Straaljagers, drones, onweer met bijbehorende wateroverlast en lieflijk kabbelende beekjes met een enkel vogeltje in een dennenboom. Heel Oostenrijk is dit weekend neergedaald in de Gashouder op het Amsterdamse Westergasfabriekterrein en het is wat het beloofde: spektakel zoals alleen Oostenrijkese muziek spektakel kan zijn. Het werk 11000 Saiten van Georg Friedrich Haas is een groot superlatief: surround met emdr en binaural beats gecombineerd, genoeg om trauma’s mee op te wekken en ze weer te genezen.
50 jonge pianisten, studenten van alle conservatoria die we nog hebben, op staande piano’s tegen de ronde muur van deze Amsterdamse steampunktempel, daarvoor pauken, accordeons, bekkens, cello’s, violen en fluiten, bespeeld door topensemble Klangforum Wien. Het is groot, het is veel, het is luid en het overrompelt.
Stofdoekjes
Toen de studenten naar hun piano’s liepen en stofdoekjes en handschoentjes pakten, dacht ik nog even dat ze een soort zuiverheidsritueel gingen opvoeren, maar het gerei bleek vooral handig voor het over de toetsen razen om de vijftig piano’s, elk een vijftigste van een halve toon ten opzichte van elkaar verstemd, als natuurgeweld of oorlog te laten klinken, al naar gelang de gemoedstoestand van het publiek.
Technisch perfect, maar toch ontbrak er iets, en dat had met de opstelling van de stoelen voor het publiek te maken. Ze stonden opgesteld in cirkels vanuit het centrum, en zoals het hoort bij onze concertpraktijk, met de kijkrichting naar de dichtstbijzijnde muzikanten. Die met hun rug naar je toe zitten.
In het midden van de gigantische ronde zaal is dat natuurlijk leuk, maar aan de randen zit je dan dus wel dicht bij die paar muzikanten in je gezichtsveld, maar bevindt het overgrote deel van het geluid en de mensen die het maken, zich achter je. Niet heel erg Feng Shui, maar ook zonde van de geluidservaring.
Liever een kring
Wat zou het mooi zijn wanneer er echte synergie zou zijn bij het Holland Festival en deze westerse opstelling zou zijn ingewisseld voor iets wat het Braziliaanse deel van de programmering zo goed doet. Ofwel: zou het omdraaien van de stoelen niet veel beter zijn, en we met zijn duizenden in een grote kring, een cypher, zouden kunnen genieten van het geweldige gebouw, de muziek rondom en elkaars gezichten?
Nu weet ik wel dat liefhebbers van klassieke muziek het liefst met de ogen dicht genieten en het beeld er niet zo toe doet, maar in dit geval was het ook beter geweest voor de geluidservaring. Als negentig procent van het geluid zich achter je bevindt, zoals bij de nu gebruikte opstelling, mis je zeker de helft van het effect.
Volgende keer dus alles omdraaien. Want bij zo’n concert gaat het om de gedeelde ervaring.