“Weer een gelukkige dag. Hij luistert naar me …Weer een heel gelukkige dag, hij spreekt met me.” Het leven teruggebracht tot de essentie, met Winnie die vrouwhaftig boven de menselijke molshoop uittorent voor haar laatste episode.
Antoinette Jelgersma zet in Happy Days onder Erik Whien een montere versie neer van Winnie, een van de zwaarste toneelrollen, met een monoloog stilzittend onder een zandhoop. Dit oorspronkelijk door Nobelprijswinnaar Samuel Beckett bedachte decor is door Juul Dekker van Het Nationale Theater veranderd in een schuin oplopend geel vlechtwerk, waar vóór de pauze het bovenlijf van Winnie bovenuit steekt, na de pauze nog louter haar hoofd.
Binnen handbereik een tas met behalve toiletartikelen een pistool, dat je in aanvang ziet als mogelijkheid om te ontsnappen, maar allengs je aandacht verliest. Winnie slaat zich immers door het barre leven heen met alledaagsheid en waardering van klein geluk.
Illusie en influencer
Haar dagen worden uitgestippeld door de bel, maar ze ondergaat het saaie ritueel met opgewekt, veerkrachtig en optimistisch gekwek. Ze beseft ten volle de momenten van geluk. Er gebeurt nagenoeg niets, behalve het fikken van een parasol. In de tweede akte worden de vermetele pogingen de illusie van een zin van het leven te duiden allengs moeilijker.
Man Willie reageert niet op haar geroep, ze laaft zich maar aan herinneringen een betere tijden, tot hij tevoorschijn komt op handen en voeten. En probeert naar haar toe te kruipen, tevergeefs. Winnie oppert samen te zingen, altoos op zoek naar troost. Tragiek wint.
Kom daar maar eens om in tijden van steeds weer zoeken van ophef, opwinding, grootste ervaringen; je moet van het leven een feest maken. Heen en weer geslingerd tussen gevoelens en gedachten van zinloosheid, moed en kleine dankbaarheid kwam even het idee op van de influencer. Zitten we anderhalf uur opgesloten met een vrouw van wie we de ogen niet kunnen afhouden met haar even lege als intrigerende leventje?
Misschien is dit vloeken in de culturele kerk van het toneel, maar ik denk dat Erik Whien erom kan lachen. Prachtig citaat uit een HNT-interview: ‘Beckett gaat heel erg over leegte. Hij maakt binnen een abstract en theatraal universum de ruimte om over bepaalde thema’s na te denken. Hij probeert vorm te geven aan de raadselachtigheid van het bestaan. Maar de betekenis maakt ieder denk ik voor zich. Het is wat dat betreft meer een kunstwerk dan een tekst.’
‘Als regisseur haal ik mijn eigen kaders uit Happy Days. Dat het over de dood gaat en over liefde gaat en over kunst gaat. Maar dan zal je zien dat iemand in de zaal dat allemaal niet ziet en er nog een vierde bij haalt.’
Ware liefde?
Dus hoef je je als toeschouwer ook niet te schamen als je na aan poosje denkt: “Waar zit ik in vredesnaam naar te kijken? Wat is dit voor onmetelijke saaiheid? Kan ik niet beter thuis The Succession gaan bingewatchen?”
Tot het kwartje valt: de spiegel die Beckett je voorhoudt is onverbiddelijk in het broze evenwicht tussen eenzaamheid en liefde. “Ga terug in je hol”, gebiedt Winnie man Willie aan het begin van Happy Days, en je verheugt je even op een leuk avondje absurdisme waarvoor René van ’t Hof met zijn mimiek de perfecte acteur is. Maar zijn rol blijft beperkt: we horen hem kreunen, Winnie’s roepen om aandacht soms beantwoorden en annonces uit de krant voorlezen, en hij wordt pas zichtbaar aan het slot.
Absurdisme en zinloosheid zijn ondergeschikt aan de serieuze uitingen van zorgen en liefde van Winnie. Het portret van het leven dat Beckett schetst is even genadeloos als troostend. Grapjes dragen eraan bij, zoals over het derde levende wezen in Happy Days, een mier die nog vruchtbaar eieren versleept. “Mierenneuken”, oppert Willie en ze moeten onbedaarlijk lachen. Niet zozeer om de flauwe woordgrap, maar uit kortstondig genot van stemgeluid in elkaars oren, van contact en bekommernis.
Antoinette Jelgersma is als Winnie bij deze fraaie HNT-voorstelling even geweldig als aantrekkelijk. Ongeveer 50 jaar oud beschreef Beckett haar leeftijd in 1961, dus die kun je nu straffeloos 15 of een halve generatie ouder maken. In de voorste helft van de zaal kun Winnie’s mimiek goed volgen. En de ochtend na de voorstelling moedigt haar eerste zin je aan er wat van te maken: “Wat een goddelijke dag!”