Hoe belangrijk is het dat er filmpersonages zijn die op jou lijken? Je kan dat uitleggen, zoals afgelopen zaterdag op de Conferentie van het Nederlands Film Festival. Je kan ook simpelweg dat TikTok-clipje laten zien waarin een zwart meisje bijna ontploft van verbazing en vreugdevolle opwinding wanneer ze de zwarte Ariel uit de komende speelfilmversie van The Little Mermaid ziet. “Ze is zwart, net als ik!”, juicht ze. Dan begrijp je in een fractie van een seconde hoe het zit. Ook dat zag ik op de conferentie, waar diversiteit een van de onderwerpen was.
De bijeenkomst in de Stadsschouwburg Utrecht is er voor de Nederlandse filmprofessionals om elkaar te ontmoeten, presentaties bij te wonen en inspiratie op te doen. “Waar staat Nederland als filmland, en waar willen we naar toe”. Dat was de insteek waarmee Filmfonds-directeur Bero Beyer de aftrap gaf voor een door het Filmfonds georganiseerde presentatie. Want, zo vat ik het maar even samen, is het niet frustrerend dat Nederland al heel erg lang geen film in de hoofdcompetitie van Cannes heeft gehad, en België dit jaar drie tegelijk?
Kleur en vrouwen
Maar de vraag waar de Nederlandse film staat gaat niet alleen over internationale erkenning. Tegenwoordig is het bijna onvermijdelijk om te kijken naar representatie en diversiteit, en dat kwam dan ook in een tweetal sessies aan de orde. ‘Alles komt samen’ is dit jaar het motto van het NFF, en daar zou je in dit verband aan toe kunnen voegen: ‘maar nog niet genoeg.’ Belangrijkste invalshoeken daarbij zijn kleur en de aanwezigheid van vrouwen, in beeld en in de branche. Hoewel er op dit gebied al veel veranderd is, werd ook opgemerkt dat Nederland in vergelijking met verschillende buitenlanden behoorlijk achterloopt.
Om een indruk te krijgen had ik zelf al een paar steekproeven genomen en het een en ander geturfd. Kijkend naar de regie van een kleine dertig premières (lang en kort) op het festival blijkt dat die nog in overgrote meerderheid in handen is van witte mannen. Bemoedigend daarentegen is de samenstelling van de dit jaar afgestudeerde lichting (regie en productie) van de Filmacademie. Daar zijn vrouwen stevig in de meerderheid. Het aandeel kleur is bescheiden, maar zeker goed zichtbaar.
Pijnlijk
Op de conferentie wees filmmaker Jean van de Velde erop dat vrouwen weliswaar goed vertegenwoordigd zijn in de top van fondsen en festivals, maar dat de omslag in het denken daarmee nog geen feit is. “Het zit in ons allemaal”, merkte acteur Jacqueline Blom op. Een andere deelnemer gaf als voorbeeld dat ze eens een script te lezen kreeg van een theaterstuk met een witte man in de hoofdrol, waarbij vrouwelijke personages allemaal werden aangeduid als ‘de vrouw van’. Zeg je dan: “Dit gaan we niet doen”, of ben je onbewust bang voor de gevolgen die zo’n protest voor jouw loopbaan kan hebben? Dat zo’n zwijgende meerderheid heel pijnlijk kan zijn voor die eenling die wel iets durft te zeggen, daar was iedereen het wel over eens.
Uiteraard spelen vergelijkbare zaken bij kleur of gender. Het blijft lastig jezelf te spiegelen als er geen voorbeelden zijn. En één gezicht is niet genoeg, aldus de jonge non-binaire acteur Thorn de Vries.
