Het wordt voor ondernemingen en belangenclubs in de cultuur de grote opgave voor 2016: hoe verbeteren we het imago van ‘de sector’? Komend jaar – zo voorspel ik u – zullen kosten noch moeite worden gespaard om de cultuursector een beter imago te geven. Er zal vast ook een onderzoek worden gedaan naar hoe dat imago kan worden verbeterd. Dit leidt op de overgang tussen 2015 en 2016 tot een paar voorzetjes mijnerzijds.
1. Welk imago?
Om een heel lang en duur verhaal kort te maken: er is helemaal geen probleem met het imago van de kunst- en cultuursector. Het imago is in ieder geval niet veel slechter of beter dan, pakweg, 25 jaar geleden. Het enige verschil is dat er nu een politieke elite aan de macht is, die subsidies haat, intellect wantrouwt en maatschappijkritiek verdacht vindt. Politici die er zo over denken hadden heel lang een slecht imago. Dat imago is ook niet verbeterd, maar het geval wil wel dat ze nu al een paar jaar aan meerderheden geholpen worden door kiezers die het ook even allemaal niet meer weten.
Maar heeft de cultuursector daardoor een slechter imago gekregen? Zeker niet.
2. Geef de zeikers een keertje gelijk
Stel dat de mensen gelijk hebben, die zeggen dat de kunstsector subsidieverslaafd is, zich boven het gepeupel wil verheffen en dus neerkijkt op de problemen van gewone mensen? Al is het maar een beetje? Waarop baseren zij zich dan? Niet alleen op de propaganda van de populist. Zoals de vluchtelingenhaat gedijt op onze ingebouwde angst voor alles wat nieuw, vreemd en onbekend is: het zaad van propaganda ontkiemt het beste wanneer het in vruchtbare bodem valt.
Onderwijs, vastgoed, zorg, leger, kunst. Overal waar subsidies worden verstrekt, komt misbruik voor. Iedereen kan een voorbeeld bedenken van zelfverrijking rond een subsidie die door politieke tegenstanders is verstrekt. Wat fout gaat bij vastgoedsubsidies, gaat ook fout bij kunstsubsidies, al staan er bij de kunst wat minder cijfers vóór de komma.
Een beetje introspectie is dus nodig. Er zijn, mede door de plotseling veranderde houding van de overheid, een paar rotte appels boven komen drijven op management- en toezichtgebied, waar niemand trots op kan zijn: het Orkest van het Oosten en Het Grand Theatre zijn daar de opvallendste voorbeelden van. Ook al gaat het om peanuts, zeker in verhouding tot het overheidsgeld dat verspild wordt met vastgoed- of landbouwsubsidies: in tijden van schaarste ligt iedereen die iets ‘krijgt’ onder een enorm vergrootglas. Eén bericht over zo’n affaire maakt vervolgens ieder pleidooi voor nut en noodzaak van kunstsubsidies verdacht. En dat is best terecht.
3. Houd op met al die pleidooien
Misschien ligt het aan mijn timeline op Facebook en Twitter, maar nog minstens iedere week deelt iemand vol instemming een pleidooi voor de noodzaak van kunstsubsidies. En hoe eens ik het er vaak ook mee ben, die pleidooien werken averechts. In het beste geval halen ze niets uit. Ik heb nog geen politicus gezien die dankzij een pleidooi voor cultuursubsidies zijn opvattingen veranderd heeft. De pleidooien vergroten alleen maar de kloof. Hoe meer pleidooien, hoe meer mensen bij zichzelf zullen zeggen: wat een geborneerd zooitje, die kunstenaars.
4. Respecteer jezelf.
Cultuursubsidies zijn geen recht. Helaas, maar aan die situatie zal de komende jaren niets veranderen. Als onverhoopt ooit een echte populist aan de macht komt, zal die wellicht de kunstsubsidies verhogen, maar de partijlijn volgend, zullen daar zware inhoudelijke eisen aan verbonden worden. Moet je dan wel blij zijn?
Bereid je liever voor op een kille en gure toekomst. Groot bezette toneelstukken zijn alleen nog een of twee keer per jaar mogelijk. Alleen het Concertgebouworkest zal nog voldoende kwaliteitsmusici op kunnen brengen om Mahler te spelen, beeldend kunstenaars zullen zich voor hun inkomen op het Tefaf-publiek moeten richten, schrijvers zullen gewoon blijven doen wat ze altijd al deden: in hun vrije tijd aan een boek werken in de hoop dat ze ooit genoeg zullen verkopen om een paar uur per dag vrij te kunnen nemen, of succesvol en nog jong genoeg zijn om bij DasMag te mogen komen.
De kunst overleeft wel, maar niet iedereen die zich nu kunstprofessional noemt, zal overleven. Daar kunnen we gewoon even helemaal niets aan veranderen. Het veranderde politieke klimaat is een even grote zekerheid als de zeespiegelstijging.
De wereld zal nooit meer dezelfde zijn, maar ik hoop dat de kunstenaars, de mensen in de cultuursector waar ik zo van houd, de vuiligheid van hun schouders kloppen en terug aan het werk gaan. Hoe onderbetaald ook. Al geven ze daarmee de extreemste liberalen gelijk.
Soît.
5. Neuk het systeem.
Verbeelding is belangrijker dan subsidie of politiek.