“We gebruiken de sociale media niet omdat het cool is,” zegt de Tunesische internetactivist Sami Ben Gharbia. “Maar in een dictatuur is het de enige manier om mensen te informeren over wat er echt gaande is. Om de demonen in de samenleving te bevechten. Ik ben niet een techny geworden omdat het leuk is. Ik had gewoon bruikbare kennis nodig over internetcodes, om mijn burgeractivisme mogelijk te maken.”
In het programma Arab Demons tijdens Winternacht 1 sprak Petra Stienen met een aantal prominente schrijvers, bloggers en activisten, ieder afkomstig uit een andere dictatuur in de Arabische wereld.
“Internetactivisme alleen is onvoldoende,” zegt Samar Yazbek uit Syrië. “Onze rol als schrijvers en activisten begint en eindigt niet achter het toetsenbord. Maar we moeten met de mensen de straat op om echte verandering door te voeren. En onze rol staat in dienst om al die mensen te helpen die vechten tegen het onrecht. Momenteel is onze grootste demon in Syrië de tiran en moordenaar Assad. En de morele corruptie die hij heeft veroorzaakt. Eerst moet hij verdwijnen, dan pas kan de echte, sociale revolutie beginnen. En die strijd zal nog heel lang duren.”
Ben Gharbia knikt: “Ik ben hoopvol. Ondanks alles. Elke hervormingsbeweging kost tijd, moeite en pijn. Het zal een worsteling zijn, maar ik vertrouw op het democtiseringsproces. Zowel in Tunesië als in de andere Arabische landen.”
“In Algerije zijn we al een fase verder,” vertelt Mohamed Magani. “Wij zijn dictator Ben Ali allang kwijt. Dé grote demon is nu onze zelfcensuur. Je bent als schrijver in principe vrij om te schrijven wat je wil, maar het grote probleem is om het gepubliceerd te krijgen. Ik geef toe, dat is meer een armoedeprobleem.”
Tunesië is weer een totaal ander verhaal, aldus Ben Gharbia. “Heel lang was Tunesië een geliefd vakantieland, met goede banden met het westen. We hadden een heel positief imago naar de buitenwereld. Er werd door de machthebbers altijd gezegd dat Rome en Parijs dichterbij lagen dan Bagdad en Damascus. Dat is natuurlijk geografisch correct, maar het was duidelijk dat het westen de onderdrukking ook in stand hield. Tot op het allerlaatste moment van de revolutie, vlak voordat Ben Ali de benen nam, heeft Frankrijk nog overwogen om troepen te sturen om de opstand de kop in te drukken. Tunesië heeft enorm geleden onder een keiharde onderdrukking, waarbij ook het internet enorm werd ingezet. De enige manier om deze ‘demon’ te verdrijven, is om de muur van de angst te doorbreken.”
Magani haakt in: “Ondanks alles moeten we blijven schrijven en praten over onze menselijkheid. Dat is onze verantwoordelijkheid. In alle ellende moet er ruimte blijven voor de stem van de underdogs, de mensen die onderdrukt worden. Als schrijvers en bloggers zijn we een soort curators van informatie, en vertellen we elkaar over onze specifieke problemen in elk land.
Yazbek: “En zo kunnen we elkaar steunen. Laten we beginnen met elkaars boeken te lezen.”