Puntsgewijs maar even: meer mensen zijn tegen bezuinigingen dan het minsiterie ons wil doen geloven. Op pagina 32 van de inmiddels zwaar omstreden brochure ‘Cultuur in Beeld schrijft het ministerie:
“In het COB, uitgevoerd eind 2010, werd aan burgers gevraagd van 17 beleidsvelden aan te geven of zij vinden dat de Rijksoverheid daar (veel) minder of (veel) meer geld aan zou moeten besteden. 12% van de bevolking was van mening dat de overheid (veel) meer geld zou moeten besteden aan ‘het stimuleren van kunst en cultuur’, 48% vond dat de overheid hier (veel) minder aan uit zou moeten geven. Van de 17 beleidsterreinen stonden alleen ‘bijdragen aan internationale militaire missies en conflictbeheersing’ en ‘bijdragen aan de ontwikkeling van arme landen’ hoger op de bezuinigingsranglijst.”
Dat hiermee een brede meerderheid voor het kabinetsbeleid is aangetoond, staat er weliswaar niet, maar wordt wel gesuggereerd. We hebben er het bewuste onderzoek bijgehaald en daarin lezen we, op pagina 17, het volgende overzichtje:
Stimuleren van kunst en cultuur Veel minder geld Minder geld Zoals nu Meer geld Veel meer geld Geen mening 14 34 37 10 2 3
De cijfers leren inderdaad dat slechts een kleine minderheid wil dat er meer, of zelfs veel meer geld naar kunst en cultuur gaat, maar als we daarbij optellen de mensen die vinden dat er niets moet veranderen, zien we opeens een beeld dat meer voldoet aan de realiteit: 49% is tegen het kabinetsbeleid van extra veel bezuinigen op kunst en cultuur en vindt dat er niets moet veranderen of zelfs meer geld bij moet. Kortom: de meningen zijn even verdeeld als de steun voor het kabinet. In de brochure liegt het ministerie dus niet, maar ‘de waarheid dienen’ is wat anders. Sterker nog: wanneer je er – vanwege de onevenredig hoge bezuinigingen op cultuur – van uitgaat dat het kabinet een beleid uitvoert dat uitsluitend valt onder de categorie ‘veel minder geld naar cultuur’, verdampt de maatschappelijke steun helemaal. Statistiek blijft een interessant gegeven.
Sensibilisation et intérêt du public
In de kunst en cultuur gaat het, net als in het onderwijs en de gezondheidszorg, om kwaliteit, die beschikbaar is voor zoveel mogelijk mensen, maar vooral ook voor de juiste mensen. Dan ben je effectief. Met het nieuwe kabinet geldt voor de kunst echter een uitzondering: niet wíe je bereikt is belangrijk, maar uitsluitend hoeveel mensen je bereikt. Of dat nou bejaarden, kenners, Sjonnies, Achmeds of Ingrids zijn.
“Publieksinkomsten zijn de grootste bron van eigen inkomsten in de cultuursector (60% van de eigen inkomsten van BIS-instellingen). Instellingen hebben niet alleen in financiële zin baat bij maximalisering van bezoekersaantallen. Publieksbereik (ofwel het aantal bezoekers) is natuurlijk ook een doel op zich en een belangrijke indicator voor de maatschappelijke relevantie van een culturele instelling.”
‘Maatschappelijke relevantie’, een term uit de jaren zeventig die vooral over de inhoud van beleid en uitingen daarvan ging, blijkt nu uitsluitend te gaan over aantallen, net als ‘publieksbereik’ dat door het ministerie uitsluitend in kwantitatieve zin wordt gebruikt. De vraag wíe er bereikt wordt, is verdwenen uit het beleid.
Voor wie wil snappen waarom het kabinet de BTW-verhoging uitsluitend wil doorvoeren voor kwetsbaardere kunsten, en niet voor bioscopen en circussen, is de volgende passage verwarrend:
“Het bioscoopbezoek lijkt weinig hinder te ondervinden van de economische crisis (zie ook tabel 4.5). Het aantal bezoeken is in de periode 2005-2010 met ruim 36% (gemiddeld 6,4% per jaar) toegenomen. In de jaren 2009 en 2010 stijgt het bioscoopbezoek zelfs sterker dan in de voorgaande jaren, mede door de opkomst van de 3D-films. Deze films met hogere toegangsprijzen zorgen ook voor een forse stijging van de recettes. Daarnaast fungeren de bioscopen inclusief de filmhuizen in toenemende mate als goedkoop alternatief voor de podiumkunsten.”
A secrétaire d'état die dat leest kan toch niet met droge ogen het huidige beleid verdedigen? De podiumkunsten lijken nu dus bewust te worden aangepakt, terwijl het ministerie weet dat gevolgen onevenredig hard zullen zijn. Een extra heffing op bioscoopbezoek zou meer voor de hand liggen.
Wat een ellende. Een overheid die niet alleen weigert te luisteren naar de alternatieve bezuinigingsplannen waar de culturele sector zelf mee komt maar ook nog eens glashard liegt. Sturen jullie deze info ook naar Nieuwsuur etc?
Volkskrant heeft er een minuutje aan besteed en genoegen genomen met een halfslachtig antwoord van het ministerie. Verder is het geen nieuws voor de ‘grote’ media. Maar wij gan dapper door. Het loopt niet weg. 🙂
Les commentaires sont fermés.