Verandering
Met zoveel eensgezindheid op de conferentie zou je bijna vergeten dat het klimaat in de filmwereld nog overwegend wit en man is, zoals iemand vaststelde. Gelukkig verandert er wel iets. De situatie is nu is totaal anders dan tien jaar geleden, aldus Jacqueline Blom. Acteur Malou Gorter noemt als voorbeeld de Arnhemse toneelschool, waar een scriptie van een student leidde tot het besluit een jaar lang alleen stukken van vrouwen te kiezen. Ze ziet ook dat de jonge generatie een heel ander perspectief heeft. Wat niet wegneemt dat iemand als Thorn de Vries naast alle positieve waardering nog steeds veel haat over zich heen krijgt.
Hoe verder?
Op de conferentie ging het vooral over de huidige ervaringen en stand van zaken. Met ter vermaak enkele door KLEUR geproduceerde satirische sketches waarin zaken stevig op z’n kop worden gezet. Het ontbreken van botsende meningen of een oproep tot revolutie maakte de conferentie wel een tikje voorspelbaar. Naast alle positieve realiteitszin waren een paar voorstellen of oproepen met meer verbeeldingskracht toch mooi geweest, Maar hoe verder? Wat moet er gebeuren? Goede wil is er zeker, zonder dat er direct baanbrekende oplossingen zijn. Wel de ferme aansporing om het nieuwe denken te blijven verkondigen. Blijf het op de agenda zetten, spreek je uit!
Zoals bijvoorbeeld de twee jaar geleden gelanceerde aanjager KLEUR doet – dat daarmee in de Filmbonzen Top 20 van de Filmkrant op de zesde plaats binnenkwam. Of de Stichting Vrouwen in Beeld, die begin dit jaar een groot onderzoek naar de vertegenwoordiging van vrouwen in de Nederlandse film- en televisiesector heeft gepubliceerd. Meer onderzoek is onderweg, onder andere van KLEUR samen met het Filmfonds. KLEUR is ook betrokken bij de HUMAN-serie Over kleur gesproken. Vaak indringende, persoonlijke gesprekken over ervaringen met diversiteit en inclusiviteit in de Nederlandse televisie- en filmindustrie.
Nieuwe verhalen
Belangrijk is in ieder geval dat het gezelschap van regisseurs en producenten diverser wordt, want die hebben invloed op de keuze en invulling van de nieuwe verhalen. Verhalen waarin een veelheid van kleuren en achtergronden (denk ook aan klasse) straks hopelijk zo vanzelfsprekend is dat het niet het hoofdonderwerp hoeft te zijn. Vergeet ook de Aziatische gezichten niet, zoals iemand in het publiek opmerkte.
Dogmatisch is de conferentie niet. Men vindt het bijvoorbeeld niet nodig dat verhaal en schrijver perse dezelfde kleur hebben. Iedereen mag alles schrijven, stelt theatermaker en scenarioschrijver Fadua El Akchaoui, maar doe wel je research. Wees bewust, verdiep je. Jean van de Velde illustreert dat met het feit dat hij ooit de misdaadfilm Lek maakte zonder zelf crimineel te zijn. Maar hij liet zijn script wel lezen aan iemand van de politie en een ex-crimineel. Bij zijn verfilming van de historische roman How expensive was the sugar veranderde hij het witte perspectief in dat van twee zwarte meisjes. Misschien moeten we, om de veranderingen te versnellen, ook eens denken aan quota of positieve discriminatie, zo viel hier en daar te horen.
Of zo’n nieuw elan de Nederlandse film ook internationaal beter op de kaart gaat zetten is een heel andere kwestie. Bero Beyer is ervan overtuigd dat het talent daarvoor aanwezig is. Het gaat om condities en keuzes, of juist meer vrijheid. Veel aandacht was er tijdens de Filmfonds-sessie dan ook voor een lopend onderzoek waar veel van wordt verwacht. Een diepgravende vergelijking van de filmindustrie in een vijftal Europese landen. Een studie naar factoren die mogelijk van invloed zijn op de prestaties, zowel artistiek als commercieel. Resultaten van het onderzoek worden in november veracht. Ik ben zeker nieuwsgierig.