Mozarts Così fan tutte uitgevoerd door de Nederlandse Reisopera op 12 februari in het Theater Carré, is verre van speels. Xander Straats regie heeft veel pretenties die weinig inhoud en een statisch beeld leveren. De vaart van deze opera giocoso steekt in de muziek zelf en in de formidabele stemmen van de jonge solisten.
Onbetrouwbare vrouwen
Così fan tutte, of De school voor geliefden, vertelt vier uur lang over de onbetrouwbaarheid van vrouwen in de liefde. Het simpele verhaal speelt zich af tussen twee zussen, Fiordiligi en Dorabella en hun verloofden Guglielmo en Ferrando, die door de ervaren Don Alfonso tegen elkaar uitgespeeld worden: hij gelooft niet in de trouwe liefde van de zussen. Don Alfonso daagt zijn vrienden uit en een wedstrijd volgt. De verloofden geven voor naar het leger te gaan maar in werkelijkheid verkleden ze zich als Albaniërs en brengen hun eigen vrouwen in verzoeking. Vanaf dat moment draait het verhaal om de kunst van de verleiding. De luisteraar wordt tussen instinct, hartstocht en zelfbeheersing heen en weer geslingerd. Wanneer de mannen bijna triomfantelijk het gevoel krijgen dat ze gewonnen hebben, bezwijken de vrouwen en krijgt Don Alfonso gelijk.
Bleke regie
Helaas worden de muzikale knipoogjes niet door het decor ondersteund. De regie van Straat komt bleek over. Bang om oubollig te lijken – en misschien ook vanwege de beperkte financiële middelen – kiest hij voor abstracte beelden die te ver van het verhaal staan. Piepschuim, glazen bollen en touwtjes missen de finesse van de muziek. Straat begint de voorstelling met een spreker, die zich als Mozart voordoet en hoewel het een leuke vondst blijft, wordt te opzettelijk verklapt wat de intentie van de regisseur is. Het concept van een open spel, wat de regisseur op zijn beurt in het programmaboekje suggereert is in geen enkele interactie of handeling van de solisten terug te vinden. Jammer dat de speelse wedstrijd zonder consequenties de scherpte van het detail mist.
Indrukwekkend ensemble
Het fijne is wel in het ensemble te vinden. De Canadese Shantelle Przybylo, sopraan, creëert de meest geloofwaardige Fiordiligi, doordat ze niet alleen met haar indrukwekkende stem verleidt maar ook met haar acteerkunsten. Naast haar is de mezzosopraan Anna Traub als Dorabella de tweede ster van de avond. De aria Un aura amorosa weet de jonge Russische tenor Yaroslav Abaimov met alle muzikale subtiliteit over te brengen. Ook Nina Leiderman vertolkt de vileine Despina met veel speelsheid, samen met Robert Davies, bariton als Don Alfonso. En last but not least kan ook over Nicholas Crawley, bariton alleen het beste gezegd worden. Dirigent Arnaud Oosterbaan laat soms Het Orkest van het Oosten te veel struikelen doordat hij voor te energieke tempi gekozen heeft, wat voor veel vaart maar minder kwaliteit zorgt. Toch komt Mozarts muziek tot zijn recht, wat een bezoek aan één van de volgende elf voorstellingen de moeite waard maakt.