‘De praktijk van betaling met een boekenbon hoort niet bij een professionele sector met een fors economisch belang.‘ Jeffrey Meulman, directeur van het Nederlands Theaterfestival, heeft ermee leren leven. Tegen wil en dank. Als gastheer van het jaarlijkse Gala van het Nederlandse Theater, heeft hij het voor elkaar gekregen om dat feest opnieuw te organiseren. Zonder geld.
Op zijn website legt Meulman het uit: ‘Sinds de liquidatie van het Bureau Promotie Podiumkunsten in oktober 2013 is er voor het Gala van het Nederlands Theater geen geld meer. Was er ooit een budget van een ton, afkomstig van de opbrengsten van de afgeschafte Theater- en Concertbon, nu is dat nul. Met vereende krachten kan dat Gala toch gerealiseerd worden, grotendeels omdat het Nederlands Theater Festival, de Amsterdamse Stadsschouwburg en ACT, de vereniging voor Acteursbelangen er hun tijd en middelen in steken. Mensen worden voor hun inzet niet of amper betaald. Dat is de downside. Die niet zou moeten mogen.‘
Om nu alleen naar de regering te wijzen als oorzaak van dit alles, voert te ver. Immers, dat Bureau Promotie Podiumkunsten is niet aan een subsidiestop ten onder gegaan, maar aan domheid bij de financiers. Daar hebben we uitvoerig over gepubliceerd. Er zijn meer redenen waarom het mis gaat. Meulman geeft er zelf een paar:
1: Geefcultuur is mislukt.
Van den Ende zegt het zelf: de geefcultuur in Nederland komt niet van de grond zolang we hier nog vele malen meer belasting betalen dan in geefcultuurvoorbeeldland Amerika.
2: De sponsormarkt is ingestort.
Wie nog wel eens iets geeft wordt gestraft met een overvloed aan aanvragen van nieuwe inititatieven.
3: Wie nog geld heeft, moet betalen.
Rekeningen die niet naar het bedrijfsleven, overheid of het publiek worden gestuurd maar voornamelijk naar elkaar. Waar eerst vriendendiensten werden geleverd, heerst nu het ‘uurtje-factuurtje’.
[Tweet “Waar eerst vriendendiensten werden geleverd, heerst nu het ‘uurtje-factuurtje’.”]4: Kunst marginaliseert.
Uit de theaters is het gesubsidieerde toneel aan het verdwijnen terwijl ook de vrije producenten worstelen om aan speelbeurten te komen. Filmhuisfilms draaien steeds korter in de bioscopen.
Hoe nu verder? Het is duidelijk dat de bodem nog niet in zicht is. Het is bekend dat veel instellingen in hun toegekende subsidieaanvragen veel te rooskleurige cijfers hebben gegeven over hun verwachte publieksinkomsten. Of dat binnen nu en twee jaar tot nieuwe faillissementen gaat leiden is nog niet zeker. We vermoeden dat het anders gaat: mensen gaan gratis werken.
Voorlopig zullen we het dus met deze toekomstvisie moeten doen:
‘Concreet en voor de hand liggend: als artiesten, professionals en fans consequent en genereus eigen content delen via de sociale media, maakt dat het knokken om een felbegeerde minuut in DWDD uiteindelijk overbodig. Een artikel dat het goed doet op internet, maakt een plek in de krant onnodig. Het Amsterdam Fringe Festival moedigt aan om toch vooral je eigen theater in je eigen huiskamer te beginnen.’
En dus besluit Meulman, die ook aan de wortels stond van het geslaagde bid van Leeuwarden om Culturele Hoofdstad van Europa te worden: ‘Een andere blik op wat waarde vertegenwoordigt, creëert kansen. Velen weten dat, maar niet iedereen is bereid om het geloof in groei-door-meer-geld op te geven.’
Reacties zijn gesloten.