Fort Nieuwersluis is de grootste verrassing van de kunstmanifestatie Gimme Shelter. Tot anderhalf jaar geleden was het verdedigingswerk een no go-area. De BB (‘Bescherming Burgerbevolking’) zat er tot 1989 om telefoonlijnen te beschermen tijdens, maar vooral na de Derde Wereldoorlog, als de rest van Nederland onder de keukentafel zou zitten te schuilen voor de H-Bom. Toen de atoomvrije vesting definitief overbodig werd door de val van de muur, liet defensie het complex in de steek en nam de natuur het over. Er groeien meidoorns. Er nestelen baardvleermuizen. En nu klinken in de torenbunker vervormde trompetten die een modern reveil blazen. Naargeestig, indrukwekkend, prachtig.
We bereiden ons altijd voor op de vorige oorlog. Zo kan de volgende oorlog ons steeds weer overrompelen. Gimmie Shelter is door kunstcritici Lucette ter Borg en Sacha Bronwasser bedacht en ontwikkeld om aan dat idee een kunstzinnige vorm te geven. Als locatie kozen ze drie markante forten van de Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. Die verdedigingslinie werd gedurende de 19e eeuw aangelegd. Het miljardenproject met in totaal bijna 150 forten, bunkers en versterkingen tussen Amsterdam en de Biesbosch stond niet op landkaarten, ging verborgen achter grachten en prikkeldraad en vormde zo een eigen ijzeren gordijn in het Hollandse laagland. Al tijdens de aanleg werd duidelijk dat al het werk geen nut had: de bakstenen bunkers waren niet tegen moderne granaten opgewassen en Nederland onder water zetten had weinig zin wanneer de vijand zich via de lucht zou melden.
“De Waterlinie was de JSF van de 19e eeuw”, verklaart Ter Borg tijdens een rondleiding met journalisten. Dat is de reden waarom op de drie forten waar Gimme Shelter te zien is, één element gelijk is. Er staat zowel in Vijfhuizen, Nieuwersluis als Asperen een kunstzinnige impressie van het vliegtuig dat nog geen drone uit de lucht kan schieten: de Joint Strike Fighter. Die pieces de resistance zijn alle drie anders, en alle drie op een andere manier indrukwekkend.
De JSF van Vijfhuizen (Matjaž Štuk & Alena Hudcovičová) is een tonnen wegend aluminium gevaarte dat balanceert op niet meer dan 8 vierkante centimeter grondcontact. Er gaat alleen daardoor al een dreiging uit van het glimmende aluminium ding, ook al staat het op het punt van inslaan op de flanken van het fort onder de rook van Haarlem.
De op een simpele trekhaak balancerende vleugels van kunstenaar Zoro Feigl zijn al even spannend. In een straf windje zweven ze alle kanten op, zo nu en dan vlak over de hoofden van de bezoekers. Je moet serieus oppassen geen klap van deze horizontale molen te krijgen, maar die wetenschap draagt alleen maar bij aan het gevoel dat de manifestatie op wil roepen: oorlog is waanzin die zonder reden toeslaat.
Er is prachtige kunst te zien: buiten, maar vooral in de forten. Met onder meer een flink subsidiebedrag van het Mondriaanfonds kon Ter Borg samen met haar collega Sacha Bronwasser opdrachten verlenen aan gevestigde namen als de eerder genoemde Zoro Feigl, maar ook Lida Abdul en Stefan Gross. Van laatstgenoemde is de roze zuurstok-JSF op Fort Asperen.
Tussen de kunstwerken door laten de curatoren van de manifestatie veel ruimte voor de oorspronkelijke details van de forten zelf. Vooral in Nieuwersluis levert dat een bijzondere ervaring op. Omdat het fort nog maar recent ‘ontdekt’ is, voel je de geest van de koude oorlog nog in ieder kamertje. De telefoonboeken uit 1989, de handbediende bordjes die waarschuwden voor fallout, de fietsen waarmee de luchtcirculatie kon worden behouden.
In zo’n decor komt het werk ‘Continuity’ van Omer Fast huiveringwekkend goed tot zijn recht. De videofilm, geprojecteerd in een van de donkere bunkers van het fort, toont een stel ouders dat een jonge oorlogsveteraan van de trein afhaalt. Of het hun zoon is of niet, of zijn verhaal echt is of niet, alle vragen komen langs. Genoeg voor 20 minuten beklemming.
Zo maken ze elk fort tot een aparte belevenis, terwijl het centrale thema, de waanzinnige fictie van oorlog, overal in doorklinkt. Dat is best een prestatie, en het is mooi om mee te maken.
Of je de drie forten op één dag moet bezoeken? Ik zou het afraden. Maar je moet ze wel alle drie gaan zien. Asperen, waar de expositie het grootst is, bevat een paar van de meest subtiele werken. De opgloeiende ijzerdraadharten van Ralf Westerhof zijn wonderlijk en vertellen tegelijk heel overtuigend het verhaal dat vijandbeelden ficties zijn. Dick Verdult heeft Margaret Thatcher in de centrale schacht opgehangen als de kolderieke clown die ze tegenwoordig is in Argentijns straat- en tv-vermaak.
In Vijfhuizen hangen langs het water een paar historische vliegtuigen, als bouwpakket in een boom, als rupsen in verpopping. Een paar meter daarnaast kun je door vreemden of vrienden een brug over geholpen worden, met het risico dat je niet meer terug kunt.
Oorlog kan heel dichtbij zijn.