Kunst beleven is soms best ingewikkeld. Theaterkunstenaar Lemi Ponifasio heeft er in het Haagse Amare voor gezorgd dat ik een dikke anderhalf uur verbijsterd, geïrriteerd en soms verveeld maar toch altijd gefascineerd een zwart – en later wit – gaasdoek heb bekeken, waarachter zich leden bevonden van de Chinese Yi-minderheid.
De Yi zijn een heel oud volk, zo leert Wikipedia ons, en in hun cultuur, waarin sjamanisme een rol speelt, onderscheiden we ‘zwarte Yi’ en ‘witte Yi’, waarbij de zwarte Yi de heersende klasse vormt, en witte Yi tot slaaf werd gemaakt. Deze achteraf opgedane kennis verklaart waarom Ponifacio koos voor een monochroom toneelbeeld waarbij de witte gezichten en handen in een verder zwarte wereld volgens strikt geometrische patronen, of gewoon volkomen rechthoekig, door de wereld bewegen.
Kernexplosie in slow motion
De Yi zingen ook en dat is een aparte belevenis. Vooral de vrouwenstemmen hebben een schelle zuiverheid die op westerse oren vreemd overkomt. De gezangen, die in de voorstelling zonder boventiteling worden voorgedragen, beginnen vrijwel allemaal met een omhoog bewegende kwint (vijf tonen in de toonladder), waar wij meestal een kwart (het Wilhelmus) gewend zijn. De stemmen kunnen op zichzelf makkelijk een stadion vullen met hun klank en volume, maar voor het toneelgeluid waren alle figuren achter het gaasdoek voorzien van zendermicrofoons. Gemixt over een soundscape dat het best te omschrijven is als een raketlancering, aardbeving of kernexplosie in slow motion, levert dat een luide scherpte op die na een paar keer best irritant wordt.
Het lukt de anderhalf uur die dit werk duurt, niet om contact op te bouwen tussen zaal en podium. Degenen die zich daar bevinden zingen tegen een zwarte wand aan, en in de zaal is er weinig te merken van feedback. Wat in ieder geval voor mij een wezenlijk onderdeel van de theaterbeleving is, het contact tussen zaal en podium, is bewust verbroken.
Aquarium
Eerder dit festival paste Romeo Castellucci die truc toe bij Bérénice, en daar was de omstreden keuze nog inhoudelijk te verklaren. Wat Ponifacio bereikt met de toepassing van gaas en geluid is me vooralsnog niet helemaal duidelijk. Het toneel is best hermetisch afgesloten van de rest van Den Haag en dat levert je toch het gevoel op dat je naar een aquarium zit te kijken.
Het toneelbeeld verdroeg ook geen boventitels, en dat is vanuit de kunstenaar best te begrijpen, maar het ontbreken van die handreiking naar een nieuw publiek vergroot de afstand te veel. Dan zijn tekens als die waterstofbom-explosies, geprojecteerd op een klein vlaggetje, die ruimtehelm waar eerst as uit stroomt en later toch een hele astronaut in past (Bowiefans veerden even op: Blackstar, Major Tom?!), en die mannen achter zwarte schilden toch vooral verwarrend.
First Contact
Waarom dan toch gefascineerd die anderhalf uur doorgebracht? Laat ik het zien als een vorm van ‘first contact’, waarbij wij, de bezoekers, vooral nog even geen fysiek contact maken, om contaminatie te voorkomen. Dat ‘prime directive’, ook alweer zo’n hoogst persoonlijke referentie aan Star Trek, zie ik toch liever vaker geschonden.