceerd, was niet het strijdvaardige pamflet waar sommigen op hoopten. Wilson is daar niet van, en trouwens ook niet van Míro, wiens unieke ontwerpen voor deze voorstelling over een man die koning wordt en slecht aan zijn einde komt, maar toch overwint, slechts een bijrol vervullen.
Morgen spreek ik de oude kunstenaar, die in de jaren zeventig met Einstein on the Beach een revolutie veroorzaakte in de wereld van de avant garde kunst. Hij herstelt van een toeval, vorig jaar, is net uit de rolstoel, en oogde bij het applaus wat breekbaar.
Maar hij staat niet alleen in die bejaarde breekbaarheid. Heel Weimar oogt bejaard en breekbaar.