Hoewel Estland bijna 4000 vierkante kilometer groter is dan Nederland, heeft het amper meer inwoners dan de provincie Utrecht. Eeuwenlang betwistten grootmachten als Denemarken, Duitsland, Rusland, Zweden en Polen de heerschappij over dit land aan de Oostzee. Door zijn geografische ligging vormde het immers een belangrijke verbinding tussen Oost en West.
Pas in 1918 werd een eigen staat uitgeroepen, maar de prille soevereiniteit werd geregeld geschonden. Zo zuchtte Estland van 1944 tot 1991 onder het juk van de Sovjet-Unie. Toch viert men dit jaar trots het eeuwfeest van de onafhankelijkheid. Cappella Amsterdam sluit hierbij aan met het programma Baltische zielen, vernoemd naar het gelijknamige boek van Jan Brokken.
De Estse koordirigent en zanger Endrik Üksvärav brengt een geheel Ests programma. Uiteraard ontbreekt Arvo Pärt niet, maar ook relatief onbekenden als Pärt Uusberg, Galina Grigorjeva en Veljo Tormis zijn vertegenwoordigd. Er zijn drie Nederlandse premières, te beginnen met Kleine Litanei van Pärt. Daarnaast zijn er eerste uitvoeringen van Tõnu Kõrvits en Erkki-Sven Tüür, die persoonlijk aanwezig zullen zijn. Het concert op 28 februari in Muziekgebouw aan het IJ vormt de opmaat voor een korte tournee.
Stabat Mater: tekst der teksten
Tõnu Kõrvits (1969) componeerde zijn Stabat Mater in 2014 in opdracht van het Britse koor The Sixteen. Hoewel dit korte, maar roerende stuk inmiddels op cd verscheen, werd het nooit eerder in ons land uitgevoerd. Tijdens het componeren beluisterde Kõrvits vele andere zettingen, vertelt hij. ‘Onder anderen van Pergolesi, Rossini en Pärt. Het is de tekst der teksten, lang en gecompliceerd. Alles zit erin: substantie, sonoriteit, gevoeligheid en concentratie. En vooral veel empathie. Dit gedicht moet je als componist in de tweede helft van je creatieve leven gewoon een keer verklanken.’
Zijn collega Erkki-Sven Tüür (1959) is hier te lande wellicht bekender. Het Koninklijk Concertgebouworkest bracht de wereldpremière van zijn piccoloconcert Solastalgia; het Radio Filharmonisch Orkest presenteerde het indrukwekkende De profundis. Nu zingt Cappella Amsterdam de eerste Nederlandse uitvoering van zijn Missa Brevis. Tüür componeerde deze in 2013 in opdracht van de Deutscher Musikrat, als randprogrammering van een korencompetitie.
Persoonlijke affiniteit
‘De Latijnse Mis is in de loop der eeuwen ontzettend vaak door anderen op muziek gezet’, zegt Tüür. ‘Daardoor zijn er veel archetypen verbonden aan deze “oh-zo uitgemolken” tekst. Dat maakte het componeren van een nieuwe versie spannend en uitdagend. Ik moest echt diep graven om mijn individuele stem op een natuurlijke manier in de tekst te laten doorklinken. Zonder mijn persoonlijke affiniteit was het onmogelijk geweest de Latijnse mis op muziek te zetten.’
‘Hoewel ik tijdens het componeren geen specifieke andere zettingen in gedachten had, moet ik erkennen dat alles in deze wereld impliciet met elkaar verbonden is. Ik heb in mijn leven enorm veel muziek van anderen beluisterd en bestudeerd, dat heeft ongetwijfeld zijn sporen nagelaten. Maar je zult in mijn Missa Brevis vergeefs zoeken naar citaten van collega’s. – De opdracht was trouwens iets te schrijven voor een semiprofessioneel koor, wat grenzen stelt aan de mogelijkheden. Bij nader inzien blijkt de partituur echter geschikter voor professionele koren.’
Tekst dicteert vorm
Wat is voor u belangrijker: dat we de tekst woordelijk verstaan of dat we zijn betekenis ervaren?
‘Het een kan niet zonder het ander. Als we de tekst niet verstaan, kunnen we ook zijn diepere betekenis niet doorgronden. Ik heb sommige zinnen, of zelfs woorden, “onderstreept”. Bijvoorbeeld door ze meer of minder kleurrijk te laten klinken, meer of minder vervuld van licht, spanning of emotie. Die nuances haal ik uit de harmonie, de samenklanken.’
‘Bij vocale muziek is mijn aanpak totaal anders dan wanneer ik abstracte, instrumentale muziek componeer. De muzikale vorm wordt namelijk al grotendeels vooraf bepaald door de tekst. Toch zijn er talloze manieren om die gestalte te geven. Dat vind ik het meest fascinerend: hoe ervaren verschillende componisten de betekenis van deze zeer oude frasen? Hoe reageren ze op de uitdaging hun stem toe te voegen aan de zeer lange traditie van het schrijven van een mis? Zelf heb ik lang gezocht naar een manier om mijn eigen stempel hierop te drukken.’
Reis naar het licht
U vertelde mij eens dat u de creativiteit van de luisteraar wilt aanspreken. Welke middelen heeft u hiertoe in de Missa Brevis ingezet?
‘Ik schrijf enkel muziek, gebruik niet opzettelijk gereedschap om het publiek te manipuleren. Zodra het werk af is, koester ik de nederige hoop dat het de innerlijke verbeelding van de luisteraar aanspreekt. Tijdens het componeren is een van mijn belangrijkste criteria in hoeverre de muziek me mee kan voeren op een reis naar het licht. Alle middelen dienen dit doel – hoe ik omga met de textuur, kleuren, ritmes, harmonieën, dramatische spanningen etcetera. Het moet me helpen. Alleen dan kan ik hopen dat het ook voor anderen zo zal kunnen werken.’
Meer info en kaarten hier.
Op 28 februari signeert Jan Brokken zijn boek na afloop van het concert.
Op 14 april richt Kamerkoor Amphion in schuilkerk de Papegaai de blik ook oostwaarts, met o.a. muziek van Indra Rise, Ester Mägi en Veljo Tormis.
Op 1 april zendt de NTR een opname uit in het Avondconcert op Radio4, inclusief interviews die ik voerde met de twee componisten in Muziekgebouw aan ´t IJ op 28 februari.