Tijd voor goed nieuws over kunst. De verbouwing van het Rijksmuseum mag dan jaren langer hebben geduurd dan verwacht, en ook voor veel meer discussie hebben gezorgd dat nodig zou zijn geweest: de zaak is ‘binnen de financiële kaders’ gebleven. Dit meldt minister van cultuur Jet Bussemaker in een brief die ze vandaag naar de kamer heeft gestuurd.
Hoe dit huzarenstukje tot stand is gebracht, legt ze kort uit:
‘De vertragingen hebben geleid tot financiële tegenvallers: stijgende bouwkosten, langer gebruik van tijdelijke voorzieningen en hogere projectkosten. Er zijn echter ook financiële meevallers: er zijn lagere kosten door een gunstiger rentetarief dan aan het begin van het project was voorzien en doordat het museum later opengaat dan voorzien, hoeft pas vanaf een later moment de hogere huur te worden betaald. Voor de ontvanger van de huur, de Rijksgebouwendienst, was dit geen probleem omdat er door de vertraging ook op een later moment kon worden geleend. Per saldo zijn de meevallers en tegenvallers met elkaar in evenwicht en daarom zal het project binnen de financiële kaders worden afgerond.’
Kortom: in tijden van crisis hebben sommige nadelen ook zo hun voordeel.
Reacties zijn gesloten.