De stomste vraag die ik te pas en te onpas tegenkom is DE vraag: wat is het tastbare resultaat van je projecten voor publiek? Of breder getrokken: wat kan kunst & cultuur meetbaar aan levens toevoegen? Voeg die vraag samen met de huidige roep om ‘nut in de kunst’ en ik krijg accuut rode pukkeltjes van deze niet-te-beantwoorden-vragen. En ik ben niet de enige. Neem even de tijd om bijvoorbeeld deze briefwisseling tussen theatermakers te lezen.
DE vraag stond (destijds) ook op de subsidieaanvraagformulieren die ik onder ogen kreeg als muzikant. Ik kon en kan DE vraag nog steeds niet beantwoorden.
Want hoe meet je dat je 3 maanden na dato, bij het getik van een stoplicht nog steeds vrolijk in een duet uitbarst. Hoe meet je dat je er een herinnering bij hebt gekregen of dat je even een vleugje Kairos hebt ervaren waardoor je de verdere dag wél doorkomt. Hoe meet je dat je voor de rest van je leven hooked bent on Pergolesi’s Stabat Mater of dat je je op schoot waant bij Gregory Porter met je oor tegen zijn borst als je dit hoort?
https://www.youtube.com/watch?v=kwC1Wb-qUJY
Aan theatermarketeers, theateropperhoofden en concertprogrammeurs die mijn muziekprojecten hebben ervaren stelde ik DE vraag: wat is het meetbare resultaat na het bijwonen van een luistersessie of column.
Met hun antwoorden was ik zeker-weten niet door de eerste keuring van fondsen heen gekomen: ‘langere spotify-lijst gekregen, m’n CD-collectie is uitgebreid, ik had nieuwe aha-erlebnissen in voor mij reeds lang bekende muziek, kreeg andere oren en een verkwikkend gevoel’. Andere reacties lees je hier (en even doorscrollen naar beneden).
Er zijn zeker dingen meetbaar na het ervaren van kunst:
Er is misschien wel kennis vergaard over de Italianiserende periode in 17e eeuws Nederland. Dat zou je kunnen testen. Er is misschien een beter onderscheidingsvermogen in klank en ritme verkregen. Dat zou je kunnen testen. Concentratieverbetering ervaren (testen).
Maar dat is het hem nu natuurlijk net. Alles moet je in deze wereld kunnen testen op markt- en educatiewaarde. Kennis en vaardigheden an sich. Van tevoren aangeven wat het effect zal zijn. En dat kan bij veel dingen in de wereld wel: Als je honger hebt, eet je. Verwachte effect: weg honger. Meetbaar resultaat: toiletbezoekje.
Maar zo werkt dat natuurlijk (meestal) niet als je het hebt over effect en resultaten van projecten in de kunst & cultuur. Het ervaren, het uitdiepen, het sociale, het zintuigelijke van kunst maken. Het echte ervaren van kunst kost tijd, energie en doorzettingsvermogen. Effecten zijn misschien pas jaren later merkbaar. Merkbaar op andere vlakken dan verwacht. Maar daarom niet minder waardevol en nuttig [hints]Trouwens, nut betekende vroeger ‘ ter vorming, verbetering en beschaving van den burger’ volgens de statuten van Maatschappij voor het nut van ’t algemeen (1784) las ik in een artikel. Nut hoefde dus juist géén nut te hebben in economische zin. Het was slechts ten dienste van de beschaving.[/hints].
En de wereld kent het heus wel, de waarde en het nut van kunst. Want, sorry voor het cliché, wie memoreert er z’n dikke bak met fourwheel-aandrijving, het 2e huis in Spanje en het zoveelste handtasje op het sterfbed?
Unieke (gedeelde) ervaringen krijgen. Jezelf ontwikkelen. Anders luisteren en kijken naar de wereld. Inzichten delen. Je laten verrassen en nieuwe wegen bewandelen. Daar gaat het om in kunst en cultuur. Daar gaat het om in het leven als je je geen zorgen meer hoeft te maken om een bed, een bad en een brood. En dat hoeven de meeste mensen in Nederland niet. En als je wel die zorgen hebt, kom je er snel achter dat er met een lied veel gezegd kan worden. Dat een mooi beeld betekenisvol kan zijn en dat een verhaal je uit de miserabele wereld kan trekken. En, best nuttig (en bewezen): je kunt je gezonder voelen door kunst en cultuur.
Schrijfster en filosofe Joke Hermsen legt in haar boek Kairos precies uit wanneer dat 18e eeuwse nut veranderd is in ‘economisch nuttig’. Lezen dus dat boek. (Lees dan ook in één ruk deze dialoog tussen schrijfster Désanne van Brederode en hoogleraar Grahame Lock over ‘nut’) en laten we het dan vanaf nu over ‘artistiek nut’ spreken.
Het ‘economisch nuttig’ verliest momenteel zijn waarde sowieso meer en meer. Overal lees, voel hoor je de behoefte aan ‘echt’en ‘oprecht’. Zie de populariteit maar van de TV-serie Langs de oevers van de Yangtze. Zie de (stille) roep om authenticiteit, duurzaamheid, verbinding en (geestelijke) ruimte buiten de economie om. Met opvallend goed bezocht projecten en festivals met die thema’s tot gevolg. Helaas wel heel vaak geïnitieerd door creatieven die veel (van zichzelf) geven tegen onzekere betaling.
Nu alleen dus nog even voor elkaar krijgen dat het in huidig Nederland normaal wordt om deze creatieve daadkracht nuttig te vinden om allerlei redenen. Om deze energie te stimuleren en te waarderen.
A suivre!