La semaine dernière, les diplômés de l'Académie royale des arts (KABK) de La Haye ont présenté leurs projets d'examen final dans le cadre d'une exposition. Une exposition qui, chaque année, est bien trop grande pour tout voir en une semaine. Mais cette année, surtout, une exposition qui a provoqué : à réfléchir, à s'interroger, à sourire et à revenir encore et encore.
Ik wil nog wel eens narrig doen over uitwassen in conceptuele kunst. Kunst van het soort: zet een tent gewoon uit de winkel op in een kamer, schrijf er iets bij met veel “bevragen” en “zich verhouden tot”, en voilà: kunst. Kunstopleidingen als de Rietveld in Amsterdam en de Koninklijke Academie in Den Haag leiden bewust op tot conceptueel denken, en dat kan behalve tot veel moois ook tot problemen leiden. In alle ernst heeft een modeontwerper me eens verzekerd dat de draagbaarheid van haar afstudeercollectie geen enkele rol speelde.
Het blijft een moeilijk vraagstuk: hoe maak je kunst die de ambachtsbeoefening overstijgt, zonder zo conceptueel te worden dat er geen “maken” meer aan te pas komt? Kunst die, zonder zich voor een sociaal-politiek karretje te laten spannen, toch verontrust? Die relevant is in zijn tijd maar, los van enig maatschappelijk doel, het publiek kan blijven raken met zijn intrinsieke artistieke waarde?
De lichting 2015 van de Haagse academie geeft alle reden tot hoop. Natuurlijk heb ik niet alles kunnen zien en zijn sommige richtingen over- of ondervertegenwoordigd. Maar dit is mijn terugblik op de eindexamenexpositie en een kennismaking met kunstenaars om te onthouden.
Consulate of Google
Direct bij de ingang van de tentoonstelling presenteert Roos Groothuizen (grafisch ontwerp) het ‘consulaat van Google’. Alles wat Google op basis van je zoekgedrag weet van jou en je interesses kun je uit je smartphone laten inlezen en laten printen in een paspoort.
Tholbjorn (beeldend) maakte portretten van beroemdheden die vanuit idealen handelden. Mandela en Gandhi, maar ook Mao en Macchiavelli. Het laat zien dat idealisme mensen in verschillende richtingen kan stuwen. De portretten zijn in hout gesneden en geïnkt, maar niet afgedrukt. Het originele snijwerk blijft daardoor zichtbaar en geeft de portretten kracht en diepte.
Inês da Costa (grafisch ontwerp) maakt de problematiek van Third Culture Kids zichtbaar. Haar broer, zusters en zijzelf hebben allen voor hun 18e in tal van landen gewoond. Waar voel je je dan thuis en aan welke culturele waarden ben je gehecht? Da Costa bracht dit in kaart met vlaggen per persoon en met houten dozen met vragen als ‘Wie nodig je uit voor je huwelijk?’ ‘Hoeveel personeel had je?’ en ‘Wat wordt gezien als onbeleefd?’
Plastic fantastic
Ook natuur en milieu zijn een issue. Sofie van der Sman (fotografie) tovert de plastic soup in de oceaan om tot iets schijnbaar leuks: The Fantastic Island. De bloemen, de vogels, de t-shirts met ‘save our planet’ erop, alles is er van plastic. Over hetzelfde onderwerp maakte choreograaf Antonin Comestaz vorig jaar de voorstelling ‘Plastic Junkies’ voor theater Korzo, waarin dansers zich wentelen in plastic afval. Van der Sman verkoopt onder andere een 3d-viewer met stereofoto’s uit haar plasticparadijs. Maatschappijkritiek met een lichte toets.
Fashion meets Hopper
De natuur komt ook veel terug bij de richting textiel en mode. Zowel Nienke Smeulders comme Merel Bos gebruiken planten en bloemen in hun creaties en entourage. Verheugend te melden dat de meeste creaties er behoorlijk draagbaar uitzien. Dat geldt zeker ook voor de prachtige ontwerpen van Anne Oomen, geïnspireerd op de eenzame vrouwen op schilderijen van Edward Hopper.
Niet altijd wordt de maatschappij kritisch bekeken, soms gebeurt dat ook alleen met enige verwondering. Zoals bij Roderik Rotting (fotografie), die met “OCGNV” (Onze Club Gaat Nooit Verloren) de talloze clubverbanden laat zien in één enkel Limburgs dorp. De doodernstige portretten van oudere mannen in verenigingskostuums zijn ontroerend.
Verwondering is er ook bij Anna Klevan (fotografie). Zij volgde de Amerikaan Greg Packer, die ervoor zorgt bij mediamomenten aanwezig te zijn om geïnterviewd te worden als “de toevallige voorbijganger”. Dat lukte hem meer dan 100 keer. Klevan maakt hem deel van haar onderzoek, maar wordt daarmee zelf deel van zijn publiciteitsjacht. Ook via dit artikel, en een groot stuk in Le Correspondant.
En dan zijn er ook nog dingen die gewoon erg leuk zijn. Het manifest Girlism van Danicha Leliveld (grafisch ontwerp) bijvoorbeeld, waar pluizige kussentjes naast een kalasjnikov te zien zijn en mierzoete roze video’s draaien binnen een hard stalen frame.
Metro als Gesamtkunstwerk
Of het complete fictieve metrostation ‘Eusebius Trahndorff’, vernoemd naar de filosoof die het Gesamtkunstwerk uitvond. En dat is dan ook wat het ‘Underground fog and a panting dog’ van Charlotte van Winden (beeldend/autonoom) is: een totaalervaring met poppen, gefilmde perronbeelden en geluid, in een station dat je via een echte trap bereikt.
Vooruit, nog eentje dan. Eline van Strien (fotografie) maakte schijnbaar dagelijkse voorwerpen die in werkelijkheid niet bestaan en ging op zoek naar mogelijk gebruik. En dan blijkt dat ‘Purpose is in our imagination’, want wat voor de één een ideaal instrument is om de billen mee af te vegen, kan voor de ander dienen om boontjes te tellen. En dat levert behalve een verbrede kijk op het alledaagse ook vrolijke momenten op.
(foto boven: Sofie van der Sman bij haar project The Fantastic Island)