Ze is net terug van een lange vakantie in haar geboorteland Noorwegen en, al vinden veel Noren Ibsen tegenwoordig saai, zelf houdt ze van zijn werk. Maren Bjorseth is derde-jaars regiestudente aan de AHK. Haar Nederlands is vlekkeloos; het is moeilijk te geloven dat ze hier pas twee jaar woont. Maren is een van de vier regie-studenten die is uitverkoren om een masterclass te volgen van de Duitse regisseur Thomas Ostermeier, artistiek leider van Schaubühne Berlin. Vorig jaar was in de Stadschouwburg zijn Hamlet te zien (met een zich vervelende, nogal dikke Hamlet in de hoofdrol) en in december gaat Ostermeier bij Toneelgroep Amsterdam Spoken regisseren van Ibsen.
De masterclass is een samenwerkingsproject van TF met de AHK en acteurs van ACT. Het is de eerste schooldag voor de studenten en, zoals Maren zegt, ze zijn meteen het diepe in geworpen: ‘Het was heel kort en intensief, we hebben gewerkt van tien tot drie en Thomas Ostermeier is twee keer komen kijken. Het is dan ook echt een work in progress.’
De vier groepjes hebben elk een scène gekozen, driemaal Spoken en eenmaal Hamlet, en zijn daarna in diverse ruimtes in de Stadsschouwburg aan de slag gegaan. Om beurten zoekt Ostermeier de groepjes op, vergezeld door dramaturge Eve Hopkins, die ook de discussie achteraf leidt. De regiestudenten en de acteurs van ACT hebben al wel vooraf de tekst ingestudeerd, maar leren elkaar pas op de dag zelf kennen. “Voor ons is dat gewoon’, zegt Karlijn Kistemaker, ook een van de regiestudenten, ‘we werken voortdurend met mensen die we nooit eerder gezien hebben’. Het commentaar van de Duitse regisseur, die bekend is geworden met zijn actualisering van klassiekers zonder al te veel modieuze ingrepen, is opvallend psychologiserend. Hij heeft het over Oedipus en Freud en probeert telkens de regisseurs in spe te wijzen op het conflict en het drama. Essentieel, zegt Ostermeier, is te beginnen met hele simpele gegevens: Wat voor dag is het? Hoe valt het licht naar binnen? Is het zomer of winter? Hoe is de locatie? Hoe zien de personages eruit?
Voor decor, rekwisieten of andere theatrale aankleding is al helemaal geen tijd, Ostermeier probeert door te dringen tot de psyche van de personages. Hij vindt de studenten en acteurs opmerkelijk snel in hun analyse: ‘In Duitsland is het vaak zo dat de acteurs banale vragen stellen en de regisseurs juist heel complex nadenken. Ik zie Duitse acteurs zich sowieso niet in zo weinig tijd zo’n rol toe-eigenen.’ We zijn inmiddels beland in de Krakeling, waar om vier uur voor een klein publiek een presentatie van de vier scènes te zien is, toegelicht door de studenten, acteurs en Ostermeier.
Het is inderdaad verbazend hoeveel verder de scènes alweer zijn. Het is spannend om de emotionele lijn te volgen die door het stuk heen loopt. Zijn pleidooi voor ‘dramatisch niet-dramatisch’ theater, waarmee Ostermeier bedoelt: niet te vet, te veel en te overdreven, heeft bij alle groepen goed uitgepakt. Voor Karlijn is het een bijzondere ervaring geworden: ‘Hoe simpeler, hoe beter. Je denkt dat de meeste mensen normaal zijn, maar bij iedereen zit er wel een verhaal achter, iets geheims of verborgens. Net als Ostermeier zoek ik altijd naar het randje van de illusie.’