Zodra ik als kunstconsument willekeur bij de kunstenaar of diens maakproces begin te vermoeden haak ik af. Met deze constatering verbaas ik overigens nu mijzelf. Ik ben immers geen vormfetisjist, ook geen canonjunkie, en nota bene in geen van de standaard kunstdisciplines gediplomeerd. Geen componist, geen uitvoerend musicus en geen acteur. Filmmaker noch regisseur, en ook als tekstschrijver niet afgestudeerd. ‘Maniakale observant’ of ‘emotionele dilettant’ komt nog het dichtst in de buurt.
Op zoek naar een bewuste vorm
De lezer vergeeft me deze intro, ik kom reeds in deze alinea al tot mijn punt. Vrijdagavond woonde ik de opening bij van Dancing on the Edge, een vermaard interdisciplinair festival dat vooral gaat over moderne dans in en uit het ‘midden-oosten’ – ruim opgevat. In Podium Mozaïek, een tot cultuurtempel gerenoveerde kerk te Bos en Lommer, Amsterdam, zag ik twee stukken van de Egyptisch-Amerikaanse Shaayma Shoukri. Het eerste stuk begon al snel diep in mij te resoneren. Dit terwijl het tweede stuk van dezelfde maker na aanvankelijke charme deze toeschouwer toch verloor in al te particuliere emoties. Mijn punt: voor een emotionele communicatie tussen kunstenaar en toeschouwer is een bewust gecreëerde vorm noodzakelijk.
Noodzaak
The Resilience Of The Body wist al vrij snel alledaagse gedachten te verdrijven met een uiterst strakke vorm. Shoukri komt de vloer op rennen en blijft in cirkelvorm dit volhouden tot ze niet meer kan. Het vergt enige overgave, maar zodra je hiertoe in staat bent raak je als toeschouwer verslingerd in de wereld van Shoukri. Al rennend begint ze steeds meer te vertellen. Ineens hoor je haar zeggen dat ze het wel waarderen kan ‘wanneer haar vrienden besluiten om niet te kiezen voor zelfmoord als oplossing voor hun problemen.’ Pats: met een figuurlijke tik ben je van toevallige observant omgevormd tot medeplichtig mens. Ineens voel je de urgentie.
Nu is ‘urgentie’ doorgaans een lege stoplap in de artikelen van professionele kunstbeschouwers. Maar in het geval van moderne dans uit het midden-oosten is dit begrip wel degelijk nog vol van betekenis. Shoukri, afkomstig uit een land waarin structurele subsidies voor moderne dans niet voor de hand liggen, schept beelden die je opnieuw laten kijken. In de cadans van haar stappen, de amechtigheid van haar ademhaling en haar pijnlijke monoloog voel je de noodzaak van deze vorm.
Portret?
Het tweede stuk van dezelfde maker werd gedanst door Noura Seif. Portray wil verschillende vormen van een schuddend lichaam bestuderen. Waar Shoukri middels die strakke vorm van The Resilience een particuliere emotie weet om te zetten tot iets van universele waarde, blijft Portray op de vlakte. Misschien vooral door de iets te lange duur van dit stuk. Het vormexperiment is enige tijd boeiend. Maar vanaf het moment waarop Seif in een vrije vorm willekeurig begint te free-stylen op de soundtrack haak ik af. Ineens voel ik geen directe connectie meer met een onderliggend onderwerp. Je ziet een mooie vrouw fijn dansen op lekkere muziek, maar dat kan ook in een club.
Dit meerstemmig portret van Choukri stemt wel nieuwsgierig naar wat de zesde editie van dit unieke festival nog meer te bieden heeft.
Dancing on the Edge is tot en met 18 november in Den Haag, Amsterdam, Utrecht en Rotterdam te zien.