Eind negentiende eeuw begon de westerse muziek langzamerhand uit haar voegen te barsten. Componisten gebruikten steeds meer dissonanten zodat de vertrouwde tonaliteit nog amper in haar jasje paste. Vanuit een voortdurend verlangen naar nóg meer expressie werd het orkest uitgebreid met almaar nieuwe instrumenten. Dit leidde tot monsterproducties als de ‘Symfonie der Tausend’ van Gustav Mahler, met meer dan duizend uitvoerders.
Als tegenwicht zochten componisten inspiratie in de soberheid van oude kerkmuziek; anderen zegden zowel tonaliteit als symfonieorkest vaarwel. Het AVROTROS Vrijdagconcert zoomt hierop in met een afwisselend concert op 19 januari. De Britse dirigent Marcus Creed voert het Groot Omroepkoor door religieuze stukken van Bruckner, Tsjaikovski en Penderecki. Zij zingen bovendien twee Mahler-bewerkingen van Clytus Gottwald, onder andere van het adagietto uit diens Vijfde Symfonie. Last but not least vertolken zij samen met het RFO koperensemble Transparance van Ton de Leeuw.
Moderne eend in romantische bijt
Bijzonder, want het werk van deze vooruitstrevende Nederlandse componist wordt niet vaak meer uitgevoerd. Ton de Leeuw (1926-1996) gold bij leven als een van de belangrijkste, zoniet dé belangrijkste componist van ons land. Hij schreef ook het gezaghebbende boek Muziek van de twintigste eeuw, waarin hij moderne compositiestijlen helder en bondig analyseert.
Aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam leidde hij talloze navolgers op, zonder hen tot zijn klonen te maken. Zelf studeerde hij onder anderen bij Henk Badings en Olivier Messiaen. Anders dan vaak gedacht wordt was het niet de Fransman maar de Nederlander Jaap Kunst die een beslissende invloed op zijn ontwikkeling had. Deze etnomusicoloog was een groot kenner van Javaanse gamelanmuziek; De Leeuw leerde hem begin jaren ‘50 kennen. Kunst wekte in hem een levenslange fascinatie voor Oosterse muziek en filosofie.
Muziek van het ‘zijn’ versus muziek van het ‘worden’
Vanaf 1961 maakte De Leeuw vele reizen naar Aziatische landen, waar hij de klassieke muziektradities bestudeerde. Wat hem hierin trof was het ontbreken van het voor romantische componisten zo belangrijke ‘ik’. Het concept van een op ‘de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’ gerichte esthetiek was de Aziaat vreemd. Spoedt westerse muziek zich onderweg naar een onvermijdelijke grondtoon van hoogtepunt naar hoogtepunt, oosterse muziek schept ruimte voor bespiegeling.
Ton de Leeuw maakte een treffend onderscheid tussen muziek van het ‘worden’ en muziek van het ‘zijn’. Tegenover een hiërarchisch gestructureerde, op een einddoel gerichte ontwikkeling plaatst de Aziaat muziek die in wezen steeds hetzelfde is. Alleen verschiet zij telkens van kleur, als een caleidoscoop. Al snel ging De Leeuw oosterse compositietechnieken in zijn eigen stukken verwerken. Zijn muziek heeft een grote ruimtelijkheid en is vaak meditatief van aard.
Arabische mystiek
Dat geldt ook voor Transparance dat hij in 1986 componeerde voor achttienstemmig koor, drie trompetten en drie trombones. Het stuk heeft vier delen, elk gebaseerd op in het Frans vertaalde teksten van middeleeuwse Arabische mystici. Zij beschrijven de verschillende stadia van bewustzijn die zij doormaken op weg naar goddelijke eenheid. De titel is ontleend aan het tweede gedicht.
Transparance opent met een dissonant koperakkoord, waarna vrouwenstemmen pianissimo een eenstemmig gezang aanheffen in een traag tempo. Gaandeweg komt er meer interactie tussen blazers, vrouwen- en mannenstemmen en wordt de ritmiek levendiger. Het tweede deel begint verstild, met sierlijk door elkaar bewegende lijnen. Felle kopererupties doorbreken de rust, die echter snel weer terugkeert. Opvallend is de doordringende boventoonzang die de rituele sfeer versterkt.
Ten hemel
Ook het derde deel heeft met zijn herhaalde, golvende zanglijnen een ritueel karakter. De blazers ondersteunen de zangers met aangehouden samenklanken in wisselende formaties. De afwisseling van voor- en nazang herinnert enigszins aan het gregoriaanse gezang uit de katholieke kerk. Ook nu heeft de muziek een statisch karakter, slechts af en toe doorbroken door pittige uithalen van het koper.
In het vierde deel lijken de vrouwenstemmen ten hemel te varen op de tekst ‘Celui qui a l’attribut de l’éternité. (Hij die het kenmerk van de eeuwigheid draagt.) Een trompet klimt met hen mee naar een hoge slotnoot, die verrassend veel wegheeft van een verlossende grondtoon. Hiermee blijkt De Leeuw toch een iets minder vreemde eend in dit romantische concert dan verwacht. – Helemaal afzweren kon hij zijn westerse afkomst niet.
Meer info en kaarten hier. Studenten Conservatorium van Amsterdam €10 op vertoon van collegekaart
Het concert wordt live uitgezonden op Radio 4
Op 6-12-2017 draaide ik op de Concertzender de eenakter Antigone van Ton de Leeuw, gedirigeerd door Reinbert de Leeuw