Europe in Motion is een reizend talentontwikkelingsprogramma en fungeert als ‘battleground’ en plek van ontmoeting voor jonge choreografen. Wat urgent is in dans, wordt een week lang besproken om dansmakers te stimuleren in hun artistieke ontwikkeling. Deze tweede editie, met partners Dance4 (Nottingham), iDans (Istanbul) en Imagetanz (Wenen), eindigt in Utrecht. Op Springdance was eerder dans uit high tech laboratoria in Israël (Batsheva Dance Company) te zien. Het is nu tijd voor beweging uit Europees low profile werk van danswerkplaatsen.
Het toneel is een witte, gestripte bak. Bij Bahar Temiz uit Turkije staat in 1+ een danseres half op het toneel en loopt naar het midden. Een effectieve stilte valt. Op de achtermuur is projectie van de ruimte te zien. Zodra muziek begint, komt hedendaagse beweging op gang die halverwege verandert in dans. De solo komt voort uit eerder gemaakt groepswerk en vanwege de afwezigheid van de dansers focust de choreografe zich op gebruikte en niet gebruikte ruimte. Deze solo is vooral een studie door een getrainde danseres.
In Vimmaa (uitzinnigheid) van Satu Tuomisto beginnen een jongen en een meisje hardop te lachen. Er volgt dans waarvan spannende foto’s gemaakt kunnen worden: wisselende sprongen met haren in de lucht of een rol op de vloer. De jongen rent steeds een halve cirkel achteruit, hier is meer sprake van choreografie. De maakster legt na afloop uit dat een opdracht bij het Fins Nationaal Ballet een drang gaf uit een stramien van dans te breken. Dat gebeurt met een hartslag waarmee haar twee dansers worden aangedreven tot een ritmische erotiek. Net als in het echt kan het onzinnige beweging lijken, maar als het meevalt lang duren.
Twee verveelde correspondentievriendinnen Inge van Bruystegem en Veronika Zott zitten in korrespondenz met geschminkte gezichten op een tafel. Op een band wordt hun briefwisseling in het Engels met vet accent voorgelezen. De dansmakers hebben een achtergrond aan de London School of Contemporary Dance maar daar is weinig van te zien. Veronika danste in werk van Ivo Dimchev (te zien op Springdance). Deze alleskunstenaar is van een geheel ander kaliber en zal dat blijven. Voer korrespondenz maandenlang op locatie non-stop uit en het kan een artistieke waarde hebben.
Canan Yucel legt in My Motto eieren op de vloer, loopt naar het midden en kijkt boos het publiek in. Ze begint moderne dansbewegingen op de vloer met blauwe sokken aan en stopt voor een disclaimer over de voorstelling: die zal niet het beste zijn dat we hebben gezien. Canan blijkt naast ex-rechtenstudent ook entertainer te zijn en kent gezonde zelfreflectie. Ze vraagt of we graag een stukje dans op muziek zien om direct te starten en het weer weg te wuiven. Ze begint een verhandeling over de effecten van het Nederlandse belastingstelsel op relaties en concludeert: “If you don’t have a partner, I think it’s okay”. Met My Motto stelt Canan de vraag of middelmatigheid een manier van leven is.
Geen van de stukken hebben de pretentie af te zijn. ‘Nothing can be the best’ was de boodschap die dansdramaturg Robert Steijn en choreograaf Maria Hassabi als mentor wilden meegeven aan de jonge makers.
Europe in Motion is nog te zien (met andere talentvolle makers) op 24 en 25 april.
Ruben Brugman
Reacties zijn gesloten.