Maandag 18 mei 2015 wordt hij gecremeerd in Utrecht: Ton Hartsuiker, onvermoeibaar voorvechter van nieuwe muziek in ons land. De laatste jaren kwakkelde hij met zijn gezondheid, hij zou zijn 82e verjaardag net niet halen. Hij was actief als pianist, muziekpedagoog, conservatoriumdirecteur, bestuurder en radiopresentator. Ook na zijn pensionering in 1998 peinsde hij er niet over te stoppen met zijn missie: zoveel mogelijk mensen enthousiasmeren voor de allernieuwste noten. Ons muzieklandschap wordt zonder hem een stuk schraler.
Musica nova
Hartsuiker (1933-2015) dankt waarschijnlijk zijn grootste bekendheid aan het radioprogramma Musica Nova op Hilversum IV (tegenwoordig Radio4), waarmee hij tussen 1969 en 1991 elke week een grote schare luisteraars trakteerde op eigentijdse muziek. Het was het vervolg op de radiolezingen die componist en publicist Ton de Leeuw vanaf 1957 voor dezelfde zender had verzorgd. Net als zijn voorganger draaide Hartsuiker composities van levende componisten, die hij met zijn typische, hese stemgeluid van een toelichting voorzag en in een context plaatste.
Was dit programma gericht op de geïnteresseerde leek, ook in de vakwereld zelf was zijn aanwezigheid schier onontkoombaar. Hij was docent aan de conservatoria van Rotterdam en Enschede en directeur van de conservatoria van Utrecht en Amsterdam. Ook jongere generaties wisten de weg naar deze aimabele, immer vlot causerende inspirator te vinden, zoals de pianisten Ralph van Raat, Christiaan Kuyvenhoven en de gebroeders Jussen. Hoewel hij zijn leven lang het modernisme promootte, was hij niet eenkennig. Zo brak hij ook een lans voor de jonge componist Joey Roukens (1982), wiens muziek ongegeneerd teruggrijpt op de romantiek.
Ensemble M
Wat hem stak is dat hij in de jaren zeventig gaandeweg als pleitbezorger van de avant-garde overvleugeld raakte door Reinbert de Leeuw en diens Schönberg Ensemble. Dit ontstond een paar jaar na het door Hartsuiker en David Porcelijn in 1972 opgerichte Ensemble M, op initiatief van een groep studenten die Schönbergs Pierrot lunaire wilde uitvoeren. Met lede ogen zag Hartsuiker toe hoe een club studenten meer aandacht kreeg dan zijn eigen ensemble van professionals.
Hij zag hierin zelfs een soort complot van de progressieve pers, die op de hand zou zijn van De Leeuw c.s. en de twee ensembles bewust tegen elkaar zou uitspelen, zoals hij me in 2008 vertelde. Maar ondanks zijn onmiskenbare rivaliteit met de vijf jaar jongere De Leeuw, nodigde hij deze uit voor zijn radioprogramma, bezocht hij diens concerten en hielp hij hem met het instuderen van een stuk voor ‘prepared piano’ van John Cage.
In 1969 trouwde Hartsuiker met de mezzosopraan Inge Frölich, die hij had leren kennen aan het Twents Lyceum in Enschede, toen hij daar een koor leidde. Ze werden onafscheidelijk en ook in Tons nadagen trof ik hen geregeld bij concerten met hedendaagse composities. Hoe verzwakt hij ook was, altijd wist hij een inhoudelijk commentaar te formuleren op de uitgevoerde werken. Heel zijn wezen ademde muziek. Hij omschreef zichzelf als ‘een musicus in bredere zin. Noem het muzisch-zijn’.
Zijn dood is niet alleen een persoonlijke tragedie voor zijn weduwe, maar ook een groot verlies voor het Nederlandse muziekleven