Alleen Maastricht, Den Bosch en Enschede konden genieten van Menotti’s Amahl and the Night Visitors. Veel te weinig voor een opera die slechts tweemaal eerder in ons land te zien was (in 1988 en 1965) maar alles in zich heeft om een jong publiek voor het genre te winnen én de decemberopera bij uitstek is. Zeker als de mini-opera zo mooi glinstert als in de nieuwe productie van de Nederlandse Reisopera. Vijf redenen waarom de Reisopera Amahl and the Night Visitors vast op het repertoire moet zetten.
1. De opera zelf
De plot is eenvoudig, en geeft een draai aan het Bijbelse verhaal van de drie koningen die op weg zijn naar een bijzonder kindje. Onderweg kloppen ze aan bij het kreupele jongetje Amahl en zijn arme moeder, de herders uit het dorp komen zingen en dansen en door een mooi gebaar van zelfopoffering volstrekt zich een heus wonder.
Gian Carlo Menotti – geboren in Italië, maar werkzaam in de Verenigde Staten – schreef de opera op verzoek van televisiezender NBC. Zoekend naar inspiratie, vond hij die uiteindelijk in De aanbidding van de drie koningen van Jeroen Bosch. Op eerste kerstavond 1951 werd Amahl als eerste speciaal voor televisie gecomponeerde opera uitgezonden. Dankzij de melodische muziek, die vaak al te gemakkelijk met Puccini wordt vergeleken, en het humoristische en zoete verhaal werd Ahmal een instant klassieker, niet alleen in de VS, maar vooral in Engeland. “As with the Queen’s speech and endless repeats of The Sound of Music, Christmas would not be Christmas without Gian Carlo Menotti’s one-act opera about the Three Kings’ unscheduled stopover at the home of a crippled shepherd boy,” aldus The Guardian.
2. Deze enscenering
Wereldschokkend is het decor niet. Wat heet: er is helemaal geen decor. Wel is er de slimme belichting van Bas Berensen, de choreografie van Francesco Bekkema en de mooie personenregie van Paul Carr. Het orkest zit op het podium, boven hen de sterrenlucht en bij de opkomst van de drie koningen sneeuwt het. Meer is niet nodig. Carr actualiseert niet, de koningen zijn overduidelijk koningen, de grappen komen uit het libretto (de dove koning Kasper) en een pot goud is gewoon een pot met goud.
De enige frivoliteit die Carr zich veroorlooft door de page op hoge hakken en met jarretels op te voeren, is niet storend en vooral een knipoog naar zijn relatie met de drie koningen. Wie is hier nou eigenlijk de baas? Hartverscheurend is zijn omhelzing met Amahl.
3. Deze cast
Iedereen is goed. De dansers, het koor en alle solisten. Vooral Amahl en zijn moeder zijn uitmuntend gecast. Anna Traub heeft hooguit iets te veel volume voor deze intieme productie, maar blijkt wederom een geweldig actrice. Een betere Amahl dan Bernadeta Astari is nauwelijks denkbaar. Natuurlijk, zij heeft met haar verschijning alles mee – ze is immers opvallend klein – maar door louter daar op te wijzen, doe je haar veel te kort. Het spelplezier is overduidelijk en vocaal stuwt zij iedereen naar grote hoogten.
4. Orkest en dirigent
Ja, de muziek van Menotti is zeer melodisch, zeer toegankelijk en made for the masses. Maar al te vaak klinkt zijn muziek daardoor als stroperige honing. Niets daarvan bij philharmonie zuidnederland. Dirigent Arjan Tien is niet wars van het sentiment, maar zwelgt daar niet in. Met als gevolg een prachtige lichte en transparante klank, met mooie accenten en geen onnodig vertragen en dan weer versnellen, maar een volkomen natuurlijk tempo.
5. Relatief eenvoudig op repertoire te nemen
Nee, deze solisten, dit orkest en deze dirigent zijn niet ieder jaar eind december allemaal beschikbaar. Maar de productie staat als een huis, heeft geen vrachtwagens vol decor nodig. Nog belangrijker is dat Amahl ook een uitgelezen kans biedt aan jong talent, zoals ook hier. Niet voor niets is de opera bewust door Menotti zo gecomponeerd dat hij ook door amateurgezelschappen uitgevoerd kan worden.
Van amateurs hier geen sprake. Integendeel Vijf fonkelende sterren.