Het verleden en de toekomst van de Nederlandse Reisopera staan in het teken van geldzorgen. Nicolas Mansfield, directeur, benadrukt tijdens de seizoenspresentatie op 20 april jl. in de foyer van Theater Carré niet alleen de noodzaak van het bestaan van een nationaal operagezelschap maar vooral de nodige kwaliteitseisen om het publiek te blijven trekken. En kwaliteit kan niet zonder fatsoenlijke geldpot. Dat schijnt iedereen behalve het ministerie te begrijpen.
De zon die in de foyer van Theater Carré door de geopende ramen van het balkon naar binnen dringt, lijkt de sfeer van de bijeenkomst te bepalen. Nicolas Mansfield opent de presentatie met de highlights van de afgelopen periode. De stijgende bezoekcijfers van 50% naar 80% procent en de alom groeiende belangstelling voor de Nederlandse Reisopera bewijzen hoe onrechtvaardig de beslissing van de overheid is geweest om de subsidies met 60 % te korten.
Ondanks het gebrek aan geld en de donkere wolken boven dit operagezelschap zet Mansfield goedgemutst de plannen voor de komende drie jaar uiteen. Mozart, Verdi, Wagner, Richard Strauss en zelfs Korngold staan op de planning voor de grote zaalproducties van 2017 tot 2020. ‘De opera blijft leven,’ herhaalt Mansfield, ‘we brengen de kunst naar jong en oud en we laten mensen muziek in talrijke andere projecten beleven. En dat blijven we doen omdat de passie voor muziek niet in is geld te vertalen – al gaat het niet zonder geld.’
Twee vrouwen aan de leiding
Twee producties springen volgend seizoen uit de programmering naar voren. Als alle eerste krijgt Mozart de aandacht. ‘Een seizoen zonder Mozart is welhaast ondenkbaar,’ stelt Mansfield in de subsidieaanvraag voor 2017-2020 vast. Net zoals Mozart behoeft ook zijn opera Don Giovanni geen extra reclame. Tijdens de presentatie zingt de uit Letland afkomstige sterbariton Agris Hartmanis de lievelingsaria’s van deze opera.
Wat de eerste realisatie/uitvoering van 2017 zo bijzonder maakt zijn de twee Britse vrouwen die aan de leiding staan: Julia Jones, dirigent, en Joanne Davies die de regie in haar handen neemt. Voor het eerst is de o, zo mannelijke opera in de handen van vrouwen beland. Volgens Mansfield een bewuste keuze: ‘Naast het feit dat er sowieso meer vrouwen een leidende rol moeten krijgen ook in de operawereld, is het bijzonder deze macho-opera van de andere kant te laten zien.’
In het tweede werk dat na de zomer een aanrader is, staat de aandacht voor de waarde van cultuur centraal: Ariadne auf Naxos, een tragikomische opera van Richard Strauss. Het lijkt geen toeval te zijn dat juist deze opera het komend seizoen opent. Honderd jaar na de Weense première in 1916 zijn de problemen rondom kunst nog steeds herkenbaar.
‘De opera onderzoekt de rol en de waarde van kunst en cultuur in onze samenleving en stelt ons de vraag: wie betaalt er voor kunst?’ schrijft regisseur Laurence Dale in het persbericht.
Meezing Messiah
Naast opera’s staan ook andere activiteiten op de plan. Er staat veel op het programma waarmee de NRO de operawereld laagdrempelig wil maken om een zo breed mogelijk publiek bereiken. Talentontwikkeling en samenwerking zijn de hoofdthema’s. Opnieuw is er bijvoorbeeld de Meezing Messiah in Koninkelijk Theater Carré. Vanuit de overtuiging dat opera een universele kunstvorm is ongeacht leeftijd, achtergronden en religieuze tradities zou het bestaan van Nederlandse Reisopera ook door de ministerie bemerkt en gewaardeerd moeten worden.
Mansfield produceert zelfs een film voor de overheid waarin een terechte “kreet om geld” te horen is.