Op 7 oktober gaat in Theater aan de Schie in Schiedam de eerste try-out van de opera Mariken in de tuin der Lusten van Calliope Tsoupaki. Zondag 11 oktober is de wereldpremière in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Op uitnodiging van Opera2Day verdiepte Tsoupaki zich in Mariken van Nieumeghen, heldin van het gelijknamige mirakelspel dat precies vijfhonderd jaar geleden in Antwerpen werd gepubliceerd. De jonge Mariken sluit een pact met de duivel, maar komt na zeven jaar tot inkeer en gaat naar een klooster. Vier vragen aan de ‘Monteverdi van de 20e eeuw’.
Wie was Mariken van Nieumeghen?
‘
Mariken is een jonge meid die opgroeit bij haar oom in de buurt van Nijmegen. Hij stuurt haar naar de stad om inkopen te doen, maar als het donker wordt kan ze niet meer terug naar huis. Ze klopt aan bij een tante, die haar voor sloerie uitmaakt, waarna ze in handen valt van de duivel Moenen. Die belooft haar alle wetenschappen en talen te leren in ruil voor haar liefde. Samen met hem gaat ze naar Antwerpen, waar ze een liederlijk leven leidt maar ook uitgroeit tot een grande dame, die met Moenen anderen domineert.
Ik heb me eindeloos afgevraagd wie zij is, wie zij nu zou kunnen zijn. Wat is haar drijfveer? Mariken is niet alleen een onnozel meisje, zij is een teenager die het leven wil beleven en die de kluts kwijtraakt door dat verlangen. Zij zet alles op het spel. Zij verlangt naar kennis. Moenen geeft haar daarnaast rijkdom, maar daar gaat het haar niet om. Faam geeft hij haar ook: ‘Jij wordt de vrouw aller vrouwen, de beste, je wordt geëerd, hoog geprezen, geen andere vrouw zal ooit zijn zoals jij.’
[Tweet “Calliope Tsoupaki: “Mariken zet alles op het spel. Zij verlangt naar kennis.””]Ik vind het mooi in de teksten van Moenen en anderen te kijken naar de positie van de vrouw in die tijd, dat interesseert mij enorm. Mariken wordt in Antwerpen een dame van stand. Tegelijkertijd lees je ‘daar ga je zien alle vrouwtjes van het leven’, waardoor een heel andere kant belicht wordt van wat een vrouw kan zijn. Ik vind die dubbelzinnigheid heel allegorisch. De tekst is enorm gelaagd, er zit ook veel kritiek in.
‘
Waarover gaat die kritiek?
‘Over de positie van de vrouw, de maatschappij, de burgerlijkheid van de mensen. Er is veel sociale kritiek op de positie van de vrouw, maar ook op die van de kunst. Moenen is behalve een slechterik ook een kunstzinnige en intelligente man, die zijn kennis op Mariken overdraagt en haar onderwijst in de kunsten. De teksten die zij reciteert klinken heel actueel, alsof ze ageert tegen de bezuinigingen van het kabinet. Ze hebben een bijna spandoekachtige kracht: elke stommerik kan de kunst kapot maken, dan ben je dom bezig. Dat zit allemaal in die 16e eeuwse tekst! Daar was ik zeer door verrast.’
Als Moenen haar zoveel leert, waarom verlaat Mariken hem dan na zeven jaar?
‘Het is het ontwaken uit de droom, je bent op de stairway to heaven, maar komt ergens aan, het leven gaat verder. Je bent niet alleen grande dame, je wordt ouder en realiseert je: ik ben toch op een heel gekke plek beland. Je ziet je gezicht in de spiegel en denkt: ben ik dat? Dat is mijn eigen symboliek. Een kamer met spiegels is eng: je ziet jezelf overal, maar eigenlijk is er leegte, je wilt terug naar vroeger. Je kunt het vergelijken met het niet mogen omkijken naar het verleden, dan word je een zoutpilaar. Het is onomkeerbaar, plotseling ziet Mariken wat er echt aan de hand is en begrijpt ze wie Moenen eigenlijk is. Ze wil terug naar wie ze was, maar dat kan niet. Het is geen keuze waarin je héél blijft, dat is tragisch. Ze gaat uiteindelijk ten onder.’
Hoe heb je het muzikaal aangepakt?
‘
Het verhaal en de karakters zijn allegorisch, daarom heb ik ook muzikale allegorieën gemaakt. Er zijn veel dubbele bodems, ook in de muziek, want de personages zijn weliswaar archetypen, maar verbeelden tegelijkertijd iets groters dat erachter ligt. Neem de slechte tante. Zij is misschien iemand die een onafhankelijke vrouw had willen zijn, maar zo geworden is omdat ze door de omstandigheden niet het leven kon leiden dat ze wilde. Ik belicht in mijn muziek die achterliggende drijfveren.
Een voorbeeld van een muzikale allegorie is de toon C, do in het Frans. Die heb ik heel bewust gebruikt en komt veel voor in de opera. Do is van Domine, God, maar omgekeerd ook van dominatrix, de vrouw die met de zweep slaat – in Antwerpen domineert Mariken samen met Moenen een heleboel mensen. Duivel is ook met d. Vaak heb je een ladder die omhoog gaat, als een stairway to heaven, maar ik heb soms juist een toonladder gebruikt die omlaag gaat. Zo zijn er veel allegorieën en dingen die omgekeerd zijn. We zullen samen zijn – maar ze gaan niet naar de hemel, maar de hel…
‘
Mariken in de tuin der lusten toert tot en met 21 november door het land volgens deze speellijst.
Lees hier een interview met actrice Hannah Hoekstra (Mariken) en Serge van Veggel (artistiek leider OPERA2DAY).