Simon McBurney is een echte theaternerd. Hij is bovenmatig geïnteresseerd in wis- en natuurkunde, en doet in het theater niets liever dan technische illusies bouwen. Daarnaast is hij een veelgevraagd acteur en regisseur, die, als hij een voorstelling heeft in het Londense Barbican Centre, Kate Bush op bezoek krijgt, die hem nederig komt feliciteren met zijn werk. Dit jaar is hij, na bezoeken in 2007, 2010 and 2012, opnieuw te gast in het Holland Festival met het project ‘The Encounter’. Dat werk is het best te omschrijven als een live uitgevoerde podcast, een hoorspel met beelden. Het is vooral ook een massaal, maar tegelijk totaal individueel spektakel. Maar dan wel weer het best te genieten in een volle grote zaal.
Het toneel ziet eruit als een flink uit de kluiten gewassen huiskamerstudio: opnameapparatuur, microfoons, computers, en een achterwand die wel iets wegheeft van de iconische wand die de fans herkennen van David Bowie’s Station to Station.
In de voorstelling The Encounter van Simon MacBurney lijkt het niet om het beeld te gaan. Immers: we krijgen allemaal een koptelefoon op en op het toneel zullen we niet veel meer zien dan Simon McBurney die teksten inspreekt, aan de knoppen zit, en zo nu en dan naar een andere plek loopt. Het verhaal gaat zich in – maar vooral tussen – onze oren afspelen.
Maar wat er daar gebeurt, en hoe McBrurney dat voor elkaar krijgt: buitengewoon spannend. In zijn eerdere werk maakte hij ook gebruik van zijn fascinatie voor wis- en natuurkunde. Negen jaar geleden liet hij dat al zien met de voorstelling A Disappearing Number, waarin het getal 0 een nogal centrale rol speelde, maar waarin ook het beeld van het toneel regelmatig letterlijk kantelde. Toen waren het spiegels, in 2012 waren het 3D Graphics bij zijn bewerking van Boelgakows Master & Margarita. Bij Die Zauberflöte was het in datzelfde jaar zijn weergaloze spel met fictie, werkelijk en tijd dat het publiek in extase bracht.
De filosofie van de tijd staat in The Encounter nu helemaal centraal. Visueel is er op het eerste gezicht weinig te beleven, maar dat is schijn: je hebt je ogen nodig om te ervaren hoezeer geluid in staat is om je naar een andere werkelijkheid te verplaatsen. Sommige teksten zijn play-back, sommige geluiden zijn live, andere geluiden en teksten zijn maanden geleden opgenomen in zijn huiskamer en weer andere geluid zal morgen te horen zijn, omdat hij het nu aan het opnemen is. En hoe duidelijker McBurney als acteur, geluidsman, effectenmaker en verteller je ook laat zien hoe het werkt: je oren vertellen je iets anders.
En wat die je vertellen gaat over het circulaire karakter van tijd. Een concept dat wij in het westen een beetje uit het oog verliezen, met ons idee dat tijd altijd in een rechte lijn van A naar B beweegt. Het idee dat elk einde een begin is, en dat wat was, net zo goed nog kan zijn, is iets dat we hebben opgeborgen bij dichters en andere primitieven.
De voorstelling is meditatief zonder zweverig te zijn. Het is zonder meer fascinerend om mee te maken hoe je oren een spel met je kunnen spelen, en hoe je de werkelijkheid anders gaat zien door er anders naar te luisteren. Het lijkt een gimmick, maar het is een diep inzicht: audio is echt het nieuwe video.
En de tijd draait inderdaad zo nu en dan rondjes.