De vierde reprise van Elektra door De Nederlandse Opera is over de helft. In de laatste voorstellingen nemen twee verse dramatische sopranen het stokje over.
Waarom wordt een opera hernomen, zelfs maar liefst vier keer? Bij de slaapverwekkende Don Giovanni in het vorige seizoen van De Nederlandse Opera – ook al een reprise – was dit misschien een logische vraag. Het besluit bleek al genomen bij het contracteren van de eerste serie. En ja, dan zit je eraan vast. Ook al blijkt de voorstelling wanstaltig.
Bij Elektra liggen de zaken heel anders. De regie door Willy Decker werd en wordt hogelijk gewaardeerd. Na 1996, 2000 en 2006 staat hij nu opnieuw in de Stopera. Ik ging op zoek naar antwoorden en kwam terecht bij Klaus Bertisch, dramaturg bij De Nederlandse Opera. “Je maakt een investering en die wil je zo veel mogelijk laten zien.”
Betreft het hier goed ondernemerschap? “De kosten zijn belangrijk voor ons. We konden bezuinigen op het decor. En het koor; er is maar een zeer klein kooraandeel in deze opera dus daarvoor hebben we het Toonkunstkoor Amsterdam gevraagd.” Dit ligt in de nieuwe programmalijn van het Muziektheater om meer locale amateurensembles te betrekken bij producties.
“Maar er is wel een orkest van honderd man en de solisten natuurlijk. Daar kun je onmogelijk op bezuinigen”. Bertisch legt uit dat er wereldwijd slechts vijf (!) sopranen zijn die de rol van Elektra kunnen zingen op dit niveau. Dan ga je toch even heel anders luisteren naar de desbetreffende zangeres. “Elektra en haar zus Chrysothemis, beiden dramatische sopraan met een veeleisende partij, laten we daarom door vier zangeressen vertolken. De volle serie van negen voorstellingen doen is ongezond en onuitvoerbaar.”
Afgelopen zaterdag stond de tweede Elektra op het podium, Linda Watson. De tweede Chrysothemos, Ricarda Merbeth, ging haar een voorstelling eerder voor. Samen met de mezzosopraan Michaela Schuster, die de ijzingwekkende moeder Klytaemnestra vertolkt, vormt het drietal een imponerende batterij vrouwen. Richard Strauss in zijn element.
De componist liet zich inspireren door de actrice voor wie librettist Hugo von Hoffmansthal eerder het toneelstuk Elektra had geschreven in 1903. De hoogdramatische Gertrud Eysoldt. Ze sprak in een brief over de rol: “Allemaal wilde pijnen… dit onophoudelijk bronstig kolken van mijn bloed…”. En over haar regisseur Max Reinhardt: “Het is charmant om naar Reinhardt te luisteren als hij spreekt over wat onuitgesproken in de mensen sluimert – maar altijd gaat het hem om de mens, die zich in het heelal katapulteert.”
Elektra is ten prooi gevallen aan verwildering – haar koninklijk witte kleren zijn verfomfaaid, haar haar valt in touwen om haar gezicht. Er is geen weg terug; ze is te ver afgedwaald van wat wij leven noemen en denkt slechts in termen van vernietiging.
Linda Watson zingt deze Elektra met een verkillende overtuiging. Van haar oerschreeuw in het begin, “Allein”, tot aan de roep om haar broer aan het eind, “Orest”, omklemt haar schrille klank je hart. Maar pas echt aan je stoel genageld zit je als haar tonen kalm en stil worden als ze fluisterzacht haar vermoorde vader Agamemnon aanroept – dan hoor je de onvermijdelijkheid van wat komen gaat: de ondergang van haarzelf, haar gehate moeder en diens nieuwe liefde, Aegisthos.
Terwijl Watson een verklanking lijkt van Nietzsche, is Michaela Schuster als Chrysothemos er meer één van Freud. Zij dartelt bijna, in een witte cocktailjurk, het haar stijf van de haarlak. Alleen aan haar lege, openhangende tasje kun je merken dat ook zij zich verloren voelt. Maar haar binding met het leven is groter. Ze volgt haar driften: ze hoeft geen wraak, ze wil enkel liefhebben en baren.
Het verschil tussen de twee zussen, tussen de twee zangeressen is groot. Watson klink ontbonden, maar heeft de magnifieke combinatie van beheerste verwildering. Schuster klinkt warm en met vlagen wanhopig. Ze is echter niet verstoken van hoop – het maakt dat ze wil leven. Het is alsof de twee nooit anders hebben gedaan dan in een disfunctioneel gezin samen te leven. Je kunt niet anders dan je laten meeslepen in deze destructie, voortgestuwd door de muur van klank die het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Marc Albrecht over je heen stort.
Elektra is nog te zien op 25, 28 en 31 oktober in het Muziektheater. Ga voor meer informatie en kaarten naar de site van De Nederlandse Opera